BMW 5-serie Touring - Rij-impressie

Een BMW die glooiingen in het wegdek neemt als een authentiek Amerikaans landjacht, dat is even wennen. Oké, het gaat te ver om de nieuwe 5-serie Touring te vergelijken met een zompige Cadillac uit de seventies, maar je begrijpt wat we bedoelen. Dit is met afstand de meest comfortabele BMW die we sinds lange tijd hebben gereden, afgezien van de 7-serie. Dat heeft te maken met de luchtvering die standaard op elke Touring zit en waarmee hij een behoorlijk ander karakter krijgt dan de sedan. De achterasconstructie van de Touring is compacter, zodat er zo veel mogelijk laadruimte overblijft – daar koop je een stationwagon tenslotte voor. Nu ben ik zelf niet vies van een overdosis comfort in een auto, maar ik kan me voorstellen dat het voor BMW-rijders wennen zal zijn. Die verwachten traditiegetrouw een sportieve auto, of op z'n minst een 'dynamische'. Die dynamiek zit er zeker nog wel in, maar de nieuwe Touring schurkt verdacht dicht tegen het comfort van een Mercedes E-klasse aan. Onze testauto is voorzien van Dynamic Damper Control, waardoor we het karakter van de auto nog enigszins kunnen beïnvloeden. Druk de Sport-knop in en de demping is al flink straffer. Zo kun je altijd nog met een gerust hart een bochtig parcours te lijf. Wie meer sportiviteit wenst, raden we het met 10 mm verlaagde en sportiever afgestemde M-Sport-onderstel aan.

Weer een maatje groter
Alle ins en outs van de nieuwe 5-serie zijn de afgelopen maanden de revue al gepasseerd; laten we ons daarom focussen op het enige echt nieuwe onderdeel van deze auto: de bagageruimte. Sinds de eerste Touring, de E34 van begin jaren 90, namen de buiten en binnenmaten bij elke nieuwe generatie toe. Hetzelfde gold voor het laadvermogen. Prettig, maar het betekende ook elke keer gewichtstoename. En dat komt de rijeigenschappen en het verbruik niet ten goede. BMW keert die trend met de G31 – de interne naam voor de nieuwe 5 Touring – door veel aluminium toe te passen, waardoor de auto, afhankelijk van de uitvoering, tot 100 kg lichter is dan zijn voorganger. Zo weegt de achterklep 4,5 kg minder dan voorheen.

Daarover gesproken: die heeft nog steeds een separaat te openen ruitje. De klep zelf is elektrisch bedienbaar, optioneel kan dat ook handsfree door met je voet onder de bumper te bewegen. Je krijgt zo toegang tot een laadruim van maximaal 1.700 liter, 30 liter méér dan in de vorige Touring. Met de rugleuningen rechtop is er 570 liter beschikbaar, een toename van 10 liter. De 'hoedenplank' is oprolbaar en de balk die overblijft, kun je netjes onder de laadvloer opbergen. Het laadvermogen bedraagt 730 kg, dat is een niet geringe 120 kg meer dan bij de F11, het vorige model 5 Touring. Volgens BMW nam de beenruimte op de achterbank met 18 mm toe. De zitting is in elk geval mooi lang. Toch is het achterin nog steeds niet de ruimste in zijn klasse.

Soepel en stil
BMW levert de nieuwe 5 Touring vanaf juni en je hebt in eerste instantie keuze uit twee diesels (520d en 530d) en twee benzinemotoren (530i en 540i). De sterkste versies zijn ook met xDrive leverbaar. Wij reden de 520d met automaat, een heel fijne motorbakcombinatie. De viercilinder levert ruim voldoende trekkracht, is bijzonder stil en de achttrapsautomaat schakelt zeer soepel. De vierwielbesturing werkt prettig, zeker bij manoeuvres op lage snelheid. Hoe de afstemming van het onderstel zónder vierwielbesturing en adaptieve dempers is, kunnen we hopelijk tijdens een test in Nederland uitproberen. Ook zonder die laatstgenoemde optie zal de Touring zich aan de comfortabele kant van het spectrum begeven. Vanaf de zomer komen er meer uitvoeringen beschikbaar, waaronder de basisbenzinemotor, de 520i. Ook de voorlopige topdiesel, de 540d, komt dan. Op het klapstuk, de M550d, moeten we tot het einde van het jaar wachten.