Weblog Bas - Stekkeren in Frankrijk

Weblog Bas - Stekkeren in Frankrijk

Ik was nog wel zo optimistisch toen ik inpakte voor de eerste Frankrijkreis in jaren. Daarom besloot ik een dag voor vertrek de Volvo thuis te laten. Waarom niet gewoon de i3 gepakt? Duitsland hadden het Bimmertje en ik ook overleefd. In de voormalige DDR met iets meer moeite, maar ernstige laadproblemen bleven BMW en eigenaar bespaard. Bovendien kunnen wij als rasavonturiers een stootje hebben. En je wilt het gewoon een keer gedaan hebben, 3.000 kilometer vakantie met maximaal 300 kilometer actieradius per lading.

Gelukkig weet ik bij vertrek niet wat me aan gedonder wacht, anders had ik ter plekke de 850 ingeladen. Het begint al met de harde wind, die de hele dag recht op het BMW-frontje blijft inbeuken. De zomer is een voorprogramma van de herfst en het verbruik stijgt navenant. Na 170 kilometer lijkt een rondje bijladen me raadzaam. Gelukkig ben ik nog in Nederland, waar stekkerrijders zelden in de knel komen. Door naar de Belgische Ardennen, waar ik een hotel met laadpunt heb gereserveerd. Dat doet het alleen niet. Mijn BMW-pasje blijkt niet te werken. Van omstanders hoor ik dat de twee wallboxen in de hotelgarage het al dagenlang vertikken. Teleurgesteld maak ik plaats voor een BMW iX die het toch nog wil proberen. Die maakt met godbetert hetzelfde type laadpas wel contact en neemt vervolgens niet de moeite me een laatste poging toe te staan. Helaas kan ik moeilijk BMW-tuig roepen, want dat ben ik zelf ook. Gelukkig is er een alternatief, zij het vier kilometer verderop. Daar zijn volgens de BMW-app twee laadpunten beschikbaar. Aan de slag, voor het te laat is! Nu brengen is volgende ochtend ophalen. Hebben we meteen een wandelingetje na een dag rijden, en wat zijn vier kilometers helemaal voor iemand die er elke dag tenminste tien loopt. Dat valt vies tegen. Bouillon, waar ik logeer, ligt in heuvelachtig gebied en de wandeling op en neer is een taaie gang langs een voor voetgangers levensgevaarlijke weg waar alle Belgen ook in haarspeldbochten tachtig blijven rijden. Verder begint het zowel na het wegbrengen als bij het ophalen hevig te regenen, wat het de rest van de week zal blijven doen. Maar de accu staat de volgende ochtend mooi op 100 procent in een gebied dat een Belgische collega later als ‘laadwoestijn’ zal betitelen. Het geeft een warm gevoel zo door het oog van de naald te zijn gekropen.

Op naar Frankrijk. Daar verbetert de situatie op de snelweg haast onmiddellijk. Op de Péage zijn bijna alle tankstations voorzien van snelladers. Opgelucht haal ik adem. De stemming slaat om als ik wegens een omleiding de snelweg moet verlaten en via B-wegen naar mijn bestemming word geleid. Nog 88 kilometer range voor meer dan 100 kilometer rijden, en op de landkaart van de BMW in geen velden of wegen een icoontje met een stekker. Nabij Troyes vinden we bij toeval een Leclerc met laadpunten. Wel langzame, zodat we uit arren moede maar heel langzaam boodschappen gaan doen. Anderzijds: Over het vakantieadres hoef ik me geen zorgen te maken. Op nog geen drie kilometer van het vakantiehuis staat, in een dorp van niks, een laadpaal. Allemaal keurig uitgezocht natuurlijk. Er is één probleem; hij werkt alleen de eerste keer. Daarna is hij defect, en dan wordt een strakke planning toch weer noodzaak. Met de 300 kilometer actieradius van de volledig bijgeladen BMW komen we de eerste dagen in de regio wel door, maar wat als we daarna naar het 140 kilometer verderop gelegen Dijon willen en onderweg bij een defecte laadpaal stranden? Dan vette pech.

Die ellende blijft ons bespaard, en in Dijon vinden we na enig zoeken toch een werkend laadpunt dat het, anders dan veel andere, tot het einde uitzingt. Intussen hebben we ontdekt dat in Clamecy, twaalf kilometer van ons huis, tegenover het treinstation ook een laadpaal staat. Die doet het, waarna we de tijd kunnen doden met lunchen en de aankoop van de beste quiches die ik ooit heb gegeten. Ik ben dankzij de BMW echt kilo’s aangekomen.

Na een week begint iets door te dringen. Alle laadpalen in de wijde omtrek, en het zijn er meer dan ik dacht, zijn vrij. Dat is enerzijds omdat dit achterland geen doorgangsroute is voor Hollands Model 3-toerisme richting Mediterranée, anderzijds omdat de locals ze niet nodig hebben. Het Franse achterland loopt leeg en geen mens rijdt elektrisch. Bijna alle auto’s zijn belegen tot stokoud. Op de dorpspleinen hoor je de diesels pruttelen zoals veertig jaar geleden. Het enige verschil met toen is dat de Fransen van merk switchten. Waar ze vroeger Renaults, Peugeots en Citroëns reden, kopen ze nu Dacia’s. Kale Dacia’s in de goedkoopste kleur, dus witte. Mensen hebben hier gewoon geen cent te makken. Je koopt in dit gebied een huis voor de prijs van een BMW iX. De energietransitie, hier? Geen schijn van kans.

Zal ik nog iets over de terugweg zeggen? Oké, dat mijn pas niet werkte bij de Shell Recharge langs de A26, en dat ik de BMW na een succesvolle betaalroute per creditcard niet meer ontkoppeld kreeg. Of dat we na lang zoeken in de buurt van Charleville-Mézieres voor een vermogen konden snelladen. Ik moet ook niet zeuren, eigen schuld - de i3 is een stadsauto. Volgende keer graag een Model 3 of BMW i4. Maar het Frankrijk van het achterland heeft wat betreft elektrificatie nog een lange weg te gaan.

Dat is best schrikken. Want heel Europa moet er van de EU toch aan geloven. Dan denk je aan de Franse banlieues, aan het straatarme Zuid-Italië, aan Portugal en Spanje. Daar is de tweede wereld van gewone hardwerkende mensen met salarissen van niks een onveranderlijk gegeven. Daar zijn en blijven mensen arm, want er is niets te doen. Dus blijven ze hun kale witte Logans met stalen velgen trouw totdat ze van ellende uit elkaar vallen. En dat is veel zorgelijker dan mijn geworstel met het Franse netwerk. Ik kwam wel weer thuis.

Lezersreacties (369)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.