en nog veel meer..
Om te kunnen inloggen op Mijn AutoWeek moet u akkoord gaan met onze privacy voorwaarden.
Uitvoering | Captur TCe 130 Intens |
---|---|
Versnellingen | 6, Handgeschakeld |
Bouwjaar | 2020 |
Jaar van aanschaf | 2020 |
KM-stand laatst | 10.000 km |
Lang geleden had ik een Renault 16 TX, die fenomenaal was en waar ik zo op gesteld was geraakt dat ik er (wat me met geen enkele andere auto ooit is overkomen) regelmatig tegen sprak. Bij de begroeting: ‘Zo jongen, hebben we er weer zin in?’
En ja hoor, vrolijk knorrend bracht hij me als een vliegend tapijt overal waar ik zijn wilde, liet me in glijvlucht zelfs een keer op een Brabantse snelweg Jantje Lammers passeren, voerde me fluweelzacht over Belgische kasseien, de Parijse doolhof in de spits namen we samen probleemloos, en als we op één dag heen en terug moesten ging dat moeiteloos.
Na afloop van een aangename tocht mompelde ik dan: ‘Goed gedaan jochie.’ Hij deinde instemmend op en neer als ik uitstapte en dan streelde ik bij het sluiten van de portieren nog even de verchroomde dakrand, die zo elegant de contouren aangaven van die prachtige auto.
Bovendien zag je in die ’16', dankzij het ‘lichtgetinte’ binnenspiegeltje, zelfs in een katertoestand altijd een zonovergoten versie van jezelf. Ook dat hielp.
Tot z’n laatste snik is hij me trouw gebleven, terwijl, wat had zo’n auto nou aan luxe? Ja, een sublieme vering, formidabele stoelen, en dan ook nog: portieren die automatisch van slot sprongen als je er ééntje met het sleuteltje opende, en twee knopjes waarmee je de ruiten van de voorportieren omhoog en omlaag kon laten gaan, plus een uitstekend verwarming-ventilatiesysteem. En, toch ook prettig, stuurversnelling. Maar dat was het wel zo’n beetje - niet te vergelijken met wat nu onmisbaar wordt geacht. Meer had je eigenlijk niet nodig, vond ik altijd.
Een bonte reeks auto’s van diverse pluimage is op die ’16’ gevolgd, en deze zomer diende zich opnieuw het moment van vervanging aan.
De brandweerrode Mégane-diesel had me acht jaar hondstrouw gediend (op wat kuren met de ‘spuitkanaaltjes’ na) en stond na enkele keren de aardomtrek te hebben afgelegd voor een ingrijpende onderhouds-update. Hoewel de restwaarde van zo’n dieseltje niet hoog is, werd inruilen aantrekkelijk. Wat daarbij niet hielp was dat de hond de dag voor de afspraak onopgemerkt in ‘drek’ had liggen rollen en vrolijk was ingestapt, wat in het interieur een penetrant parfum had achtergelaten, hetgeen de inruilprijs niet gunstig beïnvloedde.
De keuze qua opvolger was in feite niet moeilijk. Mijn grote liefde was en is (het moge duidelijk zijn) die ’16 TX’, en als die nog nieuw werd gebouwd zou ik er onverwijld eentje kopen.
Maar de nieuwe Captur, met z’n stoerder en stukken aantrekkelijker geworden uiterlijk, komt redelijk in de buurt qua praktische bruikbaarheid, en bij recente Renaults zit de schoonheid ook weer wat meer van binnen. Alleen die weergaloze torsiestaafvering van de ’16’ wordt niet geëvenaard, maar het moet gezegd de Captur legt meer dan de directe concurrentie het accent op veercomfort en rijdt boven verwachting prettig: stuurt lekker stevig en direct, de vering is behoorlijk comfortabel, de stoelen zitten fantastisch, de motor is lekker sterk, soepel en fluisterstil.
Een andere auto kopen is anno nu geen sinecure gezien de omvang van de instructieboekjes. Bij Renault heet een ervan ‘Easy Life’ - en hoewel het uiteindelijk enorm bleek mee te vallen en eigenlijk ook wel easy is, zat de schrik er bij het openslaan goed in, en heb ik eigenlijk nog steeds het idee de auto maar gedeeltelijk te kennen. En opeens verrast die me dan weer met nóg weer iets dat mogelijk is. Kijk, van die flauwekul als het knopje waarmee je een bibbertje in het stuur krijgt als je ongewild over de lijnen stuurt, hoeft van mij niet, en hij hoeft ook niet zelfstandig in te parkeren, en of het stuur wel of niet verwarmd kan worden, het zal me worst wezen en ik ga het ook niet uitzoeken.
Maar, in het huidige comforttijdperk, er is toch wel van een legioen aan prettige mogelijkheden gebruik te maken die, ik moet het toegeven, de ’16’ moest ontberen. Alleen al de rode lampjes in de buitenspiegels, die aangeven of er zich iemand in de dode hoek bevindt, zijn een genoegen en die camera’s rondom zijn toch ook prettig.
-------------
Zo, de eerste 10.000 kilometers zijn onder de wielen doorgezoefd en, nagenoeg probleemloos.
Goed, er was direct na de aflevering een probleempje dat het tankklepje niet van slot wilde, wat tamelijk lastig was bij de pomp (bleek aan het bijbehorende motortje te liggen - wist niet dat zoiets bestond. Motortje vervangen en sindsdien gaat het goed).
Daarna was er nog wat raadselachtigheid met de electronica, zoals het advies om banden te controleren en te ‘ initialiseren’ (what the fuck is dat?) Oorzaak bleek een spijkertje in het rubber, dus die melding was terecht.
Sindsdien gaat alles prima-de-luxe. De motor is lekker sterk en doet stil z’n werk (op het brandstofverbruik heb ik eigenlijk nog niet zo gelet, maar met de losse pols gemeten is het behoorlijk zuinig.
Voor het eerst een automaat (na wel ooit in militaire dienst met een jeep-versie van de DAF 66 met variomatic the hebben rondgesjeesd). De automaat in de Captur doet z’n werk net zo vloeiend als die in het DAF-je (en zonder dat geloei van destijds. Toch was het wel even wennen; het is en kwestie van met de voet het gaspedaal netjes te leren doseren, zodat je niet als een pijl uit een boog wegschiet bij een stoplicht. Inmiddels gaat het allemaal net zo soepel als met een handbak, en eigenlijk wel veel makkelijker.
Van binnen hebben de Renault-ontwerpers zich goed van hun taak gekweten. Was het in vroegere modellen vaak toch zo oud-communistisch kleurloos dat je eigenlijk het liefst in het donker reed, nu heeft de auto een zelfs bijna lachende binnenkant. Het scherm is groot, werkt snel, makkelijk, en gelukkig zijn de belangrijkste zaken ook nog met knoppen te bedienen. De binnenruimte is praktisch en met de verschuifbare achterbank op allerlei manieren te benutten.
Kortom, ik ben tevreden.
En wat is gebeurd? Tegen de nieuwe Captur babbel ik inmiddels ook weer monter. Maar nu omdat het zo mogelijk is hem ‘van alles’ te laten doen. Tot een goed gesprek van mens tot auto zijn we nog niet helemaal gekomen, maar het begin is er.
En, hij luistert beter dan de hond...
Geef uw mening over schrijfstijl en bruikbaarheid. Bij tenminste vijf binnengekomen waarderingen zal de gemiddelde beoordeling getoond worden.