Update: Rover 800
Bij een auto op leeftijd sta je soms voor raadsels. Een voorbeeld van zo'n raadsel is het oliepeil in de versnellingsbak. Ik vertelde laatst al dat er bij het aftappen meer olie uit liep dan er via de vulopening in zou kunnen. Meteen na het verwijderen van de aan de zijkant van de bak geplaatste vulopening stroomde er al bijna een halve liter olie naar buiten, nog voordat ik de aftapplug überhaupt aangeraakt had. Maar hoe krijg je er bijna een halve liter meer in? En vooral ook: waarom zou je meer olie in de bak willen hebben? Vraagtekens, vraagtekens, vraagtekens.
Waarschijnlijk is de bak bij een vorige eigenaar aan de bovenkant gevuld via de ontluchtingsopening of via de aansluiting van de kilometertellerkabel. Het is iets meer werk dan via het reguliere gat, maar het is te doen. Na het vervangen van de stofhoezen en het terugplaatsen van de aandrijfas besloot ik me vooralsnog aan het fabrieksvoorschrift te houden en de bak te vullen via de reguliere vulopening aan de zijkant van de bak, met de standaard voorgeschreven hoeveelheid olie.
Een hoger oliepeil zorgt dat de onderdelen die niet direct in de olie zwemmen eerder (en beter) gesmeerd worden dan bij een lager oliepeil. Kortom, het kost iets meer geld (want meer olie) maar het zou eventuele slijtage kunnen verminderen. Dat is niet alleen de conclusie die ik trek in gesprek met een lokale garagist, het is ook wat naar voren komt bij lotgenoten van de Facebook-zelfhulpgroep. Baat het niet, dan schaadt het niet. Zodoende sta ik na nog geen 200 kilometer weer bij Doe-het-zelf-garage De Brug om de bak via de ontluchtingsopening af te toppen. Wat opvalt is dat nu rond de opening waar de aandrijfas de bak in gaat een vochtige plek zit en de schakelstangen richting pook zijn ook een beetje vettig. Een prima antiroestbehandeling, al heb ik er niet echt een goed gevoel bij. Verdacht. Is er lekkage? Voor ik de extra olie aan de bak toevoeg wil ik nu eerst weten hoeveel er eigenlijk nog in zit. Onderbuikgevoel. Na, aftappen blijkt dat iets meer dan een kopje te zijn. Ai! Er is bijna twee en een halve liter verdwenen. Weg. Zoek. Kwijt.
Gelukkig zijn er sinds het verversen van de olie niet veel kilometers gemaakt. Maar de grote vraag is nu: "Hoe is de olie verdwenen?" Zowel de vul- als aftapplug zaten met het voorgeschreven aanhaalmoment vast en zijn nog helemaal droog. En bij het terugplaatsen van de aandrijfas met de nieuwe stofhoezen 200 km eerder hoorde en voelde ik duidelijk een klik, ten teken dat de as op z'n plek zit tegen de keerring. Zou de keerring beschadigd zijn? Je zal toch maar stranden omdat zo'n ring van een paar euro er geen zin meer in heeft…
Voor controle maak ik de wielophanging los om de aandrijfas uit de bak te kunnen trekken en de keerring te inspecteren. Die keerring is nog helemaal in orde, niks mis mee. Alleen op het moment dat ik de as uit de bak trek hoor ik nu geen klik. Da's eigenlijk wel raar. Waarschijnlijk is na het vervangen van de stoefhoezen de as weer iets uit de bak gekomen op het moment dat het andere eind van de as in wielnaaf werd gestoken. Iets anders kan ik niet verzinnen. Na alles schoon gemaakt te hebben en waar nodig voorzien van nieuwe ringetjes gaat de as weer terug in de bak (ik hoor en voel duidelijk een klik) en vul ik de bak volgens voorschrift. Het extra aftoppen van de bak laat ik maar even voor wat het is. Na een proefrit van een half uur is de bak nog steeds droog en bij controle een dag (en een paar honderd kilometer) later is het oliepeil in de bak nog steeds op niveau. Het kan bijna niet anders dan dat de as bij het vervangen van de hoezen toch iets uit de bak is gekomen. Maar goed, inmiddels zijn we en paar duizend kilometer en een vakantie door de Alpen, Dolomieten en Apennijnen verder en zit de olie nog steeds keurig waar die hoort. Eind goed, al goed.

Cornelis Kit
Autojournalist
Cornelis Kit (1971) behaalde in 1996 z’n diploma aan de HTS Autotechniek na het met succes afronden van een afstudeerproject bij NedCar in Born. Na z’n studie kwam hij al snel in de journalistiek terecht. Sinds 1999 is hij full-time autojournalist. Naast de praktische inzetbaarheid van auto’s gaat z’n aandacht vooral uit naar nieuwe technologieën en in het bijzonder naar alternatieve aandrijving. Brandstofcellen, hybride aandrijflijnen, eind vorige eeuw reed hij al met prototypes en nog steeds volgt hij de ontwikkelingen kritisch, sinds 2004 voor de tijdschriften AutoWeek en GTO. Misschien tegenstrijdig, maar z’n warme belangstelling hebben ook klassieke auto’s (veel ‘moderne’ techniek stamt vaak al uit vervlogen tijden) en de autosport (met name de techniek om zoveel mogelijk prestaties uit een druppel brandstof te halen, in wezen hetzelfde wat gebeurt bij het zuiniger maken van auto’s).