Twintig jaar geleden maakten we kennis met de coole Chrysler 300C
Concept van New York Auto Show ongewijzigd in productie
Schaars geklede dames, doorgeladen pistolen, een regen van dollarbiljetten ... De Chrysler 300C heeft het allemaal meegemaakt. In 2003 maakten we kennis met de grote, lompe Amerikaan als concept, die later als productiemodel zou optreden in de ene na de andere hiphopclip. Z’n bad-boy-imago is hij nooit kwijtgeraakt, en met de dikke SRT8-versie kon je heerlijk gummen.
Tien jaar geleden kwam je deze dikke Amerikaan al niet meer zo vaak tegen. En áls je er in 2013 nog eentje zag, was die meestal voorzien van een taxibordje – niet helemaal het lot dat Chrysler met z’n potige bakbeest voor ogen had.
In 2003 kruipen we achter het stuur van de concept-car, die dezelfde naam draagt als het uiteindelijke beestje. Onder z’n stoere jas draaien heel wat onderdeeltjes van Mercedes-Benz: de vijftrapsautomaat, de wielophanging en de stuurinrichting. Het kleinste kloppend hart van de uiteindelijke 300C is een al bepaald niet bescheiden 2,7-liter V6, een trapje hoger staat een 3,5-liter V6. Liefhebbers van wat meer muscle komen aan hun trekken met een 5,7-liter V8 van Hemi, maar vooral de 6,1-liter V8 SRT8 – verkrijgbaar vanaf 2006 – maakt indruk.De zakelijke markt (taxi!) wordt vanaf 2005 bediend met een 3,0-liter zelfontbrander.
300C werd geen verkooptopper
Met een zelfverzekerd uiterlijk, Mercedes-techniek en een diversiteit aan motoren zou je denken dat Chrysler binnen is met z’n nieuwste gigant. Maar een verkooptopper wordt de 300C nooit. In z’n eerste confrontatie in AutoWeek, in 2005, mag-ie z’n tanden zetten in een landgenoot, de Cadillac CTS. Wat rijgedrag betreft bevelen we de Chrysler niet aan, maar z’n relatief gunstige prijskaartje en z’n binnenruimte zorgen ervoor dat hij deze Amerikaanse twist toch wint.
300C Touring bood meer pret dan Audi A6 Avant
Een jaar later halen we een dieselende 300C Touring van stal. Die mag zich bewijzen tegenover de Audi A6 Avant. We verwachten dat de Duitser gehakt zal maken van de ongeraffineerde Yank, maar dat blijkt alleszins mee te vallen. Natuurlijk, de Audi is op alle gebieden verfijnder en is veel beter gebalanceerd, maar als het op pret aankomt, is de 300C de gezaghebber. Het wordt een close finish, maar de bokaal gaat in verband met de verfijning uiteindelijk toch naar Ingolstadt.
SRT-8 tegen een Audi RS4 vanwege de prijs
Een redneck met de uitstraling van een WWF-worstelaar, daar moet natuurlijk mee gegumd worden. We parkeren de 420 pk sterke SRT-8 in 2006 tegenover de Audi RS4. Qua formaat is de snelste 300C meer een conurrent voor de Audi S6/RS6 maar de prijs brengt ons op het idee een treetje lager te gaan in de stal van toen nog Quattro GmbH. Opnieuw blijkt de Duitser de meest geraffineerde van de twee, maar ondanks z’n kleinere formaat is hij ruim 25 mille duurder dan de lompe Amerikaan. Dat ‘lompe’ is in dit geval een compliment. Want waar de Chrysler listig z’n enorme kont kwispelt in een snelle bocht, blijft de Audi braaf stabiel – gaap ... Naast de SRT-8 is de RS4 bijna een saaie auto. De onbehouwen 300C geeft veel meer plezier voor een aardige sloot minder geld. In de zakelijke markt heeft Chryslers slagschip nooit hoge ogen kunnen gooien. Daarvoor was hij gewoon niet geraffineerd genoeg. Maar wie het aandurfde om eens niet met zijn verstand te beslissen, had aan de 300C een geweldige, zeer gewaagde machine.
Uitgelicht aanbod
Lezersreacties (42) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.