BMW 320i vs. Alfa Romeo 155 V6 - Uit de Oude Doos
'Over smaak valt te twisten'
Een Alfa Romeo-liefhebber krijg je waarschijnlijk niet snel in een BMW en andersom zal de overstap ook niet snel worden gemaakt. Dat was in 1992 niet anders. De ene redacteur stak de loftrompet voor de Alfa Romeo 155 2.5 V6, de andere voor de BMW 320i.
Hoewel we in deze rubriek terugblikken op wat er 30 jaar geleden gebeurde op autogebied, zijn sommige dingen vandaag de dag nog redelijk hetzelfde. De verstokte Alfa Romeo-liefhebber zal ongetwijfeld nog altijd een aardig discussie kunnen voeren met een BMW-rijder over waarom zijn Italiaanse schone ondanks eventuele imperfecties toch een leukere keuze is dan zijn Duitse rivaal. Zo'n discussie kon je in AutoWeek 16 uit 1992 ook volgen, want toen was het de taak aan de redacteuren Rolf Bleeker en Rolf Häring om elkaar te overtuigen van hun keuze. Bleeker ging voor een BMW 320i, Häring voor een Alfa Romeo 155 2.5 V6. Twee auto's die op papier behoorlijk in elkaars vaarwater zaten, maar in de praktijk toch duidelijk verschillen vertoonden.
Het begon al bij het ontwerp. Daarover waren de heren behoorlijk uitgesproken. Bleeker vond de Alfa Romeo maar rommelig getekend: "Als ik naar de Alfa kijk denk ik dat zijn ontwerper wel Zigzag moet heten. Zo'n wirwar van lijnen en overal vouwen in de carrosserie." Häring was vol lof over het lijnenspel van de 75-opvolger: "Het is Alfa wederom gelukt in een ontwerp dynamiek en elegantie te combineren. Vooral de sterk aflopende neus is ronduit prachtig." Over de BMW kon Häring kort zijn: "Het voortborduren op een traditionele stijl wijst, vind ik, op gebrek aan fantasie."
Het draait bij auto's natuurlijk om meer dan alleen het ontwerp. Zo is gebruiksgemak ook een belangrijk punt en daarin verschilden de Alfa Romeo en de BMW behoorlijk van elkaar. Zo vond Bleeker het bizar dat Alfa Romeo het knopje om de kofferklep te openen in het dashboardkastje had verborgen. De ergonomie in de cockpit liet volgens hem eveneens te wensen over, zeker ten opzichte van de BMW. Häring moest hem hierin deels gelijk geven: "Je hebt gelijk wat betreft de overzichtelijkheid van de schakelaars, maar die kofferklepbediening vind ik altijd nog beter dan de typische Duitse methode om overzichtelijkheid te scheppen door zo'n knopje maar helemaal weg te laten."
Waar de Alfa Romeo 155 duidelijk in uitblonk ten opzichte van de BMW 3-serie, was de ruimte. Achterin was er meer hoofd- en beenruimte en ook in de kofferbak kon je meer kwijt. Toch was het zelfs voor Alfa-liefhebber Häring wel duidelijk dat BMW op een ander vlak beter werk had geleverd: "Het is een feit dat het zitmeubilair van jouw geliefde Beierse automobiel van hogere kwaliteit is." Een ander comfortprobleem van de 155 was de positie van de padalen. Bleeker herkende dat euvel van oudere Alfa's: "Ik heb zelf drie Alfa's gehad. Door de slechte plaatsing van het gaspedaal had ik altijd problemen met mijn rechtervoet. Nu stap ik in de 155 en mijn voet begint alweer te trekken."
Eenmaal op pad met beide auto's, werd de heren duidelijk dat er grote karakterverschillen waren tussen de BMW en de Alfa Romeo. Niet in de laatste plaats omdat de 155 een voorwielaangedreven auto was (in tegenstelling tot zijn voorgangers) en de 3-serie achterwielaandrijving had. De Italianen hadden het volgens Bleeker niet goed voor elkaar gekregen om ondanks die wisseling een goed rijdende auto neer te zetten. Hij vond de 3-serie veel voorspelbaarder rijden en klaagde over onderstuur in de 155. Häring beaamde dat ronduit, met de kanttekening dat de 155 daardoor wel wat spannender was om te rijden dan de 3-serie. De motor van de 155 was dan wel weer een groot pluspunt, daarover konden de heren het redelijk eens worden. De 2.5 V6 trok er schitterend aan en maakte van de Alfa duidelijk de kwiekere auto. Wel had de brom van de V6 wat mooier mogen klinken volgens Bleeker en vond hij dat 'zijn' BMW hoger in de toeren duidelijk wat meer in huis had.
De twee heren kwamen er - niet geheel verrassend - niet uit welke auto nou per se beter was. De BMW was een wat veiligere en meer doordachte keuze, de Alfa Romeo had zijn typische eigenaardigheden, maar was beduidend vlotter én goedkoper. Het was volgens hen dan ook vooral een smaakkwestie voor potentiële kopers.