50 jaar Opel GT

Opwindende Opel ziet Abraham

AutoWeek 15 2018
AutoWeek 15 2018
AutoWeek 15 2018

Je leest het in AutoWeek 15 2018

De overname door PSA moet het onder GM tobbende Opel in rustiger vaarwater brengen. Of dat lukt, zal de toekomst uitwijzen. Ook in het verleden ging het voor het Duitse merk niet altijd over rozen, want regelmatig was er kritiek dat het te braaf, te burgerlijk was. Exact 50 jaar geleden bracht Opel daarom de opvallende GT uit. Dat deze sportieveling nog altijd op een grote schare trouwe fans mag rekenen, blijkt uit het goed bezochte Europa-treffen dat kort geleden in ons land werd georganiseerd.

De weergoden deden vergeefs moeite het feestje te verstieren, want hoewel het soms met bakken uit de hemel viel, kwamen Opel GT-eigenaren en -liefhebbers vanuit alle windstreken naar vakantiepark De Schatberg in het Limburgse Sevenum. De file op de A67 bood een bijzondere aanblik met hier een puntgaaf gerestaureerd exemplaar, daar een van charmant patina voorziene GT, terwijl ginds een jubilaris stond waarover een halve Halfords was uitgestort. Ook kwamen we hier en daar vreemdgangers tegen: een Commodore Coupé en zelfs een Bitter!

Gastheer was de Opel GT Club Nederland die vorig jaar zijn 40-jarig jubileum vierde. Hollanders mogen dan als nuchter worden beschouwd, de GT is hier altijd geliefd geweest. “Vier jaar na de productiestop in 1973 werd de Opel GT Club Nederland al opgericht, waarmee het de oudste Opel GTvereniging van Europa is”, verklaren voorzitter Joost Gerbranda en secretaris Bert de Koning, die ondanks het matige weer zeer tevreden zijn met de opkomst dit weekend: “Naast onze eigen clubleden hebben we mensen uit Duitsland, België, Luxemburg, Frankrijk, Italië, Scandinavië en zelfs uit de Verenigde Staten en Canada mogen verwelkomen. We schatten dat er een kleine 200 GT’s aanwezig zijn.”

MARILYN MONROE

Met zoveel van die ‘little Corvettes’ op het feestterrein wil je maar één ding: je ertussen mengen! De diversiteit aan GT’s die de nabijgelegen snelweg kleur gaf, is hier nog eens extra uitvergroot. Maar zo uitbundig als sommige exemplaren ogen, zo bescheiden lijken hun bezitters. Wat te denken van de Italiaan die schichtig wegduikt als wij hem willen complimenteren met zijn airbrush-Marilyn Monroe aan de binnenzijde(!) van de motorkap? Of het Duitse echtpaar Illebrand dat vanaf de Sorpesee (Sauerland) met hun rode, ex-Californische GT 1900 uit 1971 is komen aanrijden? Met de aanschaf tien jaar geleden is een jeugddroom van Willy in vervulling gegaan. Vooral de Optik bracht en brengt hem nog altijd in vervoering. Genieten doet hij vooral in stilte, want na nog even te hebben verklaard dat de restauratie een kleine drie jaar duurde, draait hij zich weer om, verliefd kijkend naar zijn Coke Bottle op wielen. Om voor de drieduizendste keer de combinatie van scherpe lijnen en verleidelijke rondingen aandachtig in zich op te nemen.

Nee, dan Marco Laan. Zijn GT ziet er ogenschijnlijk doodnormaal uit, zelfs de grijze lak detoneert niet met het weerbeeld vandaag. Het kenteken 11-00-NL lijkt bewust bij de opwindende Opel te horen, maar dat is verkeerd gedacht. “Sowieso is het bouwjaar 1969, terwijl het kenteken van 1971 is. En onder de kap ligt geen 1100- blok. Kijk maar eens op het rode schildje achterop.” We lezen ‘2400’. Daar loont het feit dat de GT - om de ontwikkelings- en bouwkosten beheersbaar te houden - veel componenten deelde met andere Opelmodellen, zoals de B-Kadett (bodemplaat, aandrijving, 1100-motor) en de C-Rekord (1.9-krachtbron), zodat veel onderdelen gemakkelijk uitwisselbaar waren.

Dat heeft ervoor gezorgd dat er een fanatieke scene is ontstaan waarin liefhebbers zelf hun ideale GT samenstellen. Door ze te voorzien van Rekord-2.2- en Omega-2.4-blokken, bijvoorbeeld, of die uit de Ascona of Manta, al dan niet met brandstofinjectie. Montage van vijfversnellingsbakken (de GT had een vierbak, een automaat was optioneel) bleek eveneens haalbaar. Marco heeft zijn GT al 18 jaar, vier jaar daarvan heeft hij in een body off-restauratie gestoken. En méér. “Ik heb het 2.4-blok uit de Omega geplaatst, goed voor 135 pk. Omdat de standaard snelheidsmeter niet ver genoeg ging, heb ik er één uit een Bitter gemonteerd, die gaat tot 300 km/h. Om het goed in de hand te kunnen houden, heb ik 17-inchwielen gemonteerd en stuurbekrachtiging ingebouwd.” Daarmee was de Beverwijker nog niet tevreden: een knalrood leren interieur en airco completeren het geheel. “Alles heb ik zelf gedaan”, klinkt het - terecht - niet zonder trots. “Alleen het spuitwerk heb ik uitbesteed.” Veel rijdt hij er niet mee, zo’n 2.000 kilometer per jaar, maar elke rit is een genot. “Door het dikke blok is de gewichtsverdeling ideaal. Zojuist heb ik op de A67 nog even 180 km/h aangetikt. Hij rijdt dan heel rustig en stabiel, als een moderne auto. In Duitsland heb ik er al eens 225 km/h mee gehaald”, aldus Marco wiens puntgave creatie zijn derde GT is. “Al sinds ik mijn rijbewijs had, wilde ik een GT. Maar eerst moest er een huis mét garage komen!”

NEDERZWITSER

Bert en Joost zien het goedkeurend aan. Na meerdere toerritten door het Limburgse land, een receptie en een feestbanket op zaterdagavond, is het nu op zondagmiddag even pas op de plaats voor bezoekers én organisatoren. Tijd om de standhouders te bezoeken, er een praatje te maken of om net dát ontbrekende onderdeel of miniatuurtje te scoren. En om elkaars bezit uitgebreid te bewonderen dan wel te bestuderen. Dat laatste is niet zonder reden, want als het feestgedruis na het restant van de zondagactiviteiten langzaam afloopt, worden de prijzen uitgereikt van het concours d’élégance. “We hebben drie categorieën: Origineel, Licht Gemodificeerd en Zwaar Gemodificeerd. Bij Licht Gemodificeerd moet de carrosserie origineel zijn, maar kunnen techniek en interieur naar eigen inzicht zijn aangepakt. Bij Zwaar Gemodificeerd is alles toegestaan, mits we kunnen zien dat de basis van de ombouw een Opel GT is.”

Dat tekent de sfeer: niets moet, niets is te gek, alles kan en alles mag. Hoewel de uiterlijke aanpassingen decent zijn gebleven - zie de ovalen uitlaten die door een extra aangebracht stuk plaatwerk priemen - zou de blauwe GT van Stephan Gudde uit Bern in de laatste categorie vallen. De Nederzwitser redde het op het nippertje: “Twee weken geleden heb ik vier jaar restauratiearbeid afgerond. De verf is bij wijze van spreken nog nat. De auto heeft het meteen voor z’n kiezen gekregen. Vanuit Zwitserland zijn we hierheen gereden om straks door te rijden naar Noord-Denemarken. Als we weer thuis zijn, hebben we in totaal 4.000 kilometer met onze GT uit 1972 afgelegd.”

Stephan woont inmiddels 24 jaar in het Alpenland, al die tijd - en zelfs nog langer - bezit hij z’n kittige klassieker met de bliksemflits. “In 1983 heb ik hem gekocht, op mijn 18e verjaardag.” Zijn jongensdroom heeft hij voorzien van een vijfbak, in de stemmige cabine valt het royale gebruik van hout op. Dan sluit hij vlug het portier, want het gaat weer regenen. Opel-paraplu’s worden hier en daar opgestoken en om de sfeer erin te houden, begint de drumband — door ons gemakshalve ‘Opel-combo’ genoemd — het volgende nummer te spelen. Voorzien van een goedgevulde goodiebag — met het prachtige boekwerk 40 jaar Opel GT Club Nederland en het Opel GT-kwartetspel — laten wij de feestgangers achter. Genietend van elkaar en elkaars klassieke droom op wielen.

HET AVONTUUR VAN DE OPEL GT

We schreven het al: in de jaren 60 had Opel te maken met een burgerlijk imago. Daarom werd in 1963 het startschot gegeven voor een kleine coupé en op de IAA in Frankfurt in 1965 stond het prototype Opel GT Experimental dat veel bewondering oogste. Deze creatie had niemand van Opel verwacht. In het najaar van 1968 kwam de GT, ontworpen door Erhard Schnell, op de markt. Veel onderdelen kwamen uit andere Opels, zodat de kosten laag konden blijven. Uit de Kadett stamde de weinig populaire 1.1-motor. Met 60 pk, een acceleratie van 0 tot 100 km/h in 16,5 seconden en een top van 157 km/h beloofde het opwindende uiterlijk veel meer dan de techniek kon waarmaken. Gelukkig bood Opel ook de 1.9-motor uit de Rekord die al na 11,5 seconden de 100 aantikte en 185 km/h kon bereiken. Dat lag meer in lijn met de verwachtingen, al was de GT hiermee nog niet ‘het Europese antwoord van Opel op de Chevrolet Corvette’, zoals toen vaak werd gezegd.

Dat de Corvette werd genoemd, was geen toeval. Beide modellen beschikten over de cokebottle-shape. Felle kleuren, klapkoplampen, dubbele ronde achterlichten en twee uitlaten zorgden voor een exotische uitstraling. Toch was het avontuur na vijf jaar alweer voorbij. Dat lag niet aan een gebrek aan succes, want de productie bedroeg 103.463 exemplaren en dat was voor een sportwagen behoorlijk. Vanwege capaciteitsproblemen bij Opel werd de carrosserie door de Franse firma Chausson gebouwd, waarna de kale koetsen bij het eveneens Franse Brissonneau & Lotz werden voorzien van laklaag en interieur. Tenslotte werden bij Opel in Bochum de motor plus aandrijving ingebouwd.

Toen beide Franse ondernemingen in 1973 door Renault werden overgenomen en in datzelfde jaar de Amerikaanse veiligheidseisen flink werden aangescherpt (de GT was aan de overkant van de grote plas een succes), was het snel afgelopen. Voor de 1100 was het in 1970 al voorbij, in zijn plaats kwam de GT/J: wel met de 1.9 in het vooronder, maar ontdaan van chroom en met een eenvoudiger interieur. Ter vergelijk: in 1973 kostte de duurste GT 18.000 gulden (incl. automaat), de Corvette 49.000.

Verder lezen?

Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.

Inloggen of Registreren

Lezersreacties (0)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.