Volkswagen Polo vs. Volkswagen Golf - Klassenstrijd

‘Golf 3’ of Golf 8?

Volkswagen Golf vs. Volkswagen Polo
AutoWeek 46 2020
AutoWeek 46 2020

Je leest het in AutoWeek 46 2020

Mogen we bij het shoppen in een hoger marktsegment naast extra ruimte ook in andere opzichten een volwassener auto verwachten, of doen we daar het compacte model mee te kort? En hoever gaat de fabrikant met het doorvoeren van zijn merkidentiteit? We zoeken het uit in Klassenstrijd.

Bij de introductie van de huidige Volkswagen Polo in 2017 viel het al snel op hoe groot de auto geworden is. De huidige Polo is zelfs aan alle kanten groter dan de Golf III, de Golf van de jaren negentig. Met een lengte van dik 4,05 meter is de auto ook ten opzichte van zijn directe concurrenten flink aan de maat. In vergelijkende testen scoort de Polo steevast punten met zijn ruimte-aanbod, dat inderdaad volstaat voor niet al te grote gezinnen of zelfs het vervoeren van vier volwassenen. Het onderstreept hoe volwassen de Polo is en verklaart ook deels waarom de auto zijn grote broer in ons land inmiddels voorbij is gestreefd in de verkoopstatistieken.

Tegelijkertijd is de Golf natuurlijk ook gegroeid, dus het verschil in formaat is nog altijd overduidelijk. Bovendien oogt de Golf opvallend veel moderner. Volkswagen grijpt de achtste generatie van zijn compacte middenklasser aan voor een duidelijk geëvolueerde vorm van zijn verder behoorlijk behoudende tekenstijl. Zo zijn de flanken nu nagenoeg vlak, terwijl de zijkanten van de Polo een grote, wellicht zelfs wat overdadige hoeveelheid lijnen en vouwen meekrijgen. De Golf is ook getooid met het gewijzigde Volkswagen-logo en een nieuw lettertype voor de typeaanduiding, die nu in het midden van de achterklep staat. Reken maar dat de Polo deze zaken bij de eerstvolgende facelift ook krijgt.

Dat ook de lichtunits aan voor- en achterzijde net even wat frisser ogen bij de Golf, wordt mede mogelijk gemaakt door het feit dat de Golf standaard wordt voorzien van ledverlichting rondom. De Polo krijgt standaard halogeenkoplampen met in de bumper weggewerkte led-dagrijlichten. De ledkoplampen van het oranje testexemplaar zijn een optie en bevatten geïntegreerde dagrijlampen, al blijven de nu uitgeschakelde ledjes in de bumper gek genoeg gewoon aanwezig. Tussen die koplampen is nog een echte grille te vinden, terwijl de Golf daar een nauwelijks waarneembare sleuf heeft.

Geheel des Volkswagens nemen de huidige modellen bepaalde designkenmerken over van voorgaande generaties. Het extra zijruitje achter het achterportier is bijvoorbeeld typisch Polo, terwijl bij de Golf op deze plek traditioneel een massieve C-stijl is te vinden. De Polo-kont heeft als vanouds vrij vierkante lichtunits uit één stuk, terwijl de bredere exemplaren van de Golf doorlopen tot in de achterklep. Tegelijkertijd komt het silhouet van de auto’s grotendeels overeen en zijn de modellen ook zonder één detail te zien direct herkenbaar als Volkswagen. Noem het knap, noem het saai, maar deze mate van herkenbaarheid is wel vrij uniek.

WERKPLEK

Dat de Golf in bepaalde opzichten een nieuw tijdperk inluidt voor Volkswagen, wordt nog veel sterker duidelijk in het interieur. Waar de Golf en Polo tot voor kort zaken als stuurwielen en (licht-)schakelaars deelden, is nu alles bij de Golf net even moderner. Er is zelfs voor het eerst in jaren sprake van een compleet nieuw ingedeeld dashboard, met een nieuw bedieningsconcept. Behalve een paar exemplaren op het stuurwiel zijn fysieke knoppen daarbij resoluut uitgebannen. In plaats daarvan is ‘touch’ het toverwoord. Van een cluster met lichten zicht-gerelateerde knoppen tot ‘sliders’ voor temperatuur, volume en zelfs het schuifdak: een aanraking van hoogglans-zwart is waardoor deze auto zich laat beïnvloeden. Het touchscreen heeft de ventilatieroosters inmiddels van de hoogste positie op het dashboard verdreven. Het scherm vormt optisch één geheel met het exemplaar dat als instrumentarium dient, al is goed zichtbaar dat het eigenlijk om twee schermen in één zwart paneel gaat. Die hele digitale wereld is bovendien standaard, maar Volkswagen zou Volkswagen niet zijn als het niet bepaalde functies zou uitschakelen voor de voordeligste uitvoeringen.

Dat is zelfs onderdeel van het concept, want bepaalde opties laten zich achteraf toevoegen door een simpele bestelling via internet. In de Polo gaat alles er veel traditioneler aan toe. Het scherm is kleiner, het digitale instrumentarium is een optie en voor de climatecontrol zijn er nog gewoon fysieke knoppen. Toch oogt ook het Polodashboard opgeruimd en hoogwaardig. Het dashboard is opgebouwd uit zachte kunststoffen. Dat is in de Golf ook zo, maar in het lagere segment valt het meer op. De brede, hoge sierstrip op het dashboard was aanvankelijk in allerlei vrolijke kleuren te bestellen maar is inmiddels altijd grijs. Als het gaat om bedieningsgemak, wint de Polo het met gemak van de Golf. De digitale overdaad in de Golf zorgt telkens voor ergernis, maar in de Polo vind je snel wat je zoekt. Er is één uitzondering: het (in de Polo optionele) digitale instrumentarium.

Dat kun je in de Golf bedienen vanaf het stuur, terwijl je in de Polo in het centrale scherm op zoek moet naar de mogelijkheden. Ook optisch scoort het Golfsysteem punten. Er is keuze uit een groot aantal kleurenthema’s, die behalve beide schermen ook de ruimschoots aanwezige sfeerverlichting beïnvloeden. Bij de Polo oogt de digitale wereld een stuk zakelijker en voeren zwart en wit de boventoon. Hoewel de Polo voor een B-segmenter zeer volwassen is, voelt de Golf duidelijk aan als ‘meer auto’. De Golf komt een stukje ruimtelijker over en biedt een nog iets betere zitpositie, wat zeker voor langere mensen goed merkbaar is. Een belangrijk verschil tussen onze specifieke Polo en Golf, is dat de Polo een derde pedaal heeft. De handgeschakelde versnellingsbak is bij de kleinere auto nog wat gebruikelijker dan bij de Golf, waar de handbak uiteraard ook nog gewoon leverbaar is. Wie bij de Golf voor een automaat kiest, krijgt daar gratis een moderne ‘shift-by-wire’-schakelaar voor de bediening bij. Een Polo met DSG moet het nog met mechanische automaatpook doen.

ONDERWEG

Wie zijn Golf met automaat bestelt, krijgt als bonus bovendien Mild Hybrid-techniek. Versies met DSG zijn dan ook eenvoudig te herkennen aan de term ‘eTSI’ op de achterklep, waarbij de ‘e’ duidt op het 48-volt elektrohulpje. In het geval van de testauto is dat hulpje gekoppeld aan de welbekende 1.5 TSI-viercilinder, die in dit geval 150 pk afgeeft. Dat levert een Golf op die flink duurder is dan een exemplaar met de basismotor. Tegelijkertijd is dit wel een érg fijne combinatie. Met 150 pk is de Golf niet razendsnel, maar wel lekker vlot.

Presteren doet hij met gemak en dus in alle rust, waarbij de razendsnelle, schokvrij schakelende automaat een flinke duit in het zakje doet. Zuinig is hij ook: in een eerdere test reden we er zonder veel moeite dik 1 op 16 mee. Qua stuurgedrag en onderstel zijn de Polo en de Golf nadrukkelijk op dezelfde leest geschoeid. Het zijn allebei echte allemansvrienden, die een lichte besturing en een vergevingsgezind onderstel combineren met een iets stevige afstelling en veel rust aan boord. Wel is het opvallend hoe beide auto’s worden beïnvloed door te kiezen voor een andere rijmodus. Allebeihebben ze adaptieve schokdempers, al is dat in het segment van de Polo meer bijzonder. Met een druk op de knop wordt het onderstel daarmee merkbaar steviger. Tel daar een iets scherper afgestelde besturing en een beter aan het gas hangende motor bij op en je weet dat ook de Polo in ‘Sport’ een duidelijk speelser karakter heeft. Daar komt natuurlijk bij dat de Polo lichter is dan de Golf. De handbak van de kleinere auto schakelt soepel en gemakkelijk, maar ook wat gevoelloos.

HET AANBOD

Bij de Polo is het aanbod lekker overzichtelijk. Om te beginnen is er maar één carrosserievariant, de vijfdeurs hatchback. Een dieselversie is er niet meer en ook de TGI-aardgasversie werd eerder dit jaar geschrapt. Hybrides waren er al niet, dus rest een drietal driecilinder benzineopties. Basis-Polo’s krijgen voor € 20.500 nog een turboloze 1.0 MPI, maar die is er maar in één uitvoering en lijkt dus een beetje een showroomlokker te zijn. De 1.0 TSI is er met 95 en 115 pk, in beide gevallen met keuze uit een handbak of een automaat. De 95-pk versie (vanaf € 22.045) voldoet prima en is dus ook veruit het populairst. In Nederland zijn vier uitrustingsniveaus beschikbaar: Comfortline, Comfortline Business, Highline en Highline Business R. De 115 pk sterke Polo is er alleen in beide Highline-trims, voor de 95-pk versie zijn alle smaken beschikbaar. Een radio, cruisecontrol (adaptief op de TSI) en airco zijn altijd aanwezig, maar verder is een Comfortline wel vrij kaal. De Highlines zijn veel completer en bieden onder meer een mooier interieur en climatecontrol, maar voor echte luxe moet je bij Volkswagen altijd nog met de optielijst aan de gang.

Wie dat doet, telt voor een afgeladen Polo meer dan € 30.000 neer. De Highline Business R biedt onder meer het R Line-pakket, dat van de Polo echt een dikke verschijning maakt. Dat pakket kan voor een schappelijk bedrag ook op een reguliere Highline worden geschroefd. Helemaal bovenaan het gamma was er trouwens ook nog een Polo GTI, met een 200 pk sterke 2.0 TSI. Die versie is tijdelijk geschrapt, maar keert als het goed is binnenkort terug.

Het aanbod van de verse Golf wacht nog enige uitbreiding, maar toch is er nu al aanzienlijk meer te kiezen dan bij de Polo. De basisversie is ook hier een showroomlokker. Voor € 25.120 heet je Golf simpelweg ‘Golf’, de enige uitvoering die een 1.0 TSI met 90 pk en een handgeschakelde vijfbak heeft. Daarboven komt een 1.0 TSI met 110 pk, die er met een zesbak en als Mild Hybrid-eTSI met automatische zevenbak is. Daarboven volgt de door ons gereden 1.5. Met een handbak levert die 130 pk, als je voor een automaat kiest krijgt je er 20 pk bij. Dat betekent ook een geavanceerdere multilink-achterwielophanging, terwijl de versies tot 150 pk het met een torsieas doen. Zelfs de 1.4 TSI plug-in hybride is er in twee versies: aan de basis staat de 204 pk sterke eHybrid, daarboven de GTE met 245 pk. Daarmee is die versie even krachtig als de Golf GTI, die over een 2.0 TSI beschikt.

Dieselen kan ook bij de nieuwe Golf. De 2.0 TDI is er vooralsnog in twee smaken: in handgeschakelde vorm met 115 pk, en met een DSG-automaat met 150 pk. Voor de uitrustingsniveaus is het beleid van Volkswagen met ingang van de nieuwe Golf iets gewijzigd. Vanaf de 110 pk leverende 1.0 heet de basisversie ‘Life’. Ten opzichte van de echte instap-Golf biedt die onder meer lichtmetaal, adaptieve cruisecontrol, een groter schermoppervlak en betere stoelen.

De Life Business doet er een schep bovenop en komt al met echte luxe als een elektrisch verstelbare bestuurdersstoel, maar doorbreekt dan ook wel de grens van 30 mille. Boven de Life-versies staan de Style en de R-Line, die alleen worden geleverd in combinatie met de dikkere motoren. Het zijn in feite geen uitrustingsniveaus, maar eerder ‘stijlen’ waarbinnen kopers hun Golf naar wens kunnen samenstellen. Toch is de sportieve R-Line de duurste versie, met een vanafprijs van € 33.715. Wie specifieke wensen heeft op het gebied van uitrusting,heeft bij de duurdere en modernere Golf logischerwijs meer keuze. Betere audio, moderner infotainment, matrix led-koplampen en modernere veiligheidssystemen, het kan hier allemaal. De Golf op de foto’s is een Style, die dankzij tal van lekkere opties een nieuwprijs heeft van maar liefst € 45.479. Dan rij je wel een héél dikke Golf, al moet dit exemplaar het alsnog zonder ‘keyless entry’ en een achteruitrijcamera doen. Het blijft een Volkswagen …

Verder lezen?

Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.

Inloggen of Registreren

    PRIVATE LEASE Volkswagen Golf

    Praat verder op het forum