Renault Mégane Estate dCi 110 – Test
Downsize station
193 reacties
Na de hatchback komt Renault nu ook weer met een Estate-versie van de Mégane. Deze stationcar is langer en breder dan z'n voorganger. Maar is-ie om de Kadjar en de nieuwe Scénic niet te veel in de wielen te rijden ook ruimer?
Traditiegetrouw bouwt Renault naast een hatchback ook een sedan en een stationcar van de Mégane. Dat is dit keer niet anders. Alleen tref je de vierdeurssedan niet aan in de showrooms van de Nederlandse dealers. Middenklassesedans genieten bij ons nu eenmaal een geringere belangstelling. De stationwagon komt daarentegen juist wel onze kant op. De Nederlandse importeur verwacht zelfs dat de Estate het leeuwendeel van de Méganeverkopen voor z'n rekening gaat nemen. Van een gunstig bijtellingstarief (waarvan
de vorige generatie een paar jaar heeft genoten) is bij de jongste editie geen sprake meer. De auto moet het helemaal op eigen kracht doen om zich van de concurrentie te onderscheiden. Of dat lukt? Editie vier is in elk geval langer en breder dan generatie drie.
RUIM VAN BUITEN
Voor de nieuwe Méganes maakt Renault gebruik van z'n CMF-platformsysteem (Common Module Family). Dat is dezelfde blokkendoos als waaruit wordt geput voor modellen als de Kadjar, Espace, Talisman en Nissan Qashqai. Door modulair te werk te gaan, kon Renault de Mégane Estate vrij eenvoudig een dertien millimeter langere wielbasis dan de hatchback geven. En door slim met de positionering van de achterbank te spelen, is er bijna vier centimeter meer beenruimte voor de achterpassagiers beschikbaar dan bij de gewone Mégane. Fijn, maar grenzen verlegt de auto op dit vlak niet. Ook qua hoofdruimte houdt het achterin trouwens niet over; mede doordat de nieuwe Estate lager is dan z'n voorganger, komt je kruin op de achterbank al snel in aanraking met de hemelbekleding. Voorin gaat het beter, want daar is ruimte genoeg, ook wanneer je een bovengemiddelde
lengte hebt.
Bij de Estate draait het uiteraard om z'n bagageruimte. Hoewel de auto is gegroeid, krimpt de inhoud van de kofferbak met drie liter tot 521 liter. Met de achterbank neergeklapt is het laadvolume zelfs aanzienlijk kleiner geworden, je kunt dan nog maar 1.504 liter meenemen in plaats van de 1.600 liter bij de vorige versie. Bij de Boseuitvoering, zoals wij die hebben gereden, is in de reservewielkuip onder de laadvloer een deel van de audio-installatie weggewerkt. Daardoor kun je deze ruimte niet meer praktisch gebruiken om er spullen in op te bergen. Om je bagage in de achterbak te kunnen laden, maakt Renault het er overigens niet gemakkelijker op: de tildrempel is ten opzichte van de vorige Mégane Estate hoger (nu 60,1 cm, dit was 56,1 cm), terwijl de breedte van de achterklep een paar centimeter is gekrompen, van 104,3 cm naar 103,6 cm. Het zijn geen wereldschokkende verschillen, maar de laadruimte is er in ieder geval niet groter op geworden.
KEURIGE DCT
Motorisch houdt de Estate gelijke tred met de hatchback. Dat betekent drie benzine- en twee dieselmotoren. In het tweede kwartaal van volgend jaar komt daar nog een mild hybrid diesel bij, met een lichte, 48V-elektromotor die de dieselmotor van 110 pk ondersteunt tijdens het accelereren. Wij maken kennis met de TCe 130 (benzine) en de dCi 110 (diesel). Op papier is de nieuwe Estate in laatstgenoemde uitvoering fractioneel trager dan de oude versie. Dit wordt mede veroorzaakt door het toegenomen gewicht van de auto. Ook in de praktijk laat hij in combinatie met de handgeschakelde zesbak geen spetterende indruk achter; de viercilinder is vooral goedmoedig.
Meer levenslust ervaren we bij de 130 pk benzinemotor, die we rijden met de zeventraps DCT-versnellingsbak. Die kwijt zich prima van z'n taak: het schakelen zelf verloopt vlekkeloos en de elektronica reageert zonder ook maar een moment te aarzelen. Het gebrek aan levenslust dat de TCe 130 bij lagere toerentallen heeft, wordt door de EDC-bak keurig gemaskeerd.
FRANS COMFORT
De besturing vergt niet veel kracht, maar helaas gaat hierdoor ook een deel van de informatie verloren over wat er zich tussen banden en wegdek afspeelt. Dat maakt de stuurinrichting enigszins afstandelijk. Het sluit wel aan op het onderstel, dat afgestemd lijkt op comfort – in de traditie die de Franse merken decennia geleden hadden – ten faveure van de dynamiek. De veren zijn soepel. Het enige teleurstellende is dat de schokdempers soms moeite hebben om alles te kunnen volgen. Het gaat om details, want in grote lijnen is de nieuwe Mégane Estate geen verkeerde auto. Het is echter ook niet de nieuwe maatstaf; de lat voor de concurrentie wordt niet of nauwelijks hoger gelegd. Zijn sterke punt is de scherpe prijs, want de nieuwe Estate is opmerkelijk genoeg goedkoper dan z'n voorganger.
Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.
Lezersreacties (193) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.