Citroën ë-C3 en Dacia Spring: strijd tussen de goedkoopste elektrische auto's van Nederland

De Dacia Spring is in Nederland bepaald geen vreemde meer. De in China gebouwde Dacia Spring werd in 2020 aan de Europese consument voorgesteld en kwam een jaar later op de Nederlandse markt. Slechts één jaar werd de Dacia Spring in Nederland in zijn oorspronkelijk vorm verkocht, midden 2022 werd de Spring samen met de Sandero, Jogger en Duster uiterlijk aangescherpt en kreeg toen het nieuwe familiegezicht van Dacia aangemeten. De Dacia Spring had aanvankelijk één aandrijflijn en een vanafprijs van €17.890, maar staat tegenwoordig vanaf €21.750 op de prijslijst. Ook is de Spring er tegenwoordig met een tweede aandrijflijn. Die is met 65 pk een dikke 44 procent krachtiger dan die van de basisversie en kost anno 2024 €23.400.

Dit neusje had de Dacia Spring in Europa slechts kort.

Wie geen Spring ambieerde, kon weliswaar voor de Renault Twingo Electric of een elektrische Smart ForTwo of ForFour gaan, maar die waren toch echt duizenden euro's duurder. Tot op heden heeft Dacia in Nederland bijna 3.100 Springs verkocht, waarvan bijna 1.500 stuks vorig jaar op kenteken zijn gezet. Lang had de Dacia Spring het rijk alleen aan de absolute onderkant van de EV-markt, maar toen was daar opeens de Citroën ë-C3 ...

Groter en ruimer: Citroën ë-C3

Citroën trok oktober vorig jaar het doek van de volledig nieuwe C3. Die C3 krijgt al dan niet mild-hybride benzinemotoren, maar komt óók als volledig elektrische ë-C3 onze kant op. Daarover maakt Dacia zich mogelijk best zorgen. De ë-C3 is 28 centimeter langer, zeker 18 centimeter breder en heeft ook nog eens bijna 12 centimeter meer tussen de voor- en achteras. De afmetingen van de Citroën ë-C3 komen dan ook meer overeen met die van een Volkswagen Polo dan met die van zijn prijstechnisch grootste concurrent uit Roemenië. Hoewel de C3 aanzienlijk groter is dan de Spring, merk je daarvan in de bagageruimte niet heel veel. In de ë-C3 kun je slechts 10 liter meer kwijt dan in de Dacia. Vooral de passagiers achterin profiteren in de Franse instap-EV van meer levensruimte.

Dat de Citroën ë-C3 met zijn formaat in een hoger segment opereert, blijkt tevens uit het gewicht. Waar de reguliere Dacia Spring 912 kilo in de schaal legt en de sterkere Extreme 935 kilo weegt, noteert de ë-C3 op de weegschaal bijna 1.400 kilo. Hou er dus rekening mee dat je in de toekomst zomaar eens behoorlijk wat tientjes per maand meer kwijt bent aan mrb. Dat hogere gewicht komt niet alleen door het formaat, maar óók door de techniek die die grotere koets herbergt.

Afmetingen en gewichten: Citroën ë-C3 en Dacia Spring

Sterker en sneller: Citroën ë-C3

De Citroën ë-C3 is er vooralsnog met slechts één elektrische aandrijflijn. Die bestaat uit een 113 pk pk en 260 Nm sterke elektromotor. Daarmee is ë-C3 voorlopig ruim anderhalf keer zo sterk als de Spring Extreme, de sterkste variant van de Dacia. Op papier is de ë-C3 de absolute winnaar. In de Franse hatchback zoem je in 11 tellen naar de 100 km/h terwijl de Spring Extreme daarvoor 13,87 seconden de tijd neemt. De basis-Spring met 45 pk sterke elektromotor doet met een 0-100-tijd van 19 tellen eigenlijk nauwelijks mee. Wat topsnelheid betreft liggen de C3 en Spring dichter bij elkaar. Met beide modellen moet je niet verwachten stevig te kunnen jagen op de autobahn.

Misschien nog wel belangrijker: de actieradius. De Citroën ë-C3 heeft tot op heden altijd een 44-kWh accu terwijl de elektrische longinhoud van de Dacia Spring 26,8 kWh bedraagt. De Dacia Spring komt daarmee tot 230 kilometer ver, terwijl je met de ë-C3 volgens de fabrieksopgave zonder bij te laden tot 320 kilometer kunt afleggen. Snelladen kan met de ë-C3 met tot 100 kW, met de Spring met tot 30 kW. Wel springt de elektromotor van de Dacia Spring zuiniger met de stroomvoorraad om.

Is dit een totaal eerlijke strijd? Niet helemaal. De voorlopige instapper van de Citroën ë-C3 - de You - wisselt vanaf €24.290 van eigenaar terwijl de Spring er zijn goedkoopste vorm vanaf €21.750 is. De Dacia Spring Extreme, die wat vermogen betreft minder ver van de ë-C3 afstaat, kost minimaal €23.400. Prijstechnisch zijn de instap-C3 en de krachtigste Spring wél aan elkaar gewaagd. De Citroën ë-C3 biedt meer ruimte, is rapper én biedt een grotere actieradius. Tegen een bescheiden meerprijs. Houd dus wel rekening met de mrb die je op termijn voor een EV moet betalen, daar scoort de Spring weer punten.

Uitrusting

Wat uitrusting betreft zijn de Spring en ë-C3 aardig aan elkaar gewaagd. De instapversies van beide modellen bieden airco, enkel elektrisch bedienbare ruiten voor, al heeft de Citroën standaard al parkeerpiepers achter, cruisecontrol en een head-updisplay.

En straks?

Dacia heeft voor de Spring weer een facelift in petto. Of die opfrisbeurt technische wijzigingen met zich meebrengt? Dat zou zomaar kunnen. Met een andere aandrijflijn wordt het gat tussen de ë-C3 en de Roemeen mogelijk een stuk kleiner. Ook Citroën heeft voor de ë-C3 nieuws in het vat zitten. Zo kondigde het merk bij de introductie van het model al de komst aan van een uitvoering die slechts €20.980 gaat kosten, minder nog dan de huidige basis-Spring. Die variant krijgt wel een kleiner accupakket en dus ook een kleinere actieradius (zo'n 200 kilometer) en vast ook een minder krachtige elektromotor. Die versie is dus vooral een concurrent voor de instap-Spring en moet hem wat actieradius betreft voor zich dulden.

Wat kies jij?

Welke van deze relatief goedkope elektrische hatchbacks heeft jouw voorkeur? En wat verwacht jij van de nog te verschijnen instapversie van de Citroën ë-C3 en de straks vernieuwde Dacia Spring?