Test: Alfa Romeo Junior (2024) – Wat weten de Italianen toe te voegen aan een Frans concept?

Spuit 11?

97 reacties

Video

De Alfa Romeo Junior is het elfde model op een inmiddels al vijf jaar oud PSA-platform. Ook in Milaan snappen ze dat je dan met meer moet komen dan alleen een onderscheidend uiterlijk of veel pk’s. Vermogen genereren is bij een EV geen raketwetenschap, maar hoe krijg je 280 pk fatsoenlijk aan het asfalt bij een voorwielaangedreven B-segment cross-over? Zie hier de Alfa Romeo Junior 280 Veloce.

Is de Junior wel een echte Alfa?

Na het wegvallen van de Mito, zes jaar geleden, heeft Alfa Romeo eindelijk weer een compact model in het gamma: de Alfa Romeo Junior. Deze B-segment cross-over is de elfde auto op de Stellantis CMP-architectuur en deelt zijn basis met auto’s als de alweer uit 2019 stammende Peugeot 208. Met gemeenschappelijke techniek ligt de kans op eenheidsworst op de loer. Een vluchtige blik op de prijslijst lijkt dat te bevestigen: de Junior komt er als hybride (met de bekende PSA 1,2-liter driecilinder) en is er als BEV. Wanneer we iets beter kijken, blijkt het toch meer te zijn dan doorsnee Stellantis-techniek. Naast de gewone voorwielaangedreven hybride komt de Junior er ook als Q4 met een extra elektromotor die de achterwielen aandrijft. Maar het meest opmerkelijke is de Junior 280 Veloce, een EV waar de andere merken met hun CMP-auto’s nog geen antwoord op hebben. Aanvankelijk aangekondigd met 240 pk (net als de Abarth 600e en de Lancia Ypsilon HF) heeft de Veloce uiteindelijk een 280 pk elektromotor onder de kap. Daarmee loop hij keurig in de pas met de Giulia Veloce en Stelvio Veloce die ook 280 pk aan boord hebben (weliswaar uit benzine, maar toch).

De Junior is al vanaf een afstand herkenbaar als Alfa Romeo

Is de Junior premium of praktisch?

Hoewel compact vanbuiten heb je voorin (ook met een wat groter postuur) genoeg ruimte. Achterin kun je je benen iets minder makkelijk kwijt. En doordat de sportstoelen van de Veloce aan de achterkant voorzien zijn van een harde schaal, druk je daar ook niet lekker je knieën tegenaan. Beter is het gesteld met de bagageruimte, die meet een meer dan keurige 400 liter. Een frunk is er overigens niet, voorin zit gewoon de aandrijftechniek.

De Junior is helemaal Alfa, er lijkt geen detail overgeslagen om dat te onderstrepen. En dat dan niet alleen vanbuiten, maar ook aan de binnenkant. Alfa Romeo wordt binnen het Stellantis-concern neergezet als één van de premium labels, maar om dat volledig waar te maken laten de Italianen in het interieur toch wat steken vallen. Er is meer hard plastic gebruikt dan we hadden gehoopt. Verder tillen de bekende Stellantis-bedieningselementen het geheel ook niet echt naar een hoger plan. En hoewel de behuizing van het instrumentarium in klassieke Alfa-stijl is opgetrokken zit daar een rechthoekig schermpje in dat net niet mooi op de behuizing aansluit. Maar afijn, het is wel allemaal functioneel en wel of geen premium interieur, daar gaat het nu eigenlijk helemaal niet om. De Junior 280 Veloce maakt indruk op een heel ander vlak.

Met een laadvolume van 400 liter Alfa Romeo Junior een praktische B-segment cross-over.

Hoe rijdt de Alfa Romeo Junior?

Fysiek is de elektromotor in de Veloce dezelfde synchroonmachine met permanente magneten die in de Abarth en de Lancia goed is voor 240 pk, de M4+ zoals hij intern aangeduid wordt. Alleen dankzij andere software is er nu 280 pk beschikbaar, om precies te zijn tussen 4.875 en 15.200 toeren per minuut, terwijl je van 250 tot 4,875 toeren beschikt over maximaal 345 Nm. Dat is heel wat voor een voorwielaangedreven B-segment cross-over met aan de voorkant McPherson-veerpoten en achter een relatief simpele semi-onafhankelijk torsie-as. Op Alfa’s testbaan in het Italiaanse Balocco (tussen Milaan en Turijn) blijkt de auto er echter prima raad mee te weten.

Om te beginnen staat de Veloce waarmee we de grenzen willen opzoeken op Michelin Pilot Sport EV’s in de maat 225/40R20 en is het onderstel 25 millimeter lager dan de andere Juniors. Verder zijn er veren, schokdempers en stabilisatorstangen gebruikt met een behoorlijk sportieve afstemming. En als kers op de taart heeft het voorwielaangedreven bommetje een Torsen limited-slip differentieel (voor de kenners: de vierde generatie, type D, een doorontwikkeling van het differentieel uit de 147 Q2). Uiteraard rijden we de auto in de dynamische rijmodus. Hierin reageert de motor lekker fel op het gaspedaal. Wanneer de eerste bocht opdoemt is het rempedaal nodig om de vaart er uit te halen. Afremmen op de motor doet de auto nauwelijks, dat hoeft ook niet. Als je dat per se toch wilt is er de B-knop, die gebruiken we liever alleen tijdens afdalingen of stadverkeer. De remmen kwijten zich prima van hun taak, voelen goed aan en zijn mooi te doseren. Aanvankelijk is het even zoeken naar waar de maxima liggen in de bocht, het kan sneller dan verwacht. Mede dankzij het Torsen LSD is er niet of nauwelijks sprake van onderstuur. Er is lekker veel grip. Heel neutraal gaat de auto de hoek om. En wanneer we vervolgens eventjes abrupt het gas loslaten, wordt de achterkant wel een klein beetje licht, maar houdt de auto evengoed keurig de ingestuurde baan vast. De Junior is behoorlijk vergevingsgezind. Pas wanneer we flink forceren beginnen de Michelins te piepen. Het grofmazige elektronische vangnet blijft gelukkig heel lang op afstand. De vrij directe besturing werkt ondertussen tamelijk licht maar toch evengoed wel lekker communicatief. Meestal gaat dat niet samen, Alfa heeft dat echter toch voor elkaar gekregen om er een welhaast natuurlijk verlengstuk van je ledenmaten van te maken.

Dat het accupakket (51 kWh netto) lekker laag in de bodem ligt, doet ook veel goed voor de voertuigdynamiek, en Alfa weet daar volop van te profiteren. De koets blijft – ook voor een EV – opmerkelijk vlak in de bocht. Wie daarbij verwacht dat op slecht wegdek je vullingen uit je kiezen rammelen komt bedrogen uit. Ondanks zijn dynamische inborst biedt de Junior 280 Veloce nog genoeg comfort.

Mede dankzij zijn limited-slip differentieel gaat de Junior heel strak de hoek om.

Wat zijn de elektrische prestaties van de Junior?

Sport en spel vragen wel de nodige energie, de opgegeven 410 WLTP-kilometers op een volle accu halen we bij lange na niet. Daarvoor moet je het echt rustiger aan doen, en dat kost ons serieus moeite bij dit gretige elektrobommetje. Opladen kan vervolgens met 11 kW AC aan de reguliere laadaansluiting of met 100 kW DC bij de snellader. Dat zijn anno 2024 geen grensverleggende getallen meer, het volstaat maar spreekt niet tot de verbeelding.

De Junior is weliswaar al het elfde model op het inmiddels overbekende platform, maar als 280 Veloce ook zeer zeker de leukste. Alfa Romeo kan met deze auto iedereen van repliek dienen die roept dat EV’s saai zijn. Het harde plastic en de PSA-knopjes vergeven we hem meteen, maar een serieus pijnpunt is zijn prijs. Met zijn 280 pk, sportonderstel en sperdifferentieel staat hij voor €48.000 in de catalogus. Dat is stevig. Behoorlijk stevig zelfs voor een B-segmenter met weinig tot de verbeelding sprekende EV-capaciteiten.

Veel bedieningselementen kennen we uit andere elektrische Stellantis-modellen.

Alfa Romeo Junior (2024)
Alfa Romeo Junior (2024)Alfa Romeo Junior (2024)Alfa Romeo Junior (2024)Alfa Romeo Junior (2024)Alfa Romeo Junior (2024)Alfa Romeo Junior (2024)Alfa Romeo Junior (2024)Alfa Romeo JuniorAlfa Romeo JuniorAlfa Romeo JuniorAlfa Romeo Junior

  • +Lekker dynamisch onderstel
  • +Strakke besturing
  • -Beperkte beenruimte achterin
  • -Veel hard plastic

Oordeel

3 sterren

Als topversie is de Alfa Romeo Junior 280 Veloce leuk speelgoed, maar voor zijn stevige vanafprijs schieten zijn elektrische capaciteiten tekort.

PRIVATE LEASE Alfa Romeo Junior

Gerelateerde forum topics

Lezersreacties (97) (gesloten)

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.

De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.

Praat verder op het forum