Bij Alois Ruf gaat er altijd een schepje bovenop

Porsche-tuner geeft zelfs als zeventiger altijd vol gas

Alois Ruf

Bij de gemiddelde Porsche valt er over het vermogen weinig te klagen, maar toch is Alois Ruf al zijn hele leven bezig om er nog een schepje bovenop te doen en zo de snelste Porsches ter wereld te creëren. We brengen een bezoek aan de man die inmiddels 71 lentes telt, maar nog altijd vol gas geeft.

Met de komst van de befaamde Yellowbird verandert alles. Het Amerikaanse automagazine Road & Track roept in 1987 een knalgele RUF CTR uit tot snelste auto ter wereld. Op Volkswagens testcircuit in Ehra-Lessien laat de über-Porsche die door autoveredelaar RUF onder handen is genomen alle gevestigde namen uit het supersportwagensegment achter zich met een top van 339,8 km/h. Niet veel later laat RUF Automobile een reclamefilm opnemen op de Nürburgring, die overigens absoluut de moeite van het bekijken waard is. Testrijder Stefan Roser drift in de Yellowbird door de Groene Hel. VHS-kopieën van de film worden in die jaren razendsnel verspreid. Door deze twee gebeurtenissen staat de kleinste autofabrikant van Duitsland opeens op de radar bij sport­wagenliefhebbers over de hele wereld.

We brengen een bezoek aan Alois Ruf en zijn ‘Manufaktur für Hochleistungssportwagen’ in het plaatsje Pfaffenhausen, in de regio Unterallgäu. Het is bijna niet voor te stellen dat deze idyllische, maar ook wat slaperige omgeving de thuisbasis vormt van de creaties van RUF, die bijna uit hun voegen barsten van het aantal pk’s. De baas is een toegankelijke kerel en al van jongs af aan een autoliefhebber. Als hij nog maar net kan lopen, heeft Alois Ruf al een passie voor auto’s. Het is dus niet zo vreemd dat hij zijn vader, die eveneens Alois heet, regelmatig helpt in zijn in 1939 begonnen garagebedrijf. Ook springt Alois regelmatig bij in het tankstation, dat in 1949 in gebruik wordt genomen. Als Alois Ruf junior, die in 1950 het levenslicht ziet, op tweejarige leeftijd in een olievat valt, lijkt zijn weg te voorbestemd.

Als vader Ruf in 1955-1956 zelf een touringcar opbouwt, helpt de jonge Alois junior bij het plaatsen van de stoelen, waarbij hij onbewust ook aan zijn toekomst bouwt. Zonder deze bus zou de historie van RUF Automobile er mogelijk wat anders hebben uitgezien.

Ontmoeting met grote gevolgen

Op een dag stopt Alois Ruf senior bij een rit met zijn bus naast een Porsche 356 Karmann Coupé. De bestuurder daarvan heeft Rufs bus zojuist ingehaald en is vervolgens de controle over zijn rode sportwagen verloren, waarna hij twee keer over de kop slaat. Ruf bekommert zich om de bestuurder, die gelukkig geen verwondingen heeft overgehouden aan het voorval, en later eveneens om de Porsche. Hij repareert de auto om hem vervolgens, tot groot genoegen van zijn zoon, over te nemen.

Een jaar later volgt een andere ontmoeting die grote gevolgen heeft. Alois Ruf junior rijdt met zijn vader in de rode Porsche door München. Bij een rood verkeerslicht klopt een student op het raam. Naast zijn studie handelt hij in gebruikte Porsches en één van zijn klanten is op zoek naar precies zo’n auto als die van de familie Ruf. De student betaalt ter plekke 11.000 Duitse marken cash en geeft vader en zoon Ruf de sleutels van zijn eigen 356 Reutter Coupé, zodat ze tenminste fatsoenlijk naar huis kunnen rijden. Een dag later haalt de student de auto weer op, samen met de voertuigpapieren van de rode 356. “Toen besefte mijn vader dat Porsche-rijders bijzonder gek van auto’s zijn”, vertelt Alois Ruf glimlachend.

Kort daarop volgt een magisch moment. Als hij met zijn vader in een Opel Rekord naar de bouw­machinebeurs in München rijdt, worden ze in de stromende regen ingehaald door een Porsche 901 uit de voorserie. “Onze auto schudde even heen en weer toen de Porsche langs ons schoot. Toen hoorde ik voor het eerst het geluid van zijn motor. Het ging door merg en been en liet me nooit meer los”, zo verklaart Ruf het ontstaan van zijn band met de 911.

De bijzondere mentaliteit van Porsche-rijders zal Ruf in de daaropvolgende jaren nog vaker ervaren. Zoals in 1967, als een koper bij de aanschaf van een 912 niet zelf aanwezig kan zijn. De klant stuurt echter niet zijn vrouw als plaatsvervanger, maar zijn 15-jarige zoon. Na een testrit met Alois junior, die dan nog niet eens een rijbewijs heeft, koopt de klant de Porsche.

Een jonge Alois Ruf aan het werk (1968)

Om veiligheidsredenen

Hoewel Alois Ruf als 18-jarige droomt over een 911 S met korte wielbasis is zijn eerste auto om veiligheidsredenen ‘slechts’ een 912. In 1968 verlaat hij de middelbare school, Alois gaat als leerling aan de slag in de werkplaats van zijn vader. Twee jaar later reist hij door de VS, waarbij hij in Los Angeles een beeld krijgt van de autopassie van de Amerikanen en hun voorliefde voor Duitse auto’s. Ruf profiteert daarbij van zijn goede beheersing van de Engelse taal. Toen hij nog op school zat, stelde zijn vader als enige eis dat hij die taal onder de knie kreeg. Hij leverde daar een bijdrage aan door zijn zoon bij zijn tankstation alle passerende Amerikaanse soldaten te laten bedienen. De Porsche-werkplaats van zijnvader op het platteland doet goede zaken. Porsche-eigenaren komen van heinde en verre om hun auto’s bij Ruf te laten repareren.

In 1974 vindt er een tragedie plaatst: midden in de oliecrisis overlijdt Alois Ruf senior op 62-jarige leeftijd aan de gevolgen van een hartinfarct. Hoewel sommige mensen twijfelen of het wel de goede beslissing is, neemt zijn zoon Alois junior de leiding over de kleine werkplaats op zich. “Ik keek simpelweg hoe ze het bij Porsche deden”, zegt hij nu. “Dat heeft de beste auto van de eeuw en de beste sportwagens aller tijden ontwikkeld. Butzi Porsche heeft wel eens gezegd: ‘Dat is ons alleen gelukt omdat we maar weinig medewerkers hadden en het ons aan tijd ontbrak’”

Herkenningsteken

Nog in datzelfde jaar krijgt de eerste auto, een 911 Carrera, het TP-chassisnummer dat aan Ruf is toegekend en bij toelatingskeuringen het oude chassisnummer vervangt. In 1974 ziet ook het RUF-logo het levenslicht. Een grafisch expert biedt in ruil voor werkzaamheden aan zijn Porsche aan het logo te ontwerpen. RUF (zowel de bedrijfsnaam als het automerk wordt met kapitalen geschreven) heeft eigenlijk helemaal geen logo nodig, maar Alois toont zijn goede wil, waarna hij direct het eerste ontwerp accepteert. Pas later beseft hij hoe belangrijk het is om een goed logo te hebben. Omdat je er ook ‘RIF’ in zou kunnen lezen, laat hij het logo in 1979 moderniseren. Als ander herkenningsteken kiest Alois Ruf voor de montage van vijfspaaks wielen, die met verschillende designs onder al zijn creaties worden gemonteerd.

RUF in 1977

In 1977 voltooit Alois Ruf zijn opleiding tot automonteur. De RUF Turbo 3.3 zorgt in datzelfde jaar voor furore. Hij heeft 43 pk meer aan boord dan het basismateriaal uit Zuffen­hausen en heeft ook betere remmen en een vijfversnellingsbak. De klanten staan in de rij bij RUF, zo graag willen ze een auto door hem laten modificeren. Omdat Porsche eind jaren 70 van plan is om de 911 door de 928 te laten aflossen, ontwikkelt de fabrikant de 911 slechts behoedzaam door. Het beperkte vermogen en het dreigende einde voor de modelreeks zorgt bij de liefhebbers voor boosheid. Alois Ruf kan hen echter helpen. In geval van nood kan hij uit onderdelen zelfs complete 911’s bouwen. De 911 wordt de auto van zijn leven. “Ik heb er altijd voor gezorgd dat ik geen auto bouwde die het imago en het oorspronkelijke karakter van 911 geweld zou aandoen. Sterker, ik heb het imago juist naar een hoger plan gebracht. Dat geldt ook voor het merk Porsche. En ik denk dat ze in Stuttgart ook waardeerden wat ik deed”, zo licht Ruf zijn motivatie toe.

Ruf voor zijn bedrijf in 1983

In 1981 krijgt Ruf de status van fabrikant. Niet uit ijdelheid, maar in goed overleg met Porsche, om ervoor te zorgen dat de volledige verantwoordelijkheid bij hem komt te liggen. In 1984 baart de nieuwbakken autobouwer opzien als een RUF BTR bij testritten op Volkswagens testcircuit in Ehra-Lessien de magische 300 km/h-grens passeert. Drie jaar later volgt de Yellowbird-oerknal. “Oorspronkelijk was het de bedoeling dat de auto voor de vergelijkende test in Road & Track Indisch rood zou worden gespoten”, herinnert Ruf zich. Die kleur vond hij echter te opvallend. “Er was indertijd niemand die een gele auto had. Geel was helemaal uit de mode. Zodoende kozen Stefan Roser en ik op het laatste moment voor knalgeel.”

GelukstrefferHet bleek een gelukstreffer te zijn, want door het druilerige weer op de testdag springt de RUF CTR dankzij zijn opvallende kleur direct in het oog. Zijn koosnaam krijgt hij van Road & Track-medewerker Richard Baron en bestuurder Peter Egan. In 1988 overtreft de Yellowbird bij een volgende vergelijkende testrit op de hogesnelheidsbaan in het Italiaanse Nardò met een topsnelheid van 342 km/h zijn record uit het jaar daarvoor. “Porsche had speciaal voor de 959 een motor ontwikkeld en daarop flink zijn best gedaan. Vervolgens kwam de 959 tot een snelheid van 338 km/h. Ferrari begon weken van tevoren al met testen en de Italianen zeiden zelfverzekerd dat ze sowieso zouden winnen. Wij hadden niets aan de Yellowbird veranderd en we hebben een snelheid van 342 km/h neergezet”, zegt Ruf vol trots.

RUF Yellowbird

Zijn vrouw Estonia leert hij in 1992 kennen bij een Porsche-meeting in Oklahoma City. “Ze werkte in de hotelreceptie, dat was één van haar vier banen. En toen sloeg de vonk over”, herinnert hij zich glimlachend. Samen met Estonia, die in Venezuela is geboren, krijgt hij twee dochters en een zoon. Ze wordt zijn belangrijkste adviseur. Daarnaast neemt ze in 2020 het design van de RUF Rodeo voor haar rekening, een 911 in western-look.

Een technische mijlpaal is volgens Ruf de samen met specialist Fichtel & Sachs ontwikkelde EKS-transmissie. Vanaf 1992 rust RUF meer dan 150 auto’s uit met deze geautomatiseerde versnellingsbak, tot Fichtel & Sachs het project stopzet. In 1996 is de RUF CTR2 op basis van de Porsche 993 Carrera een opvallende nieuwkomer. Het model is voorzien van een onopvallend geïntegreerde rolbeugel. Het vermogen van 520 pk maakt een topsnelheid van 340 km/h mogelijk. Een gemodificeerde sportversie finisht bij de Pikes Peak-heuvelklim op de tweede plaats.

Sinds 1997 verhoogt Alois Ruf ook het vermogen van andere Porsches dan de 911. Het begint met de Boxster en later neemt hij ook de Cayman, de Cayenne en de Panamera onder handen.In 2008 stelt Ruf de eRUF Roadster aan de wereld voor en in 2009 de eRUF Roadster Greenster. Beide auto’s zijn uitgerust met een elektrische aandrijflijn. Bijzonder trots is Alois Ruf in deze samenhang ook op een project af waar zijn vader al aan was begonnen en dat dertig jaar geleden werd voltooid: de bouw van drie waterkrachtcentrales in de regio Unterallgäu.

Elektrische aandrijflijn

De sportwagenbouwer uit het Voralpenland maakte telkens weer indruk met enorme koppelbergen en pk-toppen. Op dit moment is de krachtigste RUF de RtR met 802 pk. Je zou het niet zeggen, maar vermogen is niet alles voor de Porsche-veredelaar. “Er zou nog meer mogelijk zijn, maar je moet ook proberen om auto’s lichter te maken. Dan heb je niet meer zoveel pk’s nodig om lol te hebben.” Een goed voorbeeld van die filosofie is de RUF CTR3, waarvan de productie in 2008 is begonnen. Het is de eerste auto van RUF die volledig in eigen huis is ontwikkeld, met een gewicht van 1.377 kilo in combinatie met een vermogen van 700 pk. Het is aanvankelijk de bedoeling dat het model wordt gebouwd in een fabriek in Bahrein, in de buurt van het Formule 1-circuit, maar op het moment dat de fabriek klaar is om in gebruik te worden genomen, gooit maatschappelijke onrust in het land roet in het eten. En zo gaat deze auto alsnog in productie in Pfaffenhausen.

In plaats van de productie te internationa­liseren, opent RUF datzelfde jaar aan de andere kant van de rotonde in het dorp, direct tegenover het hoofdkantoor van het bedrijf, een nieuw Porsche-dealerpand. De klassieker­afdeling daarvan bekommert zich ook om de auto’s uit de eigen oldtimerverzameling van het bedrijf.

RUF R 56.11

Af en toe bouwt RUF ronduit uitzonderlijke modellen. Zo komt de R 56.11 tot stand, een geslaagde combinatie van 356-looks en 911-techniek. Een unicum met een klassiek design en moderne techniek is ook de RSR 3.4. Voor dit model geldt net als alle RUF-creaties: zo puur mogelijk, geen overbodige franje. “Een auto moet een vergelijkbaar gevoel geven als je favoriete jeans”, aldus Ruf.

Als je de baas door zijn bedrijf ziet lopen, valt op dat hij altijd bijzonder vriendelijk en toegankelijk is, hij kent alle namen van zijn 84 medewerkers. Soms mogen de personeels­leden bij interne evenementen ook een stukje met een RUF rijden. Het is dan ook niet zo vreemd dat sommige medewerkers al meer dan 40 jaar bij het bedrijf werken en dat stageplekken bij het bedrijf bijzonder gewild zijn. Omdat de fabrikant alleen maar modellen in kleine oplages bouwt, zijn er in totaal tot op heden nog geen 700 RUF’s gebouwd. De meeste exemplaren zijn te vinden in de Verenigde Staten.

Het aantal virtuele RUF-Porsches ligt een heel stuk hoger. Alleen Sony verkocht al ruim 60 miljoen exemplaren van de Gran Turismo-gamereeks, waarbij softwareontwikkelaar Kazunori Yamauchi bij het debuut van de game rond de eeuwwisseling direct inzette op de sportwagens van RUF, waarmee heel wat gamers inmiddels hun snelle rondjes hebben gereden via hun PlayStation.

De internationale klantenkring wordt goed verzorgd door Alois Ruf. Zo stelt hij ‘flying doctors’ ter beschikking die als dat nodig is bij de klanten langsgaan om hun RUF te repareren. Bovendien hebben ze de mogelijkheid om hun auto bij hem te stallen. Sommige klanten maken gebruik van dat aanbod om af en toe met hun auto over de Duitse autobahn te kunnen rijden of een rondje Hockenheim of Nürburgring te doen.

Aloisa, Alois en Marcel Ruf

Aloisa, Alois en Marcel Ruf

Verbrandingsmotor

Over het onderwerp ‘mobiliteit van de toekomst’ heeft Alois Ruf een duidelijke mening. Hij vindt dat de pijlen te zeer gericht zijn op de elektromotor. Hij is ervan overtuigd dat de inzet van synthetische brandstoffen een goed alternatief vormt, hij blijft geloven in de verbrandingsmotor. “Waarom zou je de productie van de verbrandingsmotor stop­zetten? Een auto moet in mijn ogen ook op emotioneel vlak overtuigen.”

Op het moment zijn de medewerkers van Ruf hard aan het werk met de productie van de 50 verkochte exemplaren van de 1.200 kilo lichte en 710 pk sterke CTR 2017. Sommige mede­werkers waren al betrokken bij de productie van de eerste CTR. Ruf is naar eigen zeggen ‘erg trots’ op het design van deze in eigen huis ontwikkelde auto, waarbij het klassieke 911-uiterlijk ondanks de verlengde wielbasis behouden is gebleven. Omdat de productie van één exemplaar zo’n 1.200 manuren vergt, zal naar verwachting het laatste exemplaar pas in 2023 worden gebouwd. Maar daarmee is het verhaal van Alois Ruf nog niet ten einde. Als je ziet hoe zijn ogen beginnen te glinsteren als hij vertelt over de restauratie van een vroege Porsche 901 of de toekomst van de RUF-V8, dan besef je dat deze man ook op zijn 71e alleen maar vol gas geeft.

Dit artikel is eerder verschenen in GTO Magazine nummer 3 uit 2021.

Lezersreacties (13)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.