'Belasting over bpm dreigt auto's fors duurder te maken'

Volgens de Bovag wordt de afhandeling van bpm-betaling door autobedrijven veranderd en kan dat gevolgen hebben voor de prijs die aan de klant wordt doorgerekend. Momenteel werkt het nog zo dat het bpm-bedrag van een nieuwe auto wordt bepaald bij de eerste registratie en vervolgens het definitieve bpm-bedrag vastgesteld wordt bij de eerste tenaamstelling. Dat laatste bedrag wordt op dat moment als 'doorlopende post' betaald door het autobedrijf en kan zodoende btw-vrij doorberekend worden aan de klant. In de nieuwe situatie moet de bpm direct bij eerste registratie worden afgedragen, volgens de Bovag 'om de Belastingdienst veel werk te besparen'. Het probleem is dan alleen dat het bpm-bedrag niet meer afzonderlijk als doorlopende post kan worden verhaald bij de klant, maar het bedrag bij het totaalbedrag van de auto komt en over dat hele bedrag vervolgens btw gerekend wordt.

De brancheorganisatie uit Bunnik illustreert dat deze 'belasting op belasting' autokopers veel geld gaat kosten: "Dat komt neer op tussen de € 1.000 en € 2.000 bovenop de prijs van een nieuwe auto. Bij campers liggen die bedragen nog veel hoger. Daar zit zomaar € 50.000 bpm op, wat zou leiden tot € 10.000 btw extra." Ook voor gebruikte auto's kan het een dure extra kostenpost opleveren: "Gebruikte voertuigen die niet in de zogenaamde margeregeling vallen, of ze nu worden geïmporteerd of op de Nederlandse markt worden verhandeld, zullen te maken krijgen met dit probleem."

Het lijkt er volgens de branchevereniging op dat het een onbedoeld effect is van een ogenschijnlijk kleine verandering. De Bovag stelt dat het onder meer de Belastingdienst en het Ministerie van Financiën hierop zal wijzen. Het doel is helder: dit effect tegengaan en ervoor zorgen dat er niet nog meer belasting betaald moet worden. "Autobelastingen behoren in Nederland immers al tot de allerhoogste in Europa."