Ford Focus 1.0 Ecoboost (2012) - Test

Het is nog niet zo lang geleden dat we en masse onze neus ophaalden voor driecilindermotortjes. Die hoorden louter thuis in kleinenboodschappenkarretjes, maar zeker niet in auto's die de bebouwde kom moesten kunnen verlaten. Maar tijden veranderen en downsizing is met het einde van de fossiele brandstofvoorraad en een gegroeid milieubewustzijn het toverwoord geworden. Ford denkt dat de geesten er rijp voor zijn en durft het in dit tijdsgewricht aan om zo'n driepitter in een Focus te lepelen. We zullen vooral moeten wennen aan het idéé van een driecilinder in een auto van het formaat Focus, want de praktijk leert dat de zuinigste benzinemotor die Ford ooit heeft gemaakt heel behoorlijk raad weet met vijfdeurs Focus waarin we onze kennismakingsrit maken, en dat een driecilinder absoluut geen zwaktebod hoeft te zijn. En dat is goed nieuws, want van deze voor de fabrikant belangrijke 1,0-litermotor gaan we nog veel meer horen in de toekomst. Hij komt in ieder geval terug in de C-Max en de nog te introduceren B-Max. En het is niet uit te sluiten dat de driepitter ook z'n weg naar de Mondeo weet te vinden.

Amusant

Nu gebiedt de eerlijkheid te melden dat we louter en alleen met de sterkste variant van het bescheiden turbomotortje hebben gereden, dat nog altijd 125 pk ophoest. Er is ook een 100 pk-variant, die we niet aan de tand hebben kunnen voelen. De sterkste versie weet de levendigheid in de Focus in elk geval te bewaren. Goed, een strepentrekker maakt de driecilinder natuurlijk niet van de Focus, maar er zit heus genoeg puf in. Volgens de fabriek sleurt Fords nieuwe zuinigheidswonder de Focus in 11,3 tellen van de stopwatch naar 100 km/h; niet om steil van achterover te slaan, maar een acceptabele acceleratie geeft verleent de 1,0-liter de auto zeker. Maar de driecilinder is niet gemaakt om de Focus te laten laagvliegen; daarvoor heeft Ford andere aandrijfconcepten in het schap. Veel belangrijker is de drivebility. Daar hebben de Duitsers veel aandacht aan besteed, en hun werk heeft z'n vruchten afgeworpen. Dat merk je al direct na het indrukken van de start-stopknop achter het stuurwiel. Een driepitter loopt van nature veel minder mooi dan en viercilinder, maar in de Focus 1.0 Ecoboost zijn nauwelijks vibraties voelbaar. En dat terwijl Ford geen balansassen heeft toegepast in de motor, mede om gewicht te besparen. Om een mooie loopt te verkrijgen, zijn het vliegwiel en de krukaspoelie wel gebalanceerd. Bovendien gaan de bevestigingspunten trillingen en vibraties in grote mate tegen. Alleen als het start-stopsysteem de motor start, schudt die merkbaar even in z'n ophanging.

Je bent door de fraaie rustige loop van de krachtbron eigenlijk al vergeten dat je een driepitter onder de kap hebt nog voordat je een meter hebt gereden. Pas als je de Focus flink de sporen geeft, hoor je de kenmerkende driecilinderroffel. Maar de klinkt niet goedkoop, maar enigszins omfloerst, en daardoor juist amusant en in zekere zin uitdagend; 'trap het gaspedaal nog maar een stevig in', lijkt de kleine Ford-motor duidelijk te willen maken. En dat doen we dan ook; de pook van de zesversnellingsbak (de 100 pk-versie heeft en vijfbak) gaat een tandje terug, en roffelend van plezier gaat de spaar-Focus er vandoor. Ford benadrukt dat de minst krachtige versie van de driecilinder benzinemotor weliswaar wat trager sprint, maar dat de rijeigenschappen niet onderdoen voor de variant die wij rijden. We zullen de 100 pk-motor binnenkort eens beproeven en bezien of die inderdaad niet de levendigheid uit de Ford haalt.

Haast

De 125 pk 1.0 is op papier goed voor een verbruik van 5,0 l/100 km en een CO2-uitstoot van 114 g/km. Hierdoor valt de Focus met deze motoruitvoering in de fiscale bijtellingscategorie van twintig procent. Ford lanceert de auto volgens schema in juli. Meer haast heeft het merk logischerwijs met de 100 pk sterke editie van de Focus 1.0 Ecoboost. Het verbruik ervan blijft steken op een fraaie 4,8 l/100 km en de Co2-uitstoot bedraagt 109 g/km. Dit betekent dat de zakelijke rijder voor de auto volgens de nu geldende belastingregels 14% van de catalogusprijs bij z'n inkomen moet optellen, end at de particuliere koper BPM noch wegenbelasting betaalt. Maar de regels veranderen op 1 juli aanstaande Vanaf die datum valt de 100 pk driecilinder net als z'n grotere broer in de twintig procents bijtellingsklasse wat z'n bestaansrecht toch belangrijk aantast. Geen wonder dat Ford de introductiedatum van de meest bescheiden variant naar voren heeft gehaald; de 1.0 met 100 pk is per direct te bestellen en per april leverbaar. Wie voor een dubbeltje op de eerste rang wil zitten bij Ford, moet dus haast maken.

De Focus 1.0 Ecoboost komt in de prijslijst in drie carrosserievarianten en in een Trend- en Titanium-trim. De Trend heeft onder andere airco, centrale portiervergrendeling met afstandsbediening, elektrisch bedienbare portierramen voor, een audio-systeem met cd-speler en en USB-aansluiting. De Titanium verrijkt die uitrusting met onder meer zestien inch lichtmetaal in de wielkasten, hill start assist, een airco met gescheiden temperatuurzones, voorruitverwarming en een regensensor. Ford levert de Focus 1.0 Ecoboost voor een vanafprijs van E 23.095. Deze prijs geldt voor zowel de vijfdeurs hatchback als de vierdeurs sedan. Voor de Wagon-versie rekent de dealer zeshonderd euro meer. De importeur verwacht dat de prijzen van de versies met 125 pk E 1.000 hoger zullen liggen dan die met 100 pk. Voor de zakelijke rijder heeft Ford ECOnetic Lease-versies van de 1.0 Ecoboost op het programma; extra rijk uitgeruste varianten met onder andere Bluetooth en een navigatiesysteem aan boord. De ECOnetic Lease Trend komt op E 19.595 en de Titanium-versie van deze business-lijn kost E 21.795.