Wegverlichting - Reportage

Nieuw licht op beter zicht

Lege snelweg
AutoWeek 2 2021
AutoWeek 2 2021

Je leest het in AutoWeek 2 2021

In deze donkere wintermaanden spelen dreigingen als slecht zicht en verblinding een belangrijke rol in het verkeer. Een mooi moment om de problemen en mogelijke oplossingen naast elkaar te zetten. Zo valt er verrassend veel te vertellen over de ontwikkeling van wegverlichting.

Het zal weinig automobilisten zijn ontgaan dat de verlichting van de wegen de afgelopen jaren een ontwikkeling heeft doorgemaakt. Niet alleen op de snelwegen, maar ook in steden. Zoals in Amsterdam, dat momenteel tienduizenden straatlantaarns naar ledverlichting ombouwt. Ons land is internationaal gezien aardig vooruitstrevend op dit gebied. Tien jaar geleden had Rijkswaterstaat zelfs een primeur met de eerste autosnelweg ter wereld met ledverlichting. Het begon met zeven kilometer op de A44, maar inmiddels is de techniek steeds verder uitgerold en wordt op dit moment bijvoorbeeld een sectie van de A28 omgebouwd naar een ‘smart lighting system’. De voordelen zijn zeer groot, meldt Rijkswaterstaat. “De nieuwe verlichting verbruikt zo’n 30 procent minder energie en heeft een aanzienlijk langere levensduur. De oude lampen gingen vier jaar mee, maar ledverlichting heeft een levensverwachting van ruim 20 jaar.”

Het verhaal gaat verder, want Rijkswaterstaat kan die smart-lampen v anuit de verkeerscentrale aansturen. Bijvoorbeeld om ze ’s nachts te dimmen. En bij calamiteiten kan de intensiteit van het licht juist worden opgeschroefd. We zullen dat op de weg op verschillende manieren gaan merken. Of misschien moet je zeggen: juist niet. Er is immers enorm veel minder onderhoud nodig en dat scheelt flink in de bijbehorende verkeershinder. Daar komt bij dat die nieuwste generatie lampen ‘terugpraat’ en bijvoorbeeld kan aangeven wanneer er een defect is. Dat scheelt een heleboel inspectierondjes door het land.

GELIJKMATIGER LICHT

De ontwikkeling van klassieke straatlantaarns naar energiezuinige ledlampen heeft nog meer grote voordelen. Bij Rijkswaterstaat noteren we: “Ledverlichting geeft een wit, helder licht en dat geeft meer contrast, waardoor de weggebruiker een beter zicht heeft. De verkeersveiligheid wordt daardoor verbeterd. Daarnaast kun je ledverlichting preciezer op de weg richten en is de hoeveelheid licht beter in te stellen.

Het resultaat is een gelijkmatigere lichtverdeling en meer licht op de weg. Ook de kleurwaarneming wordt met wit licht verbeterd in vergelijking met de conventionele, gele hogedruknatriumlampen.” Die geven ook een meer pulserend, of zoals Rijkswaterstaat het noemt, flikkerend effect op je dashboard, omdat je van lichtkegel naar lichtkegel rijdt. Door het scherper afgebakende en gelijkmatiger ‘lichtlint’ op de weg is er bovendien minder strooilicht en dat is op zijn beurt prettig met het oog op de natuur en horizonvervuiling. Verder is er sprake van een fikse energiewinst. Uiteraard kost de transitie een paar centen, maar die kosten, meldt Rijkswaterstaat, worden in een jaar of tien terugverdiend.

Als gezegd biedt ledverlichting boven de weg mogelijkheden voor smart-licht. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een regelsysteem dat de hoeveelheid licht boven de weg afstemt op de verkeersdrukte en andere omstandig heden. In de spitsuren is er meer licht; als het rustig wordt, dimmen de ledlampen automatisch. Dat komt de veiligheid ten goede en helpt ook om de CO2emissie te reduceren. Ter illustratie: dat eerste stukje A44 van zeven kilometer bespaart met led verlichting op jaarbasis 180.000 kWh energie, wat vergelijkbaar is met het jaarverbruik van 50 huishoudens. Nederland heeft rond de 140 duizend kilometer aan wegen, niet allemaal verlicht natuurlijk, maar daarvan is alleen al 3.000 kilo meter rijksweg.

De tijd staat niet stil en dat betekent dat er maatwerk oplossingen worden toegepast met onder meer een verrassende aanpassing die de natuur tegemoetkomt. Negen jaar geleden zijn bij een ecoduct over de A74 voor het eerst ‘Bat-lampen’ toegepast. Dat zijn leds met een gelig licht ten bate van vleermuizen. Niet zo vreemd, want ons land telt duizenden locaties met (strikt beschermde) soorten van deze nachtdieren.

Specialisten verwachten dat plaatselijk aangepast verlichting een heel normaal verschijnsel gaat worden. Het effect komt niet alleen van leds die een andere kleur licht geven, maar ook – op specifieke locaties – van relatief lage lichtmasten, die hun licht minder wijd verstrooien. Rijkswaterstaat kijkt breed naar zulke oplossingen voor de uitwerking van lokale plannen. De afgelopen jaren is er door het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO) al veel onderzoek gedaan naar effecten van kunstlicht op de natuur. Zo kun je in Drenthe en op de Veluwe op acht locaties lantaarnpalen met onder meer groen en rood licht tegenkomen. Althans, wanneer je op die afge legen plekken zou komen...

Veel dieren blijken vooral last te hebben van het blauwe en ultraviolette deel van het lichtspectrum. Op die kennis is de ‘Bat-lamp’ gebaseerd, want die produceert deze kleuren niet. Ledverlichting kan bovendien worden gecombineerd met slimme techniek die de verlichting met behulp van sensoren tijdelijk feller kan maken of zelfs van kleur kan laten veranderen wanneer er mensen in de buurt zijn. Mogelijk gaan we in de toekomst nog heel andere kleuren licht zien, die specifiek zijn afgestemd op andere, eveneens ’s nachts actieve dieren. Het Nederlands Instituut voor Ecologie voert momenteel het zes jaar durende project ‘Licht op Landschap’ uit.

MEESTRAAL-VERLICHTING

Terug naar de weggebruiker. Ook daarvoor wordt vanzelfsprekend aan nieuwe oplossingen gewerkt. Het houdt niet op met de overstap naar efficiënte ledverlichting. Extra doelstelling is daarbij om verblinding te voorkomen en het zicht in het donker te verbeteren. Vooral voor de wat oudere weggebruikers lijken de ledlampen een goede oplossing te zijn.

Een actuele noviteit, en volgens sommige kenners tevens de volgende grote stap vooruit, is de zogenaamde meestraal-verlichting, ook wel pro-beam genoemd. Die wordt momenteel in de praktijk onderzocht door onder anderen Rijkswaterstaat. Het concept is feitelijk zo logisch dat je je afvraagt waarom het niet allang wordt toegepast. Met ‘meestralende’ verlichting krijg je precies wat er op de verpakking staat: de lampen schijnen hun licht onder een welgekozen hoek met de rijrichting mee.

Dat verbetert het zicht en het heeft effect op spiegelingen via het wegdek; je ziet zelf minder van de lampen en het voorkomt het effect dat het dashboard van de auto reflecteert in de voorruit. Het ligt voor de hand dat het vooral geschikt is voor gebruik bij gescheiden rijbanen en open afritten.

Kortom: locaties waar geen tegenliggers zijn die door de lampen verblind kunnen worden. Een groot voordeel van ledtechniek in het algemeen is dat de bundel scherp kan worden begrensd. Ook dat is belangrijk voor zowel omwonenden als voor de natuur langs de weg.

BAT-LAMPEN OP DE HARINGVLIETBRUG

Als je het donker over de Haringvlietbrug rijdt, valt op dat een aantal lampen op de brug een afwijkende kleur heeft. Op de foto zijn ze herkenbaar als ‘Bat-lampen’. Hier ging een heel project aan vooraf en het betreft een samenwerking met onder anderen de gespecialiseerde aannemer Compass en een ecoloog van Rijkswaterstaat. “Hoewel elders in het land eerder toegepast, heeft de Haringvlietbrug de primeur van vleermuisvriendelijke verlichting op één van de bruggen”, aldus Kim Stelleman, omgevingsmanager bij Rijkswaterstaat. Nuttig om te weten is dat de vleermuizen half november in winterslaap gaan. Ongestoord, zogezegd. Claudia Rodrigues, ecoloog bij Rijkswaterstaat, licht de primeur toe: “De vleermuis is een beschermde diersoort, die net als de automobilist graag van A naar B wil.

In deze omgeving vliegen ze onder de Haringvlietbrug door om heen en weer te trekken van hun verblijfplaatsen naar foerageergebieden. Vleermuizen zijn gevoelig voor ultraviolet en blauw licht en hebben hierdoor last van normale straatverlichting die pijnlijke verblinding veroorzaakt. Om dit probleem op te lossen, hebben we aan de zuidkant drie lantarenpalen aangelegd met vleermuisverlichting, de Bat-lamp, die amberkleurig licht geeft. Vleermuizen zien dit als een donkere corridor. Bij de lichtkleur is rekening gehouden met de zogeheten Human-Bat Response Ratio. Dat is een lichtkleur die vleermuisogen niet zien, maar waarbij mensen de verkeerssituatie nog goed kunnen waarnemen. Zo voorkomen we dat we de leefomgeving van de vleermuis verstoren.” Kim Stelleman legt verder uit: “De verlichting sluit aan op de reguliere ledverlichting op de rest van de A29 richting het Hellegatsplein. Het amberkleurige licht is qua lumen (de hoeveelheid licht, red.) gelijk aan het andere licht. Alle armaturen zijn dimbaar.”

Verder lezen?

Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.

Inloggen of Registreren

Lezersreacties (0)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.