Test: Seat Leon & Altea
Twee gezichten
- Albert-Jan Cornelissen
- Eerste rijtest
Met de Leon wil Seat, naar eigen zeggen 'het Alfa Romeo van het Volkswagen-concern', sportief ingestelde rijders plezieren. Maar omdat-ie niet zelden ook de rol van gezinsauto vervult, werd een beter compromis tussen sportiviteit en rijcomfort gezocht bij de vernieuwde Leon. Is dat gelukt?
Ook bij de behoedzaam onder handen genomen Seat Leon is het overduidelijk dat zijn ontwerper ooit aan de wieg stond van de Alfa's 147 en 156. Kijk maar eens naar dat pronte grilletje, de 'verstopte' portiergrepen achter of de langgerekte achterlichten. Niet bijster origineel wellicht, maar het eindresultaat staat als een huis. Ook drie jaar na zijn introductie is de compacte middenklasser van Seat in onze ogen nog altijd één van de fraaiste auto's in zijn segment. De facelift heeft hem wat dat betreft weinig veranderd. De voorbumper met zijn grotere luchtinlaten maakt hem iets 'dikker', maar de grille werd juist een tandje smaller. Ook werd het Seat-logo vooraan een stuk kleiner, opvallend in een tijd waarin veel merken hun producten van een kilometer afstand herkenbaar willen maken door enorme merklogo's. Aan de achterzijde zien we achterlichten met een iets andere vorm, een wat sterker aangezette achterbumper en een achterruit die groter werd voor een beter zicht. Niet al te spannend dus allemaal, maar zoals gezegd ligt de Leon nog altijd erg prettig op het netvlies. Bovendien is hij nu in wat spannender kleuren leverbaar dan voorheen, waaronder feloranje, knalblauw en limoengroen. Even afwachten of er veel mensen zullen zijn om zo'n tint te kiezen in plaats van het obligate zwart, maar de Seat smoelt er beslist goed mee.
Prijs betalen
Wanneer je het interieur nader bekijkt, zie je dat er toch een prijs moet worden betaald voor dat gelikte design. De ruimte voorin is zonder meer uitstekend, maar wanneer je achterin gaat zitten, moet je uitkijken dat je je hoofd niet stoot tegen de C-stijl, een gevolg van de sterk aflopende daklijn. Die zorgt er ook voor dat de hoofdruimte nogal beperkt uitvalt voor langlijvigen. Wie regelmatig met opgeschoten pubers op pad gaat, kan beter opteren voor de Altea (zie kader). Die is namelijk voortaan exact even duur als zijn kleinere hatchbackbroertje. Maar voor wie niet regelmatig de achterbank vol heeft zitten, is de Leon een uitstekende keus. Ook binnenin ziet hij er voortaan netjes uit, de grote stukken goedkoop plastic die de middenconsole voorheen 'sierden' hebben plaatsgemaakt voor fraai aluminiumkleurig spul met chiquere bedieningselementen. Kleine chromen randjes op de knoppen tillen de kwaliteitsbeleving binnen in de Leon naar een duidelijk hoger plan. Het is nog geen Golf in dit opzicht, maar met bijvoorbeeld een Focus kan hij zich zonder meer meten. De ergonomie is goed voor elkaar, met uitzondering van het navigatiescherm dat duidelijk te laag zit. Dat is des te vervelender omdat het voortaan voorzien is van een touchscreen, dat zeker bij lichtinval lastig is af te lezen.
Het aanmeten van een lekkere zitpositie is daarentegen geen enkel probleem; je kunt de stoel lekker diep laten zakken voor een sportieve zit. Het zicht rondom wordt daardoor echter wel nog slechter. Door het enorme dashboard en de ver doorlopende voorruit zie je de neus in het geheel niet, terwijl het zicht schuin naar achteren ondanks de vergrote achterruit door de zeer forse C-stijl en taps toelopende achterruiten nog altijd matig is. Wél prettig zijn de duidelijk groter geworden buitenspiegels, die een beduidend groter blikveld bieden.
Soepeler
Voorheen was de Leon een auto die wat rijdynamiek betreft meestreed in de top van zijn segment, maar dat ging deels ten koste van het rijcomfort. Bij een auto die veelvuldig wordt ingezet als zaken- en gezinsauto is dat niet prettig, reden voor Seat om de vering op de gefacelifte Leon beduidend zachter af te stellen en de stabilisatorstangen wat soepeler te maken. Het resultaat is een duidelijk comfortabeler veergedrag, dat minder stoterig overkomt. Desondanks gaat de Leon nog altijd zeer strak de bocht door, dus de Spaanse ingenieurs hebben hun huiswerk goed gedaan. Het enige kleine smetje is de wat kunstmatig aanvoelende besturing, die echter wel lekker direct reageert. We maken de eerste meters met de sportieve FR-uitvoering, die 7 millimeter dichter op het asfalt ligt en merkbaar strakker stuurt dan de overige modellen. Ook biedt de besturing wat meer weerstand, wat mede het gevolg is van de relatief zware tweeliter dieselmotor in het vooronder van onze testauto. Deze 170-pk uitvoering heeft de commonrail-TDI van Volkswagen, die voor de gelegenheid is gekoppeld aan een plezierig direct schakelende zesbak. Voortaan is hij echter ook met DSG leverbaar. Echt nodig is dat niet, want met dank aan de 350 newtonmeters kun je schakellui rijden als je dat wilt. Bij het wegrijden valt de krachtontwikkeling in eerste instantie wat tegen, maar boven de 1.500 tpm wordt de turbo wakker en blaast-ie stevig in de bus. Doordat de motor beschaafd zijn werk doet en de Leon sowieso een redelijk stille auto is, heb je niet direct door dat hij grote stappen zet. Echt opwindend is de tweeliter TDI derhalve niet, terwijl het sportieve uiterlijk en innerlijk van de FR (met onder meer een afgeplat stuur en rode stiksels op de bekleding) dat wel suggereert. Nee, ondanks zijn krijgshaftige uiterlijk is de FR TDI vooral een comfortabele kilometervreter, die best wil sporten als zijn baas hem daartoe aanspoort. De tractie is daarbij goed voor elkaar, met dank aan XDS. Achter die term gaat een tegen meerprijs leverbaar elektronisch sperdifferentieel schuil, dat een vergelijkbare werking heeft als een mechanisch differentieel, maar dan zonder de daarbij behorende abrupte reacties in het stuur. Het werkt zonder meer uitstekend.
Pompverstuiverdiesels
De meer gangbare dieselmodellen moeten het voorlopig nog stellen met de lawaaiige pompverstuiverdiesels, ook de inmiddels stokoude 1,9-liter TDI moet nog even mee voordat hij wordt afgelost door een moderne 1,6-liter TDI. In de Ecomotive-uitvoering krijgt die een CO2-uitstoot van slechts 99 gram per kilometer en dus een gunstige bijtelling, wat hem voor de zakelijke markt zeer interessant zal maken. Zover is het echter nog niet. Op benzinegebied zien we de evenmin okselfrisse 1,4-liter met 85 pk en een 1,6-liter achtklepper die 102 pk mobiliseert. Veel interessanter is echter de bijzonder prettige 1,4-liter TSI met 125 pk en desondanks een erg laag verbruik. Daarnaast is er een 1,8-liter TSI met 160 pk, die voortaan aan de euro 5-emissienorm voldoet en met heerlijk veel koppel strooit. Ook is hij er niet vies van om een beetje toeren te maken, echt een lekker sportieve motor. Nog een stapje verder zien we de nieuwe 2,0-liter turbomotor uit de nieuwe Volkswagen Golf GTI, die over 211 pk beschikt en volgens het merk tien procent zuiniger is dan zijn 200 pk sterke voorganger. Vanaf half april staat de nieuwe Leon bij de dealer.
Had je deze auto's al gezien?
Lezersreacties (32) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.