Volvo C30 Koopwijzer
Tijdloos model is een interessante youngtimer
- Louis Blom
- Occasion koopadvies
Er zijn auto’s waarvan je je afvraagt wanneer ze op de markt zijn verschenen. De Volvo C30 is er zo één: ook al lijkt het eergisteren, niets is minder waar. In 2021 krijgt hij de felbegeerde youngtimerstatus. Is het werkelijk vijftien jaar geleden dat hij zijn vuurdoop beleefde? Voldoende aanleiding voor een Koopwijzer.
De Volvo C30 behoort tot die specifieke groep auto’s die onmiddellijk ‘likeable’ is en dat ook lange tijd blijft. Niet voor niets heeft de compacte driedeurs veel betekend voor het imago van het Zweedse automerk. Het is feitelijk de derde poging om het labradorimago van zich af te schudden. Alleen al daarom is het zo spijtig dat er, evenals van zijn inspirators 1800 ES en 480 ES, nooit een directe opvolger is gekomen.
Volvo behoort in 2006 nog toe aan Ford en onder die parasol ontwikkelt het in eerste instantie de S40, de V50 en de C70. Die komen in 2004 en 2005 op de markt en zijn allemaal technisch nauw verwant aan de Ford Focus. Dat de C30 die in 2006 ten tonele verschijnt eveneens tot dezelfde modelfamilie behoort, zal niemand verbazen. De neussectie tot de A-stijl deelt hij met zijn twee grotere broers, maar verder heeft hij zijn eigen gezicht, mede dankzij een veelvoud aan uitvoeringen. Dat zijn er welgeteld 2.561.328 wanneer je alle combinaties van de kekke kleuren, interieurbekledingen, wielen, spoilers, skirts, motoren en bakken combineert!
Semi-retro
Zelfs een leek met enige kennis van de Volvo-historie herinnert zich de beroemde 1800 ES en de door de Nederlander John de Vries getekende 480 ES en ziet waar de ontwerpers van de C30 hun inspiratie hebben opgedaan. Toch zullen de illustere voorgangers niet de reden zijn geweest om de semi-retro-C30 op de markt te brengen. Het waren toen eerder de zogeheten premium hatchbacks die laten zien dat er geld is te verdienen in deze niche. Zo verschijnen vanaf halverwege de jaren 90 tot ver in het nieuwe millennium achtereenvolgens de BMW 3-serie Compact, de Audi A3, de Mercedes C-klasse Sportcoupé en niet in de laatste plaats de New Mini. Allemaal auto’s met een eigen stijl en uitstraling. De C30 past perfect in dit rijtje, al heeft hij meer weg van een shooting brake dan van een standaard driedeurs hatchback.
Volvo’s designtaal na de hoekige periode, bepaald door de 700/900-serie en de 850, wordt in 1996 ingeluid met de ECC, de concept-car waaruit de S80 ontstaat. Weg zijn de schouderloze vormen, terug van weggeweest de brede heupen, die op een luid applaus kunnen rekenen. Dan zijn we het nieuwe millennium ingerold als Volvo op de Detroit Motor Show vriend en vijand verbaast met de Safety Concept Car. Het oranje studiemodel, dat in Californië tot stand komt, heeft allerhande veiligheidsverhogende elementen, waaronder de opvallende half transparante A-stijlen voor verbeterd zicht. Toch is het met name zijn oogstrelende verschijning, van de hand van Stefan Jansson, die de vele liefhebbers van de 1800 ES laat watertanden en doet hopen op een productieversie.
Volvo C30
Ook in het interieur ligt de focus op veiligheid, maar het zijn designaccenten als de ‘zwevende’ middenconsole en de ‘space ball’-versnellingspook die de tongen losmaken. Wie verder kijkt, merkt de schuifdeuren achter op, die toegang geven tot de individuele stoelen. De vraag die menigeen stelt, is wat er van de SCC overblijft als hij als C30 Concept in 2005 wordt voorgesteld. De liefhebbers worden op hun wenken bediend. De vier individuele stoelen, de glazen achterklep, de brede schouderspartij en de taps toelopende (verjongende, in designtaal) glasshouse zijn alle intact gebleven. Helaas sneuvelen de unieke A-stijlen en de schuifdeuren, maar overall doet de C30 in productietrim de SCC alle eer aan. De Volvo C30 staat op het zogheten Ford C1/Volvo P1-platform. Zustermodellen S40, V50 en C70 alsmede de Ford Focus maken hier gebruik van. De kruisbestuiving gaat nog verder; zo maakt Volvo gebruik van de Ford/PSA-viercilinder diesel- en benzinemotoren en benut Ford op zijn beurt Volvo’s vijfcilinder voor onder meer de Focus ST en RS.
De C30 is gebouwd van 2006 tot 2012 en kreeg in 2009 een ingrijpende facelift, met aanpassingen aan de neus en in mindere mate de achterkant. Daarmee nam hij samen met de C70 afstand van de S40 en V50, die in grote lijnen gelijk blijven. De update valt samen met de komst van de nieuwe, Chinese eigenaar Geely, dat Volvo voor slechts € 1,2 miljard overneemt van Ford. In 2012 neemt de interesse voor de C30 dramatisch af en en op 31 december dat jaar rolt de laatste van de 208.652 stuks uit de fabriek in Gent.
Tevreden
Volvo biedt de C30 aan met een keur aan motoren, die met de uitvoeringsvarianten Advantage, Kinetic, Momentum, Summum en R-Design zijn te combineren: van 1,6-tot 2,4-liter benzine en van 1,6- tot 2,5-liter
diesel. Er is zelfs een elektrische versie leverbaar, maar die blijft dankzij de exorbitant hoge prijs een muurbloem. Dat laatste geldt ook voor de spectaculaire, 400 pk sterke C30 Polestar. Met de Drive-eco-diesel duikt de C30 onder de grens van 99 g/km, een prestatie van formaat in 2009. Helaas zijn diesels dankzij Dieselgate uit de gratie geraakt, behalve voor de echte veelrijders.
Ons fotomodel van Edward Smit Auto’s uit Oudkarspel is één van de vele C30’s met de 1,6-liter benzinemotor in de basistrim Advantage. Dat was met €19.995 de betaalbaarste versie. Verwacht geen flitsende prestaties. Met een fluwelen gasvoet rijd je daarentegen gemakkelijk 1 op 16.
In de loop der jaren verschijnen er tal van reviews over de C30 op Autoweek.nl. Het merendeel van de kopers is te spreken over de Volvo. De C30 is geen uitgesproken ‘Posh of Sport Spicegirl’- of ‘blokes’-auto. Het is eerder een binaire, betrouwbare auto, die veel rijplezier geeft, zeker in voorbanden-vretende T5- en D5-uitvoeringen, die elk hun eigen sound hebben. Uiteraard krijgen de stoelen en de zitpositie een dikke pluim, terwijl de vormgeving en afwerking van het interieur op bijval kunnen rekenen. Ergonomie en bediening zijn Volvo-waardig. Tegenstrijdig met het opgeruimde karakter van het interieur zijn de minieme opbergmogelijkheden, waardoor spullen als laadsnoeren en flessen snel rondslingeren. De middenconsole van gepolijst aluminium en de in een kwadrant geplaatste draaiknoppen rond het op een Vertu-mobieltje lijkende bedieningspaneel completeren de zwevende middenconsole. Deze auto laat zien dat minder knoppen heus geen uitgemaakte zaak hoeft te zijn.
Easy entry
Het zal niemand verrassen dat de C30 een 2+2 is. De inzittenden voorin hebben dankzij de grote portieren letterlijk een easy entry als zij op de meervoudig verstelbare stoelen neerdalen. Dat geldt minder voor wie achterin gaat zitten; de instap wordt weliswaar vergemakkelijkt door de ‘klap de leuning voorover en naar voren schuift de stoel’-voorziening, maar het blijft klauteren om op de separate achterstoelen terecht te komen. Ook klagen de meeste eigenaren over de beperkte bagageruimte, want met een gevulde fototas, een statief, een schermpje en een bakje met poetsdoeken is de korte ruimte achter die neerklapbare stoeltjes vol. En dan is er ook nog een hoge tildrempel. Het koddige afdekhoesje (bij de facelift vervangen door een harde plank) verhult nauwelijks wat er zich daaronder schuilhoudt. Een veelgehoorde klacht betreft de portieren, die zo lang zijn dat ze, in telkens krapper wordende parkeerhavens, het uitstappen bemoeilijken. Kortom, de C30 is gemaakt voor singles en kinderloze stellen. Wie veel heeft te verzeulen, kijkt maar uit naar een even tijdloze V50.
Volvo C30 interieur
Hoewel hij zijn bodem en onderstel deelt met de Ford Focus, heeft de C30 helaas niet de zo bejubelde dynamische rijeigenschappen overgenomen. Hij rijdt en remt als een Volvo, dus weinig inspirerend, maar trefzeker. Hij biedt gewoon eerlijk, nuchter transport voor mensen die meer om uiterlijk geven dan BMW- of Mini-achtige rijkwaliteiten verwachten. Wie wel op dat laatste prijs stelt, kiest de C30 T5 met R-Design-pakket. Die ziet er niet alleen dikker uit, hij ligt ook lager en beschikt over 30 procent stuggere veren in combinatie met een 10 procent directere besturing. En die fantastische vijfcilinder produceert een kenmerkende, oorstrelende roffel.
Weinig mankementen
Zo lang als de lijsten met mogelijke mankementen bij concurrerende modellen kunnen zijn, zo (relatief) kort is die bij de C30. Foutloos is deze Volvo evenwel niet. Gebleken is dat alle uitvoeringen lijden aan dezelfde kwalen en dat er enkele specifieke diesel-issues bestaan. Eenzaam bovenaan staan aircoproblemen. Daar kun je bijna op wachten, zeker als de auto tien tot veertien jaar oud is. Bekende verdachten zijn de condensor, die als een infanterist aan het front alle straatvuil oppikt, en de aircopomp. Geen goedkope artikelen, maar ook geen zaken waarvoor je een C30 hoeft te laten staan. Op de tweede plaats komt de achterwielophanging, waarvan bussen en rubbers uitslijten en wiellagers geluiden maken die duiden op slijtage. Ook worden ESP-sensoren en stroef lopende remzuigers genoemd. Allemaal apk-zaken. Lopen we naar voren: de onderstelcomponenten zoals homokineten en hun hoezen zijn bulletproof, versleten draagarmkogels komen daarentegen frequent voor. Een enkele keer laat een stofhoes zich bij een 1.6D vet dan wel olie ontglippen. Dat de ABS-pompmodule problemen kan geven, zou je niet meer verwachten. Toch licht het anti-slip-waarschuwingslampje meer dan eens op.
Alle C30’s hebben een motor uit de PSA/Ford-stal of van Volvo zelf en daarover worden verhoudingsgewijs weinig serieuze mankementen gemeld. De meeste hebben een distributieriem. Die hoort elke acht jaar of 120.000 kilometer te worden vernieuwd, afhankelijk van het type motor. Altijd een behoorlijke kostenpost van meerdere honderden euro’s. Wie er nog van uitgaat dat kettingaangedreven nokkenassen een autoleven meegaan: die zijn tegenwoordig ook niet meer heilig vanwege hun magere constructie. De Drive-modellen beschikken over een start-stopinstallatie, waarvan de elektronica nukken kan vertonen, evenals de startmotor. Bij de 1.6D valt het aantal meldingen over dichtgeslibde roetfilters op. Om de 160.000 kilometer dienen die te worden vervangen. Dit euvel is bij de opvolgende D2-motor opgelost. Vervuilde EGR-kleppen zijn net als bij elk ander merk een ‘dingetje’. Bij de vijfcilinder diesels komende lekkende nokkenaskeerringen en gescheurde carterventilatiebehuizing voor. Eigenaren maken ook gewag van weigerende gloeibougies en injectoren. Minder frequent zijn meldingen van een onwillige versnellingsbak, al dan niet in combinatie met het dubbelmassavliegwiel. Wie in de markt is voor een C30 met automatische transmissie (Geartronic in Volvo-taal) checkt de manual mode. De T5 komt uit met slechts drie motorsteunen, die als gevolg van de zware belasting voortijdig de geest geven. Bovendien warmt de motorruimte sterk op, waardoor de koelvloeistoftank relatief vaak scheurt. Zoals het een Volvo betaamt, is de carrosserie goed tegen corrosie beschermd; roest is geen issue. Wel klagen eigenaren over een lekkend schuifdak. Dat is doorgaans het gevolg van verstopte of zelfs gebroken afvoerslangen. Een kwestie van onderhoud, dus. Het is zaak hier op tijd bij te zijn, want een vochtig tapijt kan ook de airbagsensor onder de stoel aantasten.
Wie zich het begin van deze alinea herinnert, is het vast niet eens met onze bewering dat de lijst met gebreken kort is. Toch is dat wel degelijk zo. Als het om onderhoud en reparaties gaat, is de C30 betrouwbaarder dan menig Duitse auto in dit piepkleine segment. De aspirant-koper gaat voor een exemplaar met een hiaatloze onderhoudshistorie en weet zich verzekerd van een onlangs ververste distributieriem, al dan niet in combinatie met wielophangings- en aircodelen.
Volvo C30
Voldoende aanbod
Het is niet voor niets dat we de Volvo C30 nog vaak in het verkeer tegenkomen, ook al is het al ruim acht jaar geleden dat de productie is gestaakt; er zijn er nog 9.700 op de weg! Telkens valt op hoe fris en tijdloos het sympathieke ontwerp op het netvlies valt. Het aanbod is groot, net als de verscheidenheid. Het feest begint bij een bescheiden 5 mille en eindigt bij dikke 20 voor een 2.5 T R-Design met weinig kilometers. Diesels zijn een prima alternatief. Dat klinkt paradoxaal, maar in aanschaf doen ze ruim onder voor de 2.4 en T5. Voor de veelrijders het overwegen waard. Toch jammer dat Volvo geen opvolger op de rol heeft laten staan, tenzij we de vijfdeurs V40 als zodanig kwalificeren.
Had je deze auto's al gezien?

Volvo C30 2.5 T5 Summum Incl. BTW, rijklaar+garantie, leder, bluetooth....
- 2007
- 169.122 km

Volvo C30 2.0 R-EDITION RADIO-CD CRUISE CONTROL CLIMATE CONTROL 17INCH
- 2011
- 135.438 km

Volvo C30 1.8 Summum / NL-Auto / Vol-Leder / Stoelverwarming / Cruise-Control / Radio / Elektrische klimaatregeling / Bi-Xenon / Elektr.-Ramen V / Regensensor / 17'' LMV / ENZ.
- 2007
- 154.278 km
Lees ook
Forever young: met deze moderne auto’s zonder opvolger blijf je altijd bij de tijd
Zo ruim interpreteert Volvo de C met de C30 en C40: de laatste echte was natuurlijk de Volvo C70
Praktijkervaring Volvo C30: eigenaren over opvallend gestileerde Zweed
Deze sportieve hatchbacks koop je voor € 10.000
Volvo C30 T5 - Op de Rollenbank
Lezersreacties (29) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.