Een jaar Lexus SC430

Lexus SC430 Jan Lemkes weblog
Lexus SC430 Jan Lemkes weblogLexus SC430 Jan Lemkes weblogLexus SC430 Jan Lemkes weblogLexus SC430 Jan Lemkes weblogLexus SC430 Jan Lemkes weblogLexus SC430 Jan Lemkes weblogLexus SC430 Jan Lemkes weblog

Een jaar geleden haalde ik mijn Lexus SC430 op uit het Duitse Vechta. Daarmee heeft de auto m'n Rover 75 officieel ingehaald, want die auto ging na exact 365 dagen alweer weg. Nu wissel ik wel vaker sneller dan gebruikelijk (het is een ziekte) maar de SC zou het bestaande record, dat met 2,5 jaar in bezit is van een Subaru Impreza Plus uit 1995, zomaar eens kunnen verbreken.

Zelfs na weken in veel nieuwere en duurdere testauto's blijft het namelijk heerlijk om in de über-Japanner te rijden. In deze topzomer speelt het open dak daarin natuurlijk een grote rol, maar er zijn meer factoren die de genotsfactor op weten te drijven. De belangrijkste daarvan is toch die V8. Het is een cliché, maar in een tijd waarin zelfs een duurtest-XC60 ter waarde van €90.000 een viercilinder turbomotor onder de kap heeft, is een soepele, overdadige achtcilinder een zeldzaam genoegen. Natuurlijk is zo'n moderne 2.0 met ruim 250 pk meer dan krachtig genoeg, maar die vermogensreserve blijft bij zo'n modern blok vrijwel volledig onder de pet als er normaal wordt gereden. De Lexus is het tegenovergestelde en herinnert je er bij iedere meter aan dat er ruim voldoende vermogen en koppel voorhanden is. Tijdens normaal optrekken valt de auto nog net niet in slaap en is die 4.3 door z'n rustgevende karakter de belangrijkste luxevoorziening.

Natuurlijk is er naar tegelijkertijd genoeg aan te merken op de aandrijflijn. Met name de automaat valt door de mand en was ook in 2002 al niet het scherpste mes in de lade. Een stevige trap op het gaspedaal resulteert aanvankelijk in een periode waarin de auto de gegeven input nog eens rustig overweegt, waarna de bak met enige tegenzin reageert en een beschaafde, maar toch indrukwekkende krachtsexplosie volgt. Samen met het feitelijk ontbreken van een mogelijkheid om met de hand te schakelen zorgt dat ervoor dat iedere vorm van sportiviteit resoluut naar de achtergrond wordt verdreven.

Wat dan weer wel in positieve zin opvalt, is het verbruik. Om die 2.0T nog maar eens aan te halen: als ik een beetje mijn best doe, kom ik met de Lexus verder op een liter. Op het filerijke woon-werktraject ben ik blij met 1 op 8,5, maar tijdens een lange vakantierit bleek het zelfs tamelijk eenvoudig om rond de 1 op 11 uit te komen. Die rit voerde uiteindelijk naar Napels, via onder meer Venetië en Rome. Door de vaak nogal slechte Zuid-Italiaanse wegen heb ik op bepaalde trajecten meer van het wegdek dan van de omgeving gezien, maar toch was het rondritje van 5.000 km van begin tot einde genieten. Hoogtepunt? De route langs de Amalfikust. De snelheid ligt hier door de vele toeristen (schuldig!) en bijbehorende touringcars belachelijk laag, maar dat is volkomen irrelevant als je met het dak netjes opgevouwen en een zacht murmelende achtpitter als permanent aanwezige achtergrondmuziek langs de felblauwe zee rolt.

Wel is het zaak de pastasaus verre van kleding te houden, want dankzij datzelfde dak kan er wat minder mee dan anders. Hoe Lexus het voor elkaar heeft gekregen weet ik niet, maar achter de twee forse panelen in de kofferbak is in deze auto van GS-formaat nog slechts ruimte voor twee kleine weekendtassen. De tweede bagageruimte, die met z'n gordels en hoofdsteunen een heldhaftige poging doet als een achterbank te ogen maar als zodanig volstrekt onbruikbaar is, vormt een welkome aanvulling.

En het onderhoud? Tja. Er zijn geen dingen stuk gegaan en ik heb er het volste vertrouwen in dat de auto start als de sleutel wordt omgedraaid, maar dat betekent natuurlijk niet dat een complex geval als dit bij 3,5 ton op de klok geen investeringen behoeft. In het afgelopen jaar zijn een aantal draagarmen, vier banden, vier veren, de multiriem en de distributieriem vervangen, waarbij laatstgenoemde uiteraard de grootste schokgolf in de portemonnee teweegbracht. Gelukkig kan-ie er nu weer 1,5 ton tegenaan. Nu die operatie achter de rug is staat een compleet nieuwe uitlaat bovenaan de to-do-lijst. Het originele exemplaar is dankzij vele eerdere reparaties en een grote hoeveelheid roest niet meer te redden, dus er is grof geschut nodig om de lekkage op te lossen. Daarmee komt hopelijk een einde aan het permanent brandende motorlampje, maar de uitlaat moet ook het gebied van geluid voordelen bieden. Binnenkort meer!

Lezersreacties (47)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.