Saab 99

Saab introduceert in november 1967 het eerste echte nieuwe model sinds de 96: de 99. De 99, met zijn kenmerkende uiterlijk, beschikt over voorwielaandrijving, een diagonaal gescheiden remsysteem met handrem op de voorwielen (!), schijfremmen voor en achter en een veiligheidsstuurkolom die bij een crash van de bestuurder af beweegt.

Het tweedeurs model betekent op motorengebied een revolutie bij Saab; in plaats van met de oude vertrouwde tweetakt kwam de 99 met een geheel nieuwe, door Leyland (Triumph) ontwikkelde viertakt met bovenliggende nokkenas van 1.709 cc en 80 pk. Saab ging voor deze motor niet over één nacht ijs: vanaf 1960 experimenteerde men met nieuwe tweetakts en werd zelfs een Wankelmotor overwogen. In 1962 viel de beslissing voor een geheel nieuwe motor van Triumph, waarmee de Zweden sinds 1965 uitvoerig testten.

De nul-serie van de 99 begint pas in 1968; vanaf eind 1968 is de auto daadwerkelijk te koop. In de jaren daarna wordt het motorenaanbod uitgebreid, vanaf 1970 komt ook een vierdeurs 99 ter beschikking (de eerste Saab met vier portieren!). Modeljaar 1974 brengt de 99 Combi Coupé, die een verlengde achterzijde met grote achterklep heeft. In 1977 komt de spectaculaire Turbo op de markt, die van de robuuste Zweed in één klap een sportieve wagen maakt.

In 1983 ondergaat de 99 een facelift die grotere bumpers en een gewijzigd front met zich meebrengt. Zo blijft de 99 in productie tot hij in 1985 wordt afgelost door de 90. Dat is in feite niets meer dan een 99 met de achtersectie van de 900 sedan. Er zijn dan in totaal 588.643 exemplaren gebouwd van de 99. De 90 houdt het naast 900 en 9000 vol tot 1987. Een directe opvolger is er niet gekomen.