My own Buick

Michiels Buick
Wellicht is het u opgevallen dat er de afgelopen drie maanden weinig pennenvruchten van mijn hand op de website of in AutoWeek hebben gestaan. De reden: ik was al die tijd on the road in Amerika, op een soort 'mini-sabbatical'. Al een jaar of twaalf spookte dit idee in mijn achterhoofd rond en dit jaar is het er eindelijk van gekomen.
Een auto huren vond ik te makkelijk en niet in het plaatje passen – en zou me bovendien een rib uit m'n lijf kosten voor zo'n lange periode – en dus moest en zou ik een eigen auto hebben voor de trip. Een Amerikaan, uiteraard. Op goed geluk reisde ik begin april af naar Chicago, waar ik terecht kon bij een vriendin van een vriend. Haar adres kon ik gebruiken om de auto op te registreren. En hoe moeilijk kan het zijn om een auto te kopen? Niet zo moeilijk, aanbod genoeg op Clark Street, een eindeloze straat met ontelbaar veel autohandelaren, de ene nog schimmiger dan de andere. Het mocht natuurlijk niet teveel kosten, 2.000 dollar was mijn limiet. En eigenlijk wilde ik voor dat geld een dikke V8 hebben, ik had m'n zinnen gezet op een Lincoln Mark VII, zo eentje met de contouren van het reservewiel in de achterklep. Bleek niet te vinden. Ik heb zeker tien proefritten gemaakt, variërend van semi-brakke Lincolns Town Car en Chevrolets Caprice tot Cadillacs Seville en Oldsmobiles Ninety-Eight met nét iets te gevaarlijke kilometerstanden of onheilspellende witte rook uit de pijp.
Allemaal leuk en aardig, maar een béétje betrouwbaarheid was toch wel gewenst, aangezien ik van plan was het halve land door te tuffen, een mijltje of 10.000. Ik kwam er na een paar dagen achter dat iets meer geld investeren me een aanzienlijk betere kar zou opleveren. En van het V8-idee ben ik ook maar afgestapt; de benzine is in Amerika vandaag de dag ook niet meer te geef (2,70 tot 3,70 dollar per gallon). Om een lang verhaal kort te maken: het werd een bordeauxrode Buick LeSabre uit 1994. Een Limited, dus mét houtinleg, rood stoffen meubilair, een puike geluidsinstallatie en uiteraard alles elektrisch. Nee, geen V8 maar een 3,8-liter V6 met 170 pk met een respectabele 160.000 mijl achter de kiezen. Beetje een ouwe lullenbak maar dat kon me niet zo veel schelen. Voor 2.400 dollar stond Ben Franklin Motors de Buick aan me af. En de LeSabre ontpopte zich als een geweldige reisgenoot; supercomfortabel, stil en nog best vlot ook. Cruise control erop en gáán. Onderweg alleen een kapotte waterpomp gescoord, die we met spontane assistentie van een behulpzame local hebben vervangen.
Uiteindelijk heb ik 'm voor 1.200 dollar verkocht in San Francisco. Da's de helft van de aanschafprijs, ja. Maar goed, het was aan een particulier en de rechterkoplamp was inmiddels aan gruzelementen, de airco kapot en er stonden flink wat extra mijlen op de teller. Maar eigenlijk was ik al lang blij dat ik een koper had gevonden, want mijn tijd in de VS zat erop en ik moest de auto kwijt. Feitelijk heb ik dus voor 1.200 dollar tien weken in m'n eigen auto rondgereden en dat is toch eigenlijk geen geld!

Lezersreacties (10)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.