Wisselkenteken? Goed idee!
In Duitsland beginnen ze in juli met het wisselkenteken. Daarmee kunnen de Duitsers één kenteken gebruiken voor verschillende voertuigen. Ze mogen het naar hartenlust plakken op auto's, campers of een motorfiets. Wie er gebruik van wil maken, betaalt eenmalig 65 euro. Voor een extra setje nummerplaten komt daar nog eens 40 euro bij.
Wat mij betreft mogen ze daar in Nederland morgen al mee beginnen. Met het voorjaar in de lucht, begin het weer te kriebelen om mijn oude Alfaatje weer tevoorschijn te halen. Met bouwjaar 1992, gaat het nog wel even duren voordat die wegenbelastingvrij wordt. Ik betaal dus het volle pond, voor een paar duizend pretkilometers per jaar. Een paar maanden schorsen kan niet, want de kosten die je dan maakt, wegen niet tegen de uitgespaarde wegenbelasting op. Ik zou dus dolgraag zo'n wisselkenteken hebben, waarbij je bijvoorbeeld voor de duurste auto de wegenbelasting betaalt en voor het tweede voertuig niets.
Ook voor bezitters van campers kan een wisselkenteken winst betekenen. Als je die woonwagen gebruikt, zet je je reguliere auto in de stalling en plaats je de kentekens over. Kleine kans dat die ooit beide tegelijk op de weg rijden. Overigens betalen gebruikers van zo'n camper op het moment slechts het kwarttarief van de wegenbelasting. Waarom kan dat niet voor mijn semi-klassieker?
Ik geef je op een briefje dat het in Nederland nooit zo ver komt. Leuker kan de Belastingdienst het niet maken, en gemakkelijker liever ook niet. Helemaal als het geld gaat kosten. En stel je eens voor dat het rekeningrijden er komt en het kentekenparkeren op basis van CO2-uitstoot? Dan kun je met zo'n wisselkenteken natuurlijk helemaal niks meer. Jammer hoor…

Nic De Boer
Autojournalist
Al van jongs af aan ben ik autogek en verslind ik autoblaadjes. Ik wist dus ook al vroeg wat ik wilde worden: het werken bij een titel als AutoWeek lag voor de hand. Mijn eerste klus bij AutoWeek was het bemensen van de nieuwsdesk. Saillant detail: het allereerste bericht dat ik ooit schreef, was de aankondiging van de prijzen van de CityRover – een auto die achteraf nooit is gekomen. Toch was het helemaal in mijn straatje want ik heb een voorkeur voor auto’s die buiten het normale vallen en een bijzonder verhaal hebben. Sinds enige jaren ben ik occasionredacteur en werp ik mijn op als Beschermheer van de Roestplek. Moderne auto’s vind ik weldegelijk interessant maar een auto die al een tijdje ‘geleefd’ heeft, zegt me een stuk meer. Mijn eerste auto was een Citroën ID19B uit 1969. De nieuwste auto die ik ooit kocht, is uit 2002 en de kans is maar heel klein dat ik ooit een auto van later datum aanschaf.