Shell helpt
Een wedstrijd met door zonne-energie aangedreven voertuigen vanuit Australië verslaan is één ding. Er zien te komen is heel wat anders.
Ruim twaalf uur doet de 747 van Qantas er over om naar overstapplaats Singapore te vliegen, twaalf uur waarin er op een kleine, ja zeg maar gerust té kleine ruimte, veel gebeurt. Stewardessen lopen af en aan met eten en drinken, het videoschermpje geeft om de twee uur de keuze uit een tiental films en ondertussen moet ik met degene die voor me zit in conclaaf omdat hij denkt dat hij alleen horizontaal kan slapen, terwijl het voor de benen van een twee meter lange journalist beter is wanneer die hij dat gewoon doet met z'n rugleuning rechtop.
Een beetje brak, niet eens van de drank, stap ik in Singapore uit en word ik veertien(!) uur lang (Darwin, waar de wedstrijd start, is waarschijnlijk niet populair genoeg voor regelmatigere verbindingen) bedolven onder een warme klamme deken, de luchtvochtigheid is enorm. Om de tijd te doden laat ik me als een zombie (want natuurlijk niet geslapen in het vliegtuig en het tijdsverschil is zes uur) door een bus langs alle high lights ('t zijn er gelukkig niet te veel) van het dwergstaatje voeren. Na nog 'ns vier en een half uur vliegen beland ik in Darwin. Snel met de taxi naar een slaapplaats en dan... blijkt de ijskast, net als m'n maag, helemaal leeg. Het is inmiddels vijf uur in de ochtend en Australië lijkt uitgestorven. Maar er gloort licht in de duisternis, letterlijk en wel in de vorm van een gele schelp. Iets verderop, langs de Stuart Highway maar toch nog binnen de bebouwing, staat een tankstation, 24 uur open en naar blijkt uitgerust met een aardig gevulde koelvitrine. Zelden heeft een broodje met ondefinieerbaar beleg (zou het kangoeroe geweest zijn?) zo lekker gesmaakt. Een beetje ranzig maar met een goed gevulde maag kan ik nog net een paar uur slaap pakken.

Cornelis Kit
Autojournalist
Cornelis Kit (1971) behaalde in 1996 z’n diploma aan de HTS Autotechniek na het met succes afronden van een afstudeerproject bij NedCar in Born. Na z’n studie kwam hij al snel in de journalistiek terecht. Sinds 1999 is hij full-time autojournalist. Naast de praktische inzetbaarheid van auto’s gaat z’n aandacht vooral uit naar nieuwe technologieën en in het bijzonder naar alternatieve aandrijving. Brandstofcellen, hybride aandrijflijnen, eind vorige eeuw reed hij al met prototypes en nog steeds volgt hij de ontwikkelingen kritisch, sinds 2004 voor de tijdschriften AutoWeek en GTO. Misschien tegenstrijdig, maar z’n warme belangstelling hebben ook klassieke auto’s (veel ‘moderne’ techniek stamt vaak al uit vervlogen tijden) en de autosport (met name de techniek om zoveel mogelijk prestaties uit een druppel brandstof te halen, in wezen hetzelfde wat gebeurt bij het zuiniger maken van auto’s).