Toyota Auris (2010) - Mazda 3 (2011) - Occasion Test

Veilig en vertrouwd

Toyota Auris Mazda 3 occasion
AutoWeek 26 2020
AutoWeek 26 2020

Je leest het in AutoWeek 26 2020

Al hun kwaliteiten ten spijt, schopten de Toyota Auris en Mazda3 het niet tot ware kaskrakers. Voor de occasionkoper gelden vaak andere wetten en dat maakt een gebruikte Japanse hatchback tot een prima keuze. Keurige 1,6-liter onder de kap, niet te veel kilometers op de klok en een halfjaar garantie.

Niets zo leuk als het doorspitten van de verkoopstatistieken. We doen het vrijwel altijd bij een occasiontest. En dan zien we dat de Mazda 323 in 1990 ruim 16.000 keer werd verkocht in Nederland en de Toyota Corolla het jaar ervoor ruim 14.000 keer. Uiteraard stonden de Opel Kadett (36.417) en de VW Golf (20.702) op plek een en twee in 1990. Maar toch, de Japanse merken vierden hoogtij in die tijd. De Nissan Sunny deed het in dat jaar beter dan de Toyota Corolla en de Mazda 626 stond een stuk hoger genoteerd dan de VW Passat. Het jaar erop ging de nieuwe Primera ze plankgas voorbij. Totdat de nieuwe Mazda 626 en Toyota Carina E in 1992 met daverend succes op de markt verschenen. De heren en dames vertegenwoordigers hadden het voor het uitkiezen.

En vorig jaar? Toen stond alleen Toyota als Japans merk nog in de top 10 en het Koreaanse Kia op nummer acht. De tijden zijn veranderd. De Auris had als hybride van 2013 tot 2015 een korte maar hevige opleving in de 14%-hemel, om daarna langzaam weg te kwijnen. Sinds kort heeft de Corolla het stokje overgenomen en die doet het verrassend goed. Niet alleen dankzij de wereldberoemde typeaanduiding, ook vanwege de hybridetechniek en de puike rijeigenschappen. En het vlotte uiterlijk helpt natuurlijk ook. Bijna tegelijk met de huidige Corolla presenteerde Mazda de nieuwe 3. Zoals altijd een fijn sturende auto, voorzien van eigenzinnige techniek en een enigszins controversieel uiterlijk. Allesbehalve doorsnee.

VOOR EEN GROTE DOELGROEP

In 2007, en in de vergaderkamers al eerder, besloot Toyota het over een andere boeg te gooien door de toen nieuwe Corolla in Europa en Japan als Auris aan de man/vrouw te brengen. Nieuwe ronde, nieuwe naam, nieuwe kansen. Op het kofferdeksel van de sedanversie stond nog altijd Corolla, ook hier. Qua concept leek Toyota wat naar de Peugeot 307 te hebben gekeken; de Auris is hoger dan de gemiddelde auto in zijn klasse en de RDW omschrijft hem als MPV. Goed voor de binnenruimte en het zorgt voor een comfortabele inen uitstap. De klant had de keuze uit een drie- of vijfdeurs koets en naast de bekende benzinemotoren (1.4, 1.6 en 1.8) zijn er ook diesels. Van een bescheiden 1.4 D4-D tot de dikke, 180 pk sterke 2,2-liter motor. In 2010 volgde een kleine facelift. De 1,4-liter benzinemotor maakte plaats voor een 1.3 met zesbak en de hybride aandrijflijn van de Prius vond zijn weg naar de Auris.

In 2013 komt het nieuwe model. Onze testauto stamt uit 2010 en heeft het vernieuwde front. Van het uiterlijk raak je niet opgewonden, het is niet uitgesproken mooi of lelijk. Gewoon een keurige kar. Met het interieurontwerp heeft Toyota zich wat meer uitgesloofd. De hoge middenconsole valt vooral op. De pook staat daardoor bijna naast het stuur en dat blijkt heel prettig. Het instrumentarium is ook net even anders dan anders en de zitpositie is uitstekend.

Stevige zetel, stukje hoger dan normaal, voldoende beenen hoofdruimte. Ook op de achterbank, waarvan de rugleuning zelfs verstelbaar is. De hoge middentunnel is helaas van niet al te kraakvast kunststof en doet daardoor goedkoop aan. Tegelijk met de model update krijgt de 1.6 VVT-i er 7 pk bij en daarmee komt het totaal op 132. Niet slecht. De Auris kan er goed mee uit de voeten, maar kan zich niet meten met de hedendaagse koppelrijke turbomotoren.

Wil je snel inhalen, dan moet je de pook even beetpakken. Geen punt, schakelen gaat licht en feilloos. De geluidsisolatie is goed, zowel die van de motor als die van het onderstel. Samen met de evenwichtige vering en demping openbaart de Auris zich als een prima reisgenoot, ook voor lange ritten. In geen enkel opzicht uitgesproken, maar ook in geen enkel opzicht teleurstellend. Opvallend onopvallend, gebouwd om een zeer grote doelgroep tevreden te stellen en precies daarin blinkt de Auris uit.

ALTERNATIEF VOOR EEN 1-SERIE

De tweede generatie van de Mazda 3 kwam in 2009 op de markt, als vijfdeurs hatchback en als sedan, met een 1,6-liter motor of een 2,0-liter motor. Topmodel is de sportieve MPS met een 2,3-liter turbomotor (260 pk). Dieselen kan met een 1.6 (de FordPSA-motor) of de 2.2 CiTD met 150 pk of 185. In 2011 kreeg de 3 een opfrisbeurtje, de testauto nog net niet. Het uiterlijk van de 3 is iets flamboyanter dan dat van de Auris. De sterke welvingen van de voorspatborden trekken de aandacht direct, net als de grote grille. De achterkant heeft een beetje Alfa Romeo-achtige trekjes. Niet voor niets staat Mazda te boek als sportief merk. Ook het interieur volgt die Italiaanse stijl, met de grote ronde klokken met ronde wijzerplaten in twee diepe tunnels. We kennen het van de 147. De materialen zijn misschien niet van de mooiste soort, maar qua stijl en afwerking is er helemaal niets mis mee. Minder fraai is de zichtbare breuklijn van de airbag in het rechterdeel van het dashboard.

Een goede zitpositie vinden kost iets meer tijd. Indien gewenst kan de stoel ver naar beneden. De zitting zou meer steun aan de bovenbenen mogen bieden. Dat er minder koppel en pk’s zijn, merk je al snel. De viercilinder moet stevig aan de bak wil je een beetje vlot vooruitkomen, en dat laat hij goed horen. Een zesde versnelling ontbreekt. Dat heeft dan weer als voordeel dat er tenminste nog iets gebeurt als je om klokslag 19.00 uur bij 100 km/h het gaspedaal intrapt om 30 km/h te versnellen.

Nadeel is het gebrul bij die snelheid, we zijn het niet meer gewend. In z’n geheel is de Mazda minder stil dan de Auris. Sturen en schakelen doe je met veel plezier; niet alleen dankzij de directe en precieze besturing, maar ook vanwege het goede onderstel. Rijdynamiek stond hier duidelijk op een hoger plan tijdens de ontwikkeling. De 3 pakt bochten en afritten met veel enthousiasme en schuwt een beetje extra gas geven echt niet. Wil je van een BMW 1 Serie overstappen naar een Japans merk en dat met bijna net zoveel rijplezier, dan is dit de juiste auto. En al helemaal als je de versie met tweeliter motor (151 pk) en zesbak hebt. Het interieur is krapper dan dat van de Toyota, wat vooral de achterpassagiers merken. Wat de kofferruimtebetreft ontlopen ze elkaar nauwelijks.

DUITSE AURIS

Zoals aan het kenteken van de Auris is te zien, is het een importauto en dat bewijst dat merkdealers dit kanaal niet schuwen. Alle documentatie is er en het onderhoud is altijd door de dealer uitgevoerd. De Duitse uitvoering Club kennen we in Nederland niet, wij hebben Comfort, Aspiration en Dynamic. De testauto komt qua uitrusting in grote lijnen overeen met de Dynamic, maar weer niet helemaal met de Club, zo blijkt. De 17-inch wielen zijn aftermarket, er is geen cruisecontrol en de koplampen zouden een zwarte inleg moeten hebben. De achterspoiler is er wel, net als parkeersensoren in de achterbumper. De Auris 1.6 is met automaat geleverd, maar in dat geval is de 1.8 Hybrid de betere optie. Dan heb je meer vermogen en een veel lager verbruik. Reken op tussen de 1 op 18 en 1 op 20. Alle andere motoren zijn er alleen in combinatie met een handbak.

De Mazda 3 werd als voordelige Business geleverd, voor de zakelijke markt. Dat verklaart de gunstige nieuwprijs. Op de achterklep zien we de aanduiding ‘40th anniver sary edition’, maar het is onduidelijk waarom. Automatische klimaat regeling, regensensor en lichtmetalen wielen maken deel uit van het Business-pakket, cruisecontrol niet. Een automatische transmissie is er niet in combinatie met deze motor en ook niet met een diesel. Dan ben je op de 2,0-liter benzinemotor aangewezen.

Verder lezen?

Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.

Inloggen of Registreren

Praat verder op het forum