Hoe herken je de Golf GTI Clubsport?

Uiterlijk verschilt hij niet zo veel van de reguliere GTI. Je herkent de Clubsport aan de in hoogglans zwart uitgevoerde kunststof delen in het front, op de dorpel en aan de achterkant, waar dat anders matzwart is. Ook zit er een striping aan de onderkant van de portieren. Verder draagt hij op de flanken en achterklep gewoon de letters GTI en loopt er een rode bies over het front. De wielen zijn met 18 inch een maatje groter dan die van de GTI. Kies je voor het Performance Pack, dan heb je 19 inch, een uitlaatsysteem van Akrapovic plus een hogere topsnelheid.

Volkswagen Golf GTI Clubsport - generatie 8,5

Hoeveel pk heeft de GTI Clubsport?

De tweeliter turbomotor levert 300 pk, waar dat in de vorige (VII) nog 265 pk was. Wil je meer, dan is er de Golf R met vierwielaandrijving en 333 pk. Van de Golf VII Clubsport werd in 2016 in een oplage van vierhonderd stuks de driedeurs S gebouwd, met 310 pk, een handbak en zonder achterbank. Die werd meteen de Nordschleife opgestuurd voor een nieuw ronderecord en met een tijd van 07:49:21 sleepte hij de titel van snelste voorwielaangedreven productiemodel naar binnen. Die titel is met een tijd van 07:44:88 nu in handen van de Civic Type R.

Hoe verhoudt de Clubsport zich tot de Golf R?

Het toeval wil dat we diezelfde dag al met de nieuwe R hebben gereden, relevant vergelijkingsmateriaal. De Clubsport is zo’n honderd kilo lichter. Dat lijkt niet zo gek veel, maar toch voel je het meteen. Waar je met de R echt als een bezetene kunt stampen vereist de Clubsport wat meer fijngevoeligheid, waar hij dan weer veel rijplezier en lichtvoetigheid voor teruggeeft, niet in het laatst vanwege de heerlijke gasrespons. Naast de 30 Nm extra ten opzichte van de GTI heeft deze motor namelijk een grotere turbo (uit de R) met een ‘preload’-functie waarmee deze op een bepaald toerental wordt gehouden. Dat maakt hem extra giftig, maar dan is het nog zaak om al dat vermogen fatsoenlijk op de weg te krijgen. Maak je geen zorgen, dat doet de Golf uitstekend. Er is een elektronisch geregeld sperdifferentieel dat voor optimale tractie zorgt, zonder het vermogen weg te nemen. Ook bij het insturen is de grip fenomenaal, zelfs als je misschien net iets te hard die gemene knijper naar rechts pakt. In de bocht stevig op het gas wordt ook niet genadeloos afgestraft. De Golf blijft strak zijn koers volgen, ook al voel je de voorwielen een beetje glijden. Wat vooral overheerst, is het gevoel van totale controle en een enorme lach op je gezicht. Misschien niet zo snel als de R, maar wel een stuk leuker.

Speels ding dus, die Clubsport?

Nu is het natuurlijk niet zo dat er geen eind aan de grip komt, want de natuurkundige wetten blijven gelden. Het is bij de Golf niet zo dat bij abrupt gas loslaten de achterkant een stapje opzij zet. Het gaat er allemaal veilig en niet speels aan toe. De besturing werkt progressief, zowel qua gevoel als qua overbrenging. Dat zorgt onder alle omstandigheden voor een fijn stuurgevoel. De rijbeleving is trouwens voor een groot deel zelfs in te stellen door zelf een rijprofiel samen te stellen, inclusief de werking van de schokdempers. Er is zelfs een rijmodus ‘eco’, voor de ritten naar je werk of de winkel en de optie ‘special’, afgestemd op de Nordschleife.

Heeft de Clubsport ook een stuur met touchknoppen?

Het stuur heeft normale druktoetsen en er staat een groter scherm op het dashboard. Dat meet bijna 33 cm en maakt deel uit van de facelift, compleet met spraakassistent IDA. Het instrumentarium is in GTI-stijl weer te geven, met centraal een grote toerenteller en rechts daarvan een instrument dat de G-krachten weergeeft. Wat nog steeds wennen blijft, zijn de tiptoetsen voor de achterruitverwarming en de voorruitontwaseming links van het stuur, in het cluster met de knopjes voor de verlichting. Futiliteiten in dit geval, het gaat om de rijbeleving. Die is dik in orde. De grote vraag is en blijft: komt de Clubsport naar Nederland? De importeur houdt nog een slag om de arm.