Test: Hyundai i30 (2012)
Brave bolleboos in een maatpak
46 reacties
Video
Helaas kunnen wij deze video niet weergeven, omdat je niet akkoord bent gegaan met de
cookie voorwaarden.
Onze video speler heeft rechten nodig voor de "Social Media".
Wijzig je cookie instellingen
Met de vorige generatie i30 parkeerde Hyundai zichzelf voor het eerst stevig in het C-segment. De nieuwe generatie gaat duidelijk nog een stapje verder! We reden met de 1.6 GDI in Zuid-Spanje.
Nu al een legendarisch moment, waar we over vele jaren wellicht nog steeds naar verwijzen. Topman van de Volkswagen Groep Professor Doktor Martin Winterkorn inspecteert op zijn 'eigen' autoshow, de IAA in Frankfurt, de gloednieuwe i30. Onder toeziend oog van vele camera's constateert de man dat het interieur verdraait goed in elkaar zit, want een ondergeschikt moet meteen uitleggen waarom Hyundai het wel voor elkaar krijgt dat de stuurverstelling stevig in elkaar zit en VW (vermoedelijk bij de Golf) niet. De verantwoordelijke man stottert wat excuses over te hoge kosten, maar de schade is al gedaan. Bij Hyundai tijd voor een feestje, want free advertisement heeft een hele nieuwe lading gekregen. Nu was het geheel niet bepaald met een verborgen microfoon opgenomen, dus je vraagt je af waarom Winterkorn, die op zijn zachtst gezegd een aardige staat van dienst heeft, en public zijn eigen medewerkers zo afviel. Zou er een strategie achter zitten of kon het hem geen ene bal schelen? Het maakte in ieder geval duidelijk dat de i30 geen tussenmodelletje is. In Spanje maakten wij de eerste meters met de Koreaan. Wat kunnen we verwachten?
Blijvende kwaliteit
Over het exterieur valt vast genoeg te zeggen. Veel vloeiende lijnen en die grote drukke grille met trapezium vorm. Dit moet het nieuwe familiegezicht van Hyundai worden, het verschil met de vorige i30 is dan ook zeer groot. De achterkant is relatief hoog, wat de hoofdruimte op de achterbank ten goede komt. De beenruimte blijkt bij inspectie ook opvallend goed: een Astra of 1-serie legt het hier volledig af. Dan de plek achter het stuur: de stoel biedt veel ondersteuning en kan goed omlaag. Vervolgens halen we net als Winterkorn het stuur ver naar ons toe: fijne zitpositie. De cockpit is helder opgebouwd, met grote knoppen op de middenconsole. Het materiaal is prima, voor een Koreaan zelfs ver boven gemiddeld. Maar het is meer de afwerking die verbaast. Het voelt niet langer week en slap, maar stevig en betrouwbaar. Net als het stuur en de versnellingpook. En die genoemde zitpositie. Het lijkt allemaal zo gemakkelijk, maar juist dit merk heeft in het verleden aangetoond dat het allemaal niet zo vanzelfsprekend is. Die X-factor, dat gevoel van binnen dat het allemaal klopt. Veel Aziaten in de lagere segmenten zijn nog (lang) niet op dit niveau en Hyundai laat na de i40 opnieuw zien dat ze snappen hoe het moet. De ergonomie blijkt, geholpen door de grote knoppen, ook prima in orde. Daar komt bij dat de navigatiesystemen van Kia en Hyundai tegenwoordig super zijn. Heldere, simpele bediening met een grote kaart. In bijvoorbeeld een Ford Focus zoek je daar tevergeefs naar. We zijn enthousiast dus. Nu moeten we niet overdrijven, het is niet zo dat Hyundai ineens leidend is. Maar op dit vlak staat het merk nu stevig bovengemiddeld in het C-segment, waarbij het een fors aantal concurrenten achter zich laat. Mazda, Honda, Skoda, Seat en Toyota doen het bijvoorbeeld stukken minder goed. Dat enkele van hen alleen modellen hebben die al een tijd meegaan, doet daar niets aan af.
Twee motoren
Qua motoren houdt Hyundai het overzichtelijk. Welgeteld één benzine- en één dieselmotor heeft het merk vooralsnog in de aanbieding. Beide zijn 1.6'jes en beide zijn behoorlijk zuinig. En dat is niet alleen goed voor de bijtelling (die is 20 procent: niet alleen nu maar ook de komende jaren), maar ook de nieuwprijs van de auto blijft hierdoor laag. Ook lekker voor particulieren dus. Wij proberen de benzinemotor: de 1.6 GDI met 135 pk. Dit is een atmosferisch blok, en dat is weer even wennen na al het turbogeweld van tegenwoordig. De motor is redelijk soepel, maar onderin makkelijk versnellen zal je niet lukken. Even een tandje terug en toeren maken is het devies: dan kom je best vooruit. Zolang we het blok op toeren hielden, kwamen we nooit echt kracht te kort. De overbrengingen van de (prima) zesbak zijn redelijk lang: je haalt precies 100 op de teller in de tweede versnelling. Kortere verhoudingen had de auto iets levendiger gemaakt, maar op deze manier is de auto natuurlijk weer iets zuiniger.
Het rijden is nog het moeilijkste verhaal. Beter dan voorheen, vooral de tractieproblemen zijn fors verminderd. Maar een duidelijke keuze maakt Hyundai niet. Het merk wil wat meer de luxe kant op ten opzichte van concerngenoot Kia, en dat merk je aan het onderstel. De auto ligt redelijk strak en helt niet hinderlijk over, maar dynamisch wordt het nooit. De afstemming doet veel denken aan een Toyota Auris, en in de verte ook wat aan een Peugeot 308.
Geen X-factor
Evengoed is de auto ook niet zo comfortabel als mogelijk zou zijn met die keus. Wat betreft fijneslijperij van de onderstelbalans is er nog wel wat terrein te winnen voor Hyundai. Voer je het tempo op, dan wil de auto nog wel eens meer naar buiten zeilen dan zou moeten. Daar komt bij dat het stuurgevoel nog steeds wat afstandelijk is. Je kunt dan wel de stuurbekrachtiging in drie standen verstellen van licht naar zwaar, maar daar wordt de terugkoppeling niet beter van. Let wel, gezien de groei die Hyundai op alle vlakken doormaakt, gaat de lat voor het merk ook op dit gebied omhoog. Het onderstel is dik in orde, maar voor welke C-segmenter geldt dat tegenwoordig niet? Om je te onderscheiden op rijgebied heb je ook hier een soort X-factor nodig, en die heeft de i30 niet.
Het grootste pluspunt is nog altijd value for money, zeker omdat die value wel flink omhoog is gegaan. De nieuwe Hyundai in het C-segment staat niet langer onderaan met een laag prijskaartje om dat te compenseren, nee, de auto staat stevig midden in de compacte middenklasse. De merken die zich het meeste zorgen moeten maken, zijn vermoedelijk die 'andere Aziaten': Mazda, Toyota en Honda. Maar hoe zit het met Fiat? Of Opel? Of Citroën met zijn C4? Bij de vorige i30 kwam ruim 80 procent(!) van de kopers van een ander merk. En ja, ook van Volkwagen, Ford en Peugeot. De nieuwe i30 is luxer en meer volwassen, dus zal nog meer mensen aanspreken. De prijs is niet veranderd en dat bedoelen we positief. Voor 17 mille heb je de instapper met al zaken als mistlampen en audio, voor 22 mille heb je de meest luxueuze benzineversie met leer, xenon, navigatie, klimaatcontrole en nog veel meer. Uiteraard met genoeg keuze daartussenin. Dat is echt een heel gunstige prijs, bovendien krijg je nog vijf jaar garantie bij ook. Kortom, waren er vroeger genoeg redenen om Koreaanse auto's over te slaan, onderhand moet je echt naar die argumenten op zoek. Spannend of leuk wordt deze auto nooit, maar zo is de i30 ook niet in de markt gezet. In Genève krijgen we de stationvariant van de auto te zien, binnen een jaar volgt, voor het eerst, een driedeursversie. Tegen die tijd weten we ook meer over de komst van de 1.6 turbo én een versnellingsbak met dubbele koppeling, zoals we die al in de Veloster vinden. En ondertussen dendert het marktaandeel van Hyundai verder omhoog. Winterkorn had het goed gezien. Hier is echt wel iets aan de hand.
PRIVATE LEASE Hyundai i30

Lezersreacties (46) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.