Toen de Volvo 343 en Honda Accord in 1976 kwamen waren ze niet alleen door hun automaten bijzonder

Variomatic vs. Hondamatic

Volvo 343 en Honda Accord

Volvo en Honda presenteerden in 1976 allebei een geheel nieuwe middenklasser met een bijzondere automaat. Vijftig jaar na dato verdedigt de Volvo 343 zich met zijn continu variabele transmissie tegen de Honda Accord, met de al even bijzondere Hondamatic. Welke is de fijnste?

De Volvo 343 en Honda Accord geven een mooi invulling aan het spreekwoord ‘te groot voor een servet, te klein voor een ­tafellaken’. Dat komt doordat ze ten tijde van hun introductie in 1976, als autosegmenten nog heel duidelijk zijn afgebakend, in een soort niemandsland terechtkomen. Neem de Volvo, die er met zijn vlotte driedeurs hatchback-koetswerk uitziet alsof hij even groot is als een Volkswagen Golf. Mis: hij is maar liefst 40 centimeter langer, bij ongeveer gelijke hoogte en breedte. Daardoor past de 343 beter naast de Passat, hoewel die op zijn beurt nog 10 cm langer is. Gek genoeg is de wielbasis van de 343 weer van Golf-proporties. Kortom, het is een moeilijk te plaatsen auto. Volvo positioneert hem zelf als midden­klasser, om te concurreren met de genoemde Passat en verder bijvoorbeeld de Opel Ascona en Ford Taunus. Maar die vergelijking gaat ook mank, omdat die modellen met vier deuren kunnen worden geleverd, terwijl de Volvo er aanvankelijk uitsluitend twee heeft.

Volvo 343 en Honda Accord

De Volvo 343 was te duur

Verder hebben de genoemde concurrenten niet alleen zwaardere motoren, maar ook betere prestaties én lagere prijskaartjes. Daarmee is meteen hét grote minpunt van de 343 genoemd: de auto is oorspronkelijk veel te duur. Daar helpen de deftige ­Volvo-badge en de standaardmontage van een automatische transmissie geen lieve moedertje aan. Een automaat is weliswaar een wijd en zijd geaccepteerd accessoire, maar geen must voor een auto als de 343. Eerder een last, want het is alom ­bekend dat de door Daf ontwikkelde Variomatic – door Volvo ­inmiddels cvt genoemd – nogal een vermogensvreter is. Later, als Volvo op veler verzoek een handgeschakelde 343 op de markt brengt, komt pas goed naar voren wat een leuk ontwerp die Nederlandse Volvo eigenlijk is: belangrijk vlotter én zuiniger. Niettemin is er een markt voor de 343, al zal menig bezitter van een Daf of Volvo 66 zich hebben afgevraagd waarom hij voor de opvolger van zijn auto zo veel meer geld moet neertellen. Nee, de start is niet gemakkelijk van de auto die we als Neerlands hoop in bange autodagen mogen zien; dankzij de overname door Volvo van Daf in 1975 wordt de 343 realiteit en kunnen de banen van duizenden werknemers in Born worden gered.

Volvo 343 en Honda Accord

Feitelijk is deze Accord een sterk uitvergrote Civic

Voor Honda geldt een heel ander verhaal dan voor Volvo. Het Japanse merk wordt overrompeld door het succes van de kleine Civic, die met zijn compacte, ronde koetswerk en nijver zoemende motortje wereldwijd haast wordt doodgeknuffeld. Dat smaakt naar meer: de Accord is feitelijk een sterk uitvergrote en nog ­altijd zeer prettig op het netvlies liggende Civic. Met zijn 1600-motor ligt hij net als de Volvo een beetje lastig in de markt, omdat hij de maatvoering heeft van een Opel Kadett, maar het motorvermogen, de uitstraling en het prijsniveau waarmee hij eerder naast bijvoorbeeld de sportieve Manta ­Combi Coupé past. 


Volvo 343 en Honda Accord

Dure Honda Accord had wel rijke standaarduitrusting

De hogere prijs is pas te rechtvaardigen wanneer je die 
afzet tegen de bijzonder rijke standaarduitrusting; zelfs ten ­opzichte van zijn Japanse concurrenten is de Accord luxueus 
te noemen. Hij heeft standaard een handgeschakelde vijfbak; een automaat is een optie van (ca. €450). Het gaat net als bij de 343 om een bijzondere transmissie: de befaamde Honda­matic, die ook in de Civic wordt geleverd. In beide auto’s merk je niet dat de overbrengingsverhoudingen tijdens het 
rijden wisselen, maar dat gebeurt natuurlijk wel. Bij de Volvo 
is de overbrenging ­continu variabel doordat de aandrijfriemen die de kracht­overbrenging van de cardanas naar de achter­wielen verzorgen in traploos groter of kleiner wordende poelies draaien. De Hondamatic, die Honda zelf heeft ontwikkeld omdat er geen trans­missiefabrikant te vinden was die een bak voor
de Japanners kon ontwikkelen, werkt met glijdende tandwielen op parallelle assen. Hierdoor voltrekken de schakelmomenten
zich eveneens ongemerkt.

Volvo 343 en Honda Accord

Volvo 343 trekt veel bekijks van oudere toeschouwers

De heerlijk felgroene Volvo 343 DL trekt veel bekijks als we ermee door de beboste omgeving van Ermelo rijden. De toeschouwers zijn op de doordeweekse zomerdag bijna zonder uitzondering fietsende 60-plussers, waarvan de blikken veelzeggend zijn; er is directe herkenning van de Volvo, die immers jarenlang niet uit het straatbeeld weg te denken is geweest. Ze kijken er met een zekere vertedering naar en wijzen hem na: ach ja, de Nederlandse Volvo, de drie-vier-drie, die ­hebben we zelf ook nog gehad. De zilvergrijze Honda Accord valt wat de toebedeelde aandacht betreft in het niet bij de 343. Dat komt niet alleen door de kleur, maar ook van­wege het model, dat amper opvalt. Mogelijk bemoeilijken de ­gemonteerde accessoires de herkenning ook wel, zoals de lichtmetalen wielen, de bumperbeugels en de buitenjaloezieën. Ook het vinyl dak zag je destijds niet vaak. Hoe dan ook komt de ­Accord op een wonderlijke ­manier tijdloos over. En dat is een oordeel dat op deze dag nog vaker over de Honda zal worden geveld.

Volvo 343 en Honda Accord

Wielen Volvo lijken te klein

De 343 maakt indruk met zijn kloeke formaat, als een telg uit de compacte klasse die aan krachttraining doet. Alleen lijken de wielen te klein voor de lijvige auto. Kenmerkend is het verlengde staartstuk, dat Volvo-ontwerper John de Vries heeft toegevoegd vanwege de goede resultaten die dat opleverde in de windtunnel. Het geeft de Volvo een uniek profiel.
De Honda krijgt meer punten als we het uiterlijk puur subjectief op schoonheid beoordelen. Van het verfijnde front met de 
dubbele koplampen via de dynamisch-schuin oplopende achter­ruiten tot en met de ‘cleane’ achterzijde, waar alleen de twee bulten van de kentekenplaatverlichting uit de toon ­vallen.

Volvo 343 en Honda Accord

Vanbinnen bruin, hoe jaren 70 wil je het hebben?

Vanbinnen zet het kleurenspektakel van de Volvo zich voort, want hier is het bruin in diverse soorten wat de klok slaat.
Best knus, eigenlijk: het dashboard is donkerbruin als pure chocolade, de bekleding romig bruin als karamel. De stuurwielrand is op wonderlijke wijze aangetast in zijn bruin-zijn; de tand des tijds heeft er een vlekkerig grijsbruin geheel van gemaakt. Het dashboard is erg eenvoudig van vorm en maakt allerminst de indruk voor een lang leven gebouwd te zijn. Freerk vertelt dat zijn auto van een erg vroege lichting is, waarvan de dashboards midden bovenop onder invloed van warmte konden 
inzakken; Volvo heeft bij latere modellen een steuntje onder 
de desbetreffende plek gemonteerd. Het instrumentarium is wat vreemd ingedeeld, met de snelheidsmeter uiterst rechts en midden voor je de veel minder belangrijke weergaven van brandstof, laadspanning en temperatuur. De zit is perfect op 
de voortreffelijke stoelen, met het stuur en de automaat goed binnen bereik. Wel zit je hoog en gevoelsmatig ‘in de etalage’. Het overzicht is prima, met de motorkap volledig in beeld; de dode hoek schuin achteraan is kleiner dan gevreesd.

Volvo 343

Volvo 343.

Honda Accord Hondamatic

Honda Accord.

Honda zwart met oranje wijzertjes als enige kleur

In de Honda zijn de oranje wijzertjes van de instrumenten de enige kleuraccenten in een verder zwart interieur. Dit levert
samen met de diepe zit een gevoel van geborgenheid op. Het dashboard is veel drukker van opzet dan dat van de Volvo, wat zich mede door de rijkere standaarduitrusting laat verklaren. Voor je neus een even grote snelheidsmeter en toerenteller, daartussen veel nuttige overige informatie. Prima, en een lust voor het oog. De knoppen en schakelaars zijn verder verspreid over het dashboard, maar gek genoeg kun je alle functies razendsnel vinden. Het geheel zit niet alleen slim, maar ook erg degelijk in elkaar. Alles werkt vlekkeloos. Het vierspaaks stuurwiel oogt aantrekkelijk en ligt ondanks de dunne rand 
lekker in de hand. De stoelen zijn goed, maar wat vlakker dan die van de Volvo, terwijl de automaathendel perfect binnen handbereik valt. Een erg prettige werkplek, daar in de 
Honda. De Volvo is wel ruimer, hoewel de achterbank door
de volumineuze transmissie erg hoog staat.

Volvo 343

Honda Accord Hondamatic

Lekker loeien in de Volvo

Hoog tijd om te gaan rijden met deze twee bijzondere automaten. De Volvo-hendel gaat wat lastig in de R of D, een makke van deze extreem vroege auto. Het wegrijden gaat met een schokje, daarna kun je – tot je weer bijna tot stilstand komt – van een zo goed als trillingsvrije rit spreken. De besturing is veel minder zwaar dan verwacht (schrijver dezes had zijn vroegere, loodzwaar sturende 360 Injection nog in gedachten!), dit in tegenstelling tot de remmen, die een ferme trap nodig hebben om in actie te komen. De motor loeit er bij het wegrijden flink op los, terwijl de aandrijving kort na het wegrijden een eigen deuntje begint te zingen. Opvallend is dat het gecombineerde geluid aanhoudt als de auto eenmaal op snelheid is gekomen; de motor lijkt met een veel hoger toerental te draaien dan je afgaande op de werkelijke snelheid zou verwachten. In realiteit, zo verzekert de eigenaar mij, hoor je vooral de transmissie zijn werk doen en draait de motor zelf tamelijk rustig. Eenmaal met 80 km/h op de klok normaliseert de situatie, maar de Volvo blijft behoorlijk rumoerig. Bij het afremmen komt het toerental soms onverwacht wat opzetten; de schier onvoorspelbare band tussen ­motor en bak is voor niet-ingewijden echt even wennen. Het is beslist een brok techniek dat het verdient om als technisch erfgoed te worden gekoesterd. De wegligging van de 343 is zonder meer goed; de auto rijdt strak rechtuit en het veercomfort is ­uitstekend, al mocht het overhellen wat minder zijn.

Volvo 343

Volvo 343.

Honda Accord Hondamatic

Jammer dat de L niet meer werkt in deze Hondamatic

De Hondamatic heeft twee standen vooruit, aangeduid met een ster en een L. In de testauto is de L geblokkeerd, volgens de huidige eigenaar
omdat de eerste eigenaresse zich er geen raad mee wist. 
Jammer, want je kunt er wat feller mee optrekken en beter mee op de motor afremmen. Hoe dan ook, in de ster-stand 
(feitelijk de D) is het volop genieten geblazen, omdat de auto in deze stand volstrekt schokvrij en soms met gelijkblijvende toeren­tallen van stilstand naar zijn topsnelheid suist. De Hondamatic mag technisch misschien zijn ingehaald door modernere,
elektronisch geregelde bakken, maar voldoet vandaag de dag feitelijk nog perfect. En dat geldt voor de Accord als geheel ook: wat rijdt deze auto, bijna 50 jaar na zijn introductie, nog steeds modern! Hij stuurt slechts wat zwaar en gevoelloos, maar hij remt super en beweegt zich met een grote vanzelfsprekendheid door bochten, in de stad én op snelheid. Intussen snort het 
motortje tevreden voor zich uit, voelt nooit gestrest aan en 
levert zo een zeer comfortabele en – anders dan in de Volvo – vlotte rit op. De Honda verrast met zoveel technisch vernuft, 
wat hem op deze plek tot de overtuigende winnaar maakt. Een heerlijke klassieker, ook voor alledag.

 

HONDA ACCORD 1600 HONDAMATIC (1979)
Motor - 4-cil. in lijn
Cilinderinhoud - 1.600 cc
Max. vermogen - 59 kW/80 pk bij 5.300 tpm
Max. koppel - 124 Nm bij 3.700 tpm
Aandrijving - achterwielen
Aantal versnellingen - traploze automaat
Wielophanging v/a - McPherson veerpoten rondom
Remmen v/a- schijven/trommels
Afmetingen (l x b x h) - 4,12 x 1,62 x 1,33 m
Wielbasis - 2,38 m
Verbruik - ca. 9,8 l/100 km
Topsnelheid - 158 km/h
0-100 km/h - 13,0 s
Gewicht - 905 kg
Vanafprijs (1979) - € 8.660

 

Geschiedenis Honda Accord

Honda kwam in de jaren voor deze Accord al met enkele zeer bijzondere 
auto’s, die je vanwege hun minimale afmetingen en hoogwaardige techniek haast als vierwielige motorfietsen mocht aanduiden. Kenmerkend is de S800 met zijn minuscule viercilinder van 791 cc, die duizelingwekkend toerentallen van wel 11.000 per minuut aankon. De zeer kleine stads­auto’s N360 en N600 sloegen hier niet echt aan, terwijl de Honda 1300, een technisch zeer geavanceerde vierdeurs sedan (voorwielaandrijving, luchtgekoelde viercilinder met vier carburateurs, 115 pk bij 7.200 toeren!), alleen in Japan is ­geleverd. Nee, het grote succes op autogebied kwam – voor Honda voor het eerst ook in Amerika en Europa – met de zeer aaibare Civic van 1972, dankzij de oliecrisis van 1973 waardoor de vraag naar zuinige auto’s explodeerde. Honda gebruikte het momentum van die positieve ontvangst door in mei 1976 een tweede model te introduceren: de Accord, die in Japan de opvolger werd van de 1300. De Accord was in grote lijnen een Civic in XL-formaat, want de technische aspecten vertoonden sterke overeenkomsten. Zo had de Accord de motor van de Civic 1500 cc, waarvan het slagvolume door de toepassing van een andere krukas op exact 1.600 cc werd gebracht. De wielbasis werd 10 cm verlengd, de carrosserie was 18 cm langer. Wat bleef, was het fraaie onderstel met McPherson-veerpoten voor én achter, een bijzondere constructie in een tijd waarin auto’s veelal met starre en semi-onafhankelijke achter­-assen rondreden. De eerste Accord was de sportief gelijnde driedeursversie; de wat ­statiger ogende, maar over het algemeen als minstens zo fraai beoordeelde vierdeurssedan volgde in modeljaar 1977. Een jaar daarna kwam Honda ­bovendien met een vlotte, 
an de Accord afgeleide tweedeurscoupé, de Prelude. Wat volgde, was een voortdurende evolutie van de Accord. Het eerstgenoemde model kreeg een andere m cc. In 1981 kwam er een redelijk ingrijpend gewijzigde nieuwe versie. De vormgeving paste zich steeds aan de tijd aan; de auto werd gewoonlijk steeds strakker en zakelijker gelijnd, bovendien groeide hij telkens iets. De driedeurs­versie zou drie generaties meegaan, voor het laatst in de vorm van de spraakmakende Aerodeck, een heuse shooting brake, die Honda bouwde van 1985 tot en met 1989. De Accord maakte verder carrière als sedan en stationwagon; het model is in Europa van het toneel verdwenen, maar is onder meer in de Verenigde Staten nog steeds erg populair.

 

VOLVO 343 DL (1976)
Motor - 4-cil. in lijn
Cilinderinhoud - 1.397 cc
Max. vermogen - 51 kW/70 pk bij 5.500 tpm
Max. koppel - 108 Nm bij 3.500 tpm
Aandrijving - achterwielen
Aantal versnellingen - traploze automaat
Wielophanging v/a - McPherson veerpoten/De Dion-as met bladveren
Remmen v/a- schijven/trommels
Afmetingen l/b/h - 419/166/139 cm
Wielbasis - 239 cm
Verbruik - ca. 10,0 l/100 km
Topsnelheid - 145 km/h
0-100 km/h - 18,5 s)
Gewicht - 978 kg
Vanafprijs (1976) - € 8.122

 

Geschiedenis Volvo 343

Bij Volvo in Zweden noemden ze de 343 ten tijde van de eerste presentatie, begin 1976, één van de
belangrijkste ontwikkelingen voor het merk in dat decennium. Bijzonder, omdat de eigen 240-serie niet lang daarvoor was geïntroduceerd. De 343 is hoofdzakelijk een Nederlandse ontwikkeling, met duidelijke inmenging van de collega’s uit Gothenburg. Zij zagen er onder meer op toe dat de kwaliteit, veiligheid en duurzaamheid van de nieuweling op ‘Zweeds’ niveau kwamen te liggen, zodat de 343 als een goede representant van het degelijke Volvo-merk kon worden beschouwd. De veiligheidsvoorzieningen waren sowieso van niveau, met zaken als balken in de portieren, een uitgekiende kooiconstructie, driepunts rolgordels en een gelaagde voorruit. Jammergenoeg was het remsysteem simpelweg voor-achter gescheiden, en niet met twee ‘triangels’ (telkens
twee voorwielen en één achterwiel) zoals bij de Zweedse Volvo’s. De motor was net als bij de Volvo 66 afkomstig van de Renault 12, ditmaal met een slagvolume dat is vergroot van 1.289 tot 1.397 cc, waardoor het vermogen toenam van 57 naar 70 pk. Renault zou deze motor speciaal voor Volvo hebben ontwikkeld, maar is later ook in veel eigen modellen toegepast. De transmissie van de 343 is gelijk aan die van de 66, maar er is een mechanische parkeerstand aan toegevoegd. Uiteraard is de ‘verplichte’ lay-out met de transmissie tegen de achteras - een kenmerk van de Variomatic - overgenomen. Achter de motor is eerst een centrifugaalkoppeling geplaatst, die vanaf 1.000 tpm gaat aangrijpen en aldus een verbinding naar de bak tot stand brengt. Dit betekent
dat de auto geen kruipneiging vertoont wanneer de selectiehendel in D of R staat en de motor stationair draait. Ten behoeve van soepel wegrijden na een koude start, waarbij de choke nodig is om de boel met verhoogd toerental aan de praat te houden, kan het aangrijptoerental met een knop tot 2.000 toeren worden verhoogd. Pas wanneer de krukas 2.600 toeren maakt, is de verbinding honderd procent te noemen, zodat daarvoor met nogal wat slip wordt gereden. De L en DL waren aanvankelijk de enig twee uitvoeringen van de Volvo 343. Technisch zijn ze identiek, maar bezitter van een 343 DL kon de ogen van de L-rijder uitsteken met standaardvoorzieningen als een klokje, een aansteker, een console op de middentunnel, stoffen bekleding, vloerbedekking en een hoedenplank. Het geheel vergde een meerprijs van precies 1.000 gulden (ca. € 450). De
343 maakte sinds de start in 1976 een gestage evolutie door, waarbij de komst van een handgeschakelde versie, een vijfdeursmodel en Zweedse tweelitermotoren de ingrijpendste waren. De Volvo’s 343 en 345 evolueerden in 1982 tot de Volvo 340 en 360, waarbij de 360 GLT met injectiemotor het sportieve en luxueuze topmodel was. Een jaar later verscheen de vierdeurs sedan. De 300-serie ging pas in 1991 uit p

Deze test is eerder gepubliceerd in AutoWeek Classics en je kunt ook de video al eens gezien hebben.

Lezersreacties (22)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.