Update: Rover 800
Bij de aanschaf van de gouden Rover werd gemeld dat ik van de airco niet veel hoefde te verwachten. En inderdaad, op warme dagen is de lucht uit de ventilatieroosters net zo warme als de buitenlucht. Het is uiteindelijk gewoon een auto van 24 jaar oud, dus je moet het maar nemen zoals het komt. Tijdens de hittegolven van afgelopen zomer heb ik dan ook heerlijk met open schuifdak gereden. Niks aan de hand. Mij hoor je niet klagen. Alleen … ik ben niet helemaal representatief voor de rest van de familie Kit. Op het voorstel om de auto mee te nemen naar Italië, twee weken vakantie in Toscane, kreeg ik kort en bondig commentaar terug: "Weet je wel hoe warm het daar is!?"
Maar goed, zomaar opgeven is geen optie. Uit nieuwsgierigheid naar de staat van het airco-systeem (na 24 jaar waarschijnlijk erg brak en broos) heb ik de lokale garagist gevraagd er 'ns naar te kijken. En bewust niet gevraagd het dan ook in orde te maken, een nieuwe verdamper kost exclusief montage namelijk al snel 800 euro en waarschijnlijk is dat dan niet het enige pijnpunt. Het blijkt allemaal mee te vallen, het is nog niet hopeloos. Oké, er zat nog maar 20 gram koudemiddel in het systeem in plaats van de benodigde 650 gram, geen wonder dat er geen koude lucht uit de ventilatieroosters komt. O, en na de boel afgeperst te hebben, blijkt het systeem de druk gewoon vast te houden. Van lekkage is geen enkele sprake. Wel maakt de compressor veel herrie wanneer de airco ingeschakeld wordt. Het kan terminaal zijn, maar hij kan het ook zomaar nog heel lang volhouden. Niemand die er een zinnig woord over kan zeggen. Ik durf het aan en laat het systeem afvullen met verse R134a. De hele reis door Italië woei er door de ventilatieroosters een frisse poolwind, nou ja behalve dan wanneer het schuifdak toch even open mocht.

Cornelis Kit
Autojournalist
Cornelis Kit (1971) behaalde in 1996 z’n diploma aan de HTS Autotechniek na het met succes afronden van een afstudeerproject bij NedCar in Born. Na z’n studie kwam hij al snel in de journalistiek terecht. Sinds 1999 is hij full-time autojournalist. Naast de praktische inzetbaarheid van auto’s gaat z’n aandacht vooral uit naar nieuwe technologieën en in het bijzonder naar alternatieve aandrijving. Brandstofcellen, hybride aandrijflijnen, eind vorige eeuw reed hij al met prototypes en nog steeds volgt hij de ontwikkelingen kritisch, sinds 2004 voor de tijdschriften AutoWeek en GTO. Misschien tegenstrijdig, maar z’n warme belangstelling hebben ook klassieke auto’s (veel ‘moderne’ techniek stamt vaak al uit vervlogen tijden) en de autosport (met name de techniek om zoveel mogelijk prestaties uit een druppel brandstof te halen, in wezen hetzelfde wat gebeurt bij het zuiniger maken van auto’s).