Ford Mustang

Amerikanen deinden, dweilden, zwabberden en waggelden. Kortom: ze hadden de wegligging van een rijnaak. Bovendien zagen ze eruit als mobiele wolkenkrabbers. Tótdat Ford in 1964 de Mustang liet debuteren. De vader aller ponycars was een prachtig gelijnde sportauto. Ook de V8 onder de kap sprak daarin trouwens tot de verbeelding, al was hij er ook met een zescilinder in V-vorm. Het eerste prototype van 1962 had trouwens zelfs een V4 in het midden en maar plaats voor twee personen, maar dat idee werd al snel overboord gegooid. De inhoud van de V6 bedraagt 2.786 cc, de V8 kon maximaal met een inhoud van 7.538 cc worden geleverd en was in die hoedanigheid goed voor 360 pk.

In de eerste vier maanden na de onthulling, in april 1964, werden niet minder dan 100.000 Mustangs verkocht. Een nog altijd ongeëvenaard record. Nou mocht dat ook wel, want Ford spendeerde in diezelfde tijd tien miljoen dollar aan reclame, en ook dat was een ongehoord cijfer in 1964. De Mustang zelf was niettemin betaalbaar met een basisprijs van 2.368 dollar, al werd er gemiddeld voor 1.000 dollar aan extra’s besteld! De latere fastback (sinds 1965) was misschien nog wel fraaier dan de gewone coupé en convertible. Deze vergaarde ook roem nadat Steve McQueen er eentje door de straten van San Fransisco jaagde in de filmklassieker Bullit. Op het circuit deed de Mustang ook van zich spreken. Daar waren het vooral de door Caroll Shelby opgevoerde exemplaren die prijzen in de wacht sleepten. In totaal werden er ruim 2 miljoen Mustangs van dit type gebouwd, de laatste in 1968.