Aftellen naar Parijs - Deel 6: Renault Mégane II
In de compacte klasse misschien wel het grootste nieuws van 2002: de nieuwe Renault Mégane. De excentrieke Fransman volgt de Mégane I op, die in 1995 het C-segment kwam versterken.
Dat was even wennen. De conventionele lijnen van de eerste Mégane werden vervangen voor een stel gedurfdere penstreken. Renault heeft autoland met de Avantime en de Vel Satis al een voorproefje gegeven van hun nieuwe designtaal, toch struikelde menig koper over de eigenzinnige bilpartij van Renaults nieuwe volumemodel: een rechtopstaande achteruit met daar onder een uitstekend stuk 'koffer'. "De Mégane is een auto waarvan we ons kunnen voorstellen dat sommigen afhaken door dat expliciete achterwerk", schreven we tien jaar geleden in november. Voor meer rust zorgde het interieur, dat in vergelijking met de buitenkant ietwat gebruikelijker was vormgegeven. Renault voorzag de Mégane standaard van een startknop in combinatie met de 'Renault Card', de inmiddels bekende 'dikke credit card'. De Mégane op de handrem zetten ging via een bijzondere handrem, die leek op de 'gashendel' van een gemiddeld passagiersvliegtuig.
Renaults jongste was niet alleen als hatchback, sedan of station (Grand Tour), maar kon voor het eerst ook als CC besteld worden. Rond die tijd bijna verplichte kost in het C-segment. Als Coupé-Cabrio kreeg de Mégane standaard een glazen vouwdak mee. Ondanks de aanvankelijk tegenvallende verkoopaantallen ontving de Mégane in 2003 de prestigieuze titel 'Auto van het Jaar 2003'.
Helaas voor Renault werd ook de jongste telg geplaagd door problemen met de elektronica. Hetzelfde lot dat ook zijn grotere broer, de Laguna II, overkwam. Met de facelift van 2006 werden de meeste van deze perikelen weggewerkt.
Voor het betere gooi-en-smijtwerk had Renault de RS voor ons in petto. De 2,0-liter turbomotor produceerde 225 pk en 300 Nm koppel. Dit geweld kon de afgetrainde Mégane in 6,5 seconden naar de 100 km/h lanceren. De RS was niet alleen onder de kap goed voorzien, ook het uiterlijk kreeg een make-over. We zagen dubbele uitlaten, grote wielen en aangepaste bumpers. Ondanks zijn motorische power kreeg de RS behoorlijke kritiek van de automedia. De hothatches van andere merken waren scherper en harder, de RS zou te soft zijn. Als reactie hierop liet Renault de RS Trophy los, een tot 500 stuks gelimiteerde versie met een harder onderstel, aangepaste stuurbekrachtiging en gewijzigd remsysteem. Ook het uiterlijk werd nog dikker aangezet. Met name de dikkere voor- en achterbumper, met centraal geplaatste dubbele uitlaat, sprongen in het oog.
Als overtreffende trap kwam Renault in 2009 met de R26R op de proppen. Met 230 pk en 310 Nm koppel had hij nog meer kracht dan de Trophy. Daarbij komt dat de R26R behoorlijk wat kilo's is afgevallen. Een rolkooi en een lekker spoilerpakket kenmerkte het uiterlijk van de rapste Renault. Op de Nürburgring wist de R26R een tijd van 8 minuut en 17 seconden neer te zetten, wat de extreme Mégane tot de snelste voorwielaangedreven auto op de Groene Hel maakte.
In 2008 werd de Mégane vervangen voor de huidige, waarvan overigens ook een geweldige RS-versie van op de markt is. Deze hete bom nam met een tijd van 8 minuten en 7,79 seconden op de Nürburgring het record voor de snelste voorwielaangedreven auto over van de R26R.