Toyota Avensis (2003) - Test

Geen mogelijkheid laat Toyota onbenut om te benadrukken hoe Europees de tweede generatie van hun middenklasser Avensis is. Alsof ze willen zeggen: 'Wij kunnen er ook niets aan doen dat we een Japans merk zijn.' De auto werd getekend en ontwikkeld in het ED2-designcentrum in Zuid Frankrijk, werd getest op alle mogelijke Europese wegen en weersomstandigheden en wordt gebouwd in Groot-Brittannië. Waarom wil Toyota dat zo graag? De filosofie daarachter is de volgende: in de afgelopen decennia heeft het merk een welhaast smetteloze reputatie opgebouwd als het gaat om kwaliteit en daaruit voortvloeiende betrouwbaarheid. Omdat alle aandacht daarnaar uitging, raakte het aspect 'design' nog weleens een beetje ondergesneeuwd. Laten we eerlijk zijn, van Toyota's middenklassers, de laatste Avensis incluis, zullen weinig mensen warm of koud zijn geworden. En dat moet met de nieuwe Avensis wél bewerkstelligd worden. Dat is ook het speerpunt van de reclamecampagne geworden. Met de techniek, kwaliteit en betrouwbaarheid zit het nu wel goed, hoogste tijd om eens naar de verpakking te kijken, is de gedachte bij Toyota. Bij de eerste aanblik van de Avensis gaan je gedachten inderdaad niet direct uit naar het Verre Oosten; wie niet beter wist zou 'm zo maar kunnen verwarren met een Volkswagen Passat. Of een Opel Vectra, of een Ford Mondeo. Kortom, precies de auto's waarmee Toyota de Avensis graag in één adem genoemd ziet worden. Wij reden de auto in de omgeving van Barcelona en ondervonden dat de Japanners hun Europese zaakjes prima op orde hebben.

Sprong voorwaarts
Zonder er nog een meter mee gereden te hebben, zie je al dat de nieuwe Avensis ten opzichte van z'n uit 1997 stammende voorganger een gigantische sprong voorwaarts is. De auto is niet alleen een slagje groter gegroeid, belangrijker is dat 'ie een stuk robuuster en voornamer overkomt. Erg spannend is het lijnenspel niet, wel heel degelijk. De meeste kopers van auto's in dit segment zitten namelijk helemaal niet te wachten op tekentafelhoogstandjes en frivoliteiten. In deze klasse zijn zaken als comfort, kwaliteit en afwerking van groter belang. Wat die laatste twee aspecten betreft, valt er op de nieuwe Avensis bijzonder weinig aan te merken, maar we hadden ook niet anders verwacht. De afwerking van de auto is top, de materialen in het interieur zijn prettig; nergens harde stukken kunststof of ander goedkoop ogend materiaal. Ten opzichte van het vorige model is de carrosserie 40 procent stijver geworden en Toyota heeft de kreukelzones van de auto verbeterd, wat de reparatiekosten na een (kleine) aanrijding drastisch moeten beperken, hetgeen leasemaatschappijen zal aanspreken. Toyota verwacht namelijk niet minder dan 50 procent van de Avensissen op de zakelijke markt af te zetten. Voor de achterwielophanging werd de double wishbone-ophanging van de Celica gebruikt en wat meer op comfort afgestemd. Een primeur voor auto's in deze klasse is de standaard knie-airbag voor de bestuurder, die samen met acht andere airbags de inzittenden moet beschermen bij een aanrijding. Ook standaard is de airconditioning en een geluidsinstallatie met radio, cassette- en cd-speler die door acht luidsprekers een bijzonder aardig geluid voortbrengt. De verdere aankleding is afhankelijk van welke Linea u kiest: Terra, Luna of Sol, waarbij Toyota met de Luna de beste mix voor de zakelijke rijder in huis denkt te hebben. Deze heeft onder andere lichtmetalen velgen, automatische airco met gescheiden klimaatzones, carbonlook-accenten op het dashboard, een regensensor en mistlampen. Als topuitvoering is er de Executive met onder meer leren bekleding en verwarmbare en elektrisch te verstellen stoelen.

Bijna ongemerkt
Als eerste stappen we in de in de tweeliterdiesel die dankzij goede isolatie bijna ongemerkt z'n werk doet. De bekende D4-D-krachtbron blinkt verder niet uit in prestaties, maar valt ook nergens door de mand; gewoon een prima motor voor veel zakelijke snelwegkilometers. Overigens is deze niet in combinatie met (vloeiend schakelende 4-traps-) automaat leverbaar. Die is er tegen betaling van 2.000 euro alleen voor de 1.8- en 2.0-benzineversies. Als instapper is er nog een 1.6 (alleen als sedan) maar deze was niet beschikbaar in de testvloot. Met het geluidsniveau in de 1.8 en 2.0 zit het ook wel snor, het blijft zeer aangenaam stil in de cabine en alleen als er echt gewerkt moet worden, laat de machinerie in het vooronder van zich horen. Met z'n 129 pk heeft de 1.8 voldoende vermogen voor de grote Avensis, maar we vermoeden dat de 1.6 er met z'n 110 pk nog een zware dobber aan krijgt. Vering en demping van de Avensis zijn duidelijk afgestemd op comfort, toch is het opvallend hoe makkelijk en strak de auto zich door scherpe bochten laat loodsen; het duurt erg lang voordat onderstuur zich meester maakt van de Avensis. Dat maakt 'm tot een – vergeef ons de term – dynamische wagen die naar onze smaak alleen nog iets te gevoelloos in het stuur is, met name de wat 'wollig' sturende tweeliters (de diesel sterker dan de benzine). Die doen het namelijk met hydraulische stuurbekrachtiging, terwijl de 1.6- en 1.8-benzineversies daarbij nog assistentie krijgen van een elektromotor. Wat echter als een paal boven water blijft staan is het prima bochtengedrag. Je moet echt flink je best doen om 'm uit koers te krijgen en als het mis dreigt te gaan, is er altijd nog het VSC, het Vehicle Stability Control in combinatie met TRC traction control, dat standaard op de 2.0 benzine wordt geleverd.
Over afkortingen gesproken: alle Avensissen hebben standaard ABS met elektronische remkrachtverdeling EBD. BA, oftewel Brake Assist (remassistent), is aanwezig op de 2.0 benzine en als optie leverbaar op de 1.8 benzine en 2.0 D4-D, in combinatie met VSC en TRC.

Bitter weinig
Eigenlijk is er maar bitter weinig aan te merken op de nieuwe Toyota Avensis. Het is een solide, comfortabele, stille en kwalitatief op hoog niveau acterende auto; eigenschappen die hoog genoteerd staan op het lijstje van de zakelijke rijder. De concurrentie is echter niet mals, denkende aan de Mazda6, Opel Vectra, Ford Mondeo, VW Passat, Renault Laguna en Honda Accord. Toyota heeft hierbij het voordeel van z'n ijzersterke reputatie. Of de Europese benadering van de Japanners z'n vruchten af gaat werpen, moet gaan blijken. De nieuwe Avensis is in ieder geval een heel grote stap in de goede richting en een wereld van verschil in vergelijking met z'n voorganger. In Nederland denkt het merk dit jaar nog 5.000 stuks af te zetten, waarvan de sedan de helft van de verkopen op zich zal gaan nemen, de Wagon 40 procent en de Liftback 10 procent. Met een basisprijs van € 22.900 nestelt de Avensis zich tussen de concurrentie. Eind maart, begin april staat 'ie bij de dealer en binnenkort kunt u de eerste vergelijkende test in dit blad verwachten.