Range Rover Velar vs. Porsche Macan - Vergelijkende Test

Om de houdbaarheid van het aanbod nog even op te rekken, zie je veel autofabrikanten hun modellen net na de helft van de levenscyclus een update geven. Op deze manier kunnen die auto’s weer helemaal bij de tijd hun tweede levensfase uitzingen totdat er een volledig nieuwe opvolger klaarstaat. Geheel volgens schema kreeg de uit 2014 stammende Porsche Macan zodoende in 2018 een facelift. Nu, bijna drie jaar later, zou je dan ook redelijkerwijs kunnen verwachten dat we je laten kennismaken met een geheel nieuwe tweede generatie. Niets is echter minder waar: die opvolger verwachten we op zijn vroegst pas volgend jaar, en dan wel volledig elektrisch. Maar petrolheads niet getreurd: zolang er vraag naar is, blijft Porsche het huidige model met zijn benzinemotoren gewoon doorbouwen.

Om hem al die tijd nog zo fris mogelijk te houden, heeft de huidige Macan daartoe weer een update gekregen. Zowel vanbinnen als vanbuiten is de auto bijgepunt, klaar voor een derde levensfase. Om een idee te krijgen of de Macan daardoor nog vers genoeg is, zetten we hem naast een andere high-end midsize-SUV: de Range Rover Velar. Die heeft vorig jaar zijn midlifeupdate gekregen. Over het uiterlijk waren ze in Solihull kennelijk nog tevreden; dat is ongemoeid gelaten. De nadruk lag vooral op het verbeteren van de functionaliteit en de aandrijftechniek. Verder heeft de Velar deze zomer nog een kleine modeljaarupdate gekregen. Die voorzag onder meer in een aantal extra’s voor een verbeterde luchtkwaliteit in het interieur en voorzichtige stapjes richting autonoom rijden in de vorm van een prima werkende actieve cruisecontrol plus rijbaanassistentie.

TYPE!INFLATIE

Beide auto’s zijn verkrijgbaar met vieren zescilinders. Terwijl Porsche vasthoudt aan benzine als brandstof en elektromotoren uit de aandrijflijn weert, probeert Land Rover juist iedereen te bedienen door de Range Rover Velar ook aan te bieden als diesel, mild-hybrid en plug-in hybride. Voor de vergelijking op deze pagina’s hebben we de Macan S en de Velar P400 bij elkaar gebracht, beide voorzien van een serieuze zescilinder benzinemotor. In de Velar is dat nu geen V6 meer, maar een drieliter zes-in-lijn uit de modulaire Ingeniumfamilie die piekt bij 400 pk, terwijl de Macan S voortaan een 380 pk 2,9-liter V6 heeft. Na de tweede update bestaat het Macan-gamma voortaan uit drie motorvarianten; de Turbo is komen te vervallen.

Of althans, die aanduiding wordt niet meer gebruikt. In werkelijkheid zijn alleen enkele naambordjes verhangen. De 440 pk 2,9-liter twinturbo-V6 uit de voormalige Turbo zit nu in de GTS en de 380 pk-variant uit de eerdere GTS vind je voortaan in de S. De 3,0-liter V6 met één turbo uit wat voorheen de S was, is geschrapt. De basis-Macan (zonder toevoeging) heeft nog steeds een tweeliter viercilinder, waarvan het vermogen is gestegen van 245 naar 265 pk. Het gaat dus eerder om naamswijzigingen dan dat er constructief iets is veranderd. Al met al komt het erop neer dat de specificaties van de Macan S nu het meest overeenkomen met die van de Velar P400. Waarbij die laatste overigens niet moet worden verward met de Velar P400e, want dat is een plug-in hybride met een tweeliter viercilinder benzinemotor.

De Velar-motor werkt samen met een klassieke achttraps automaat, gelauwerde techniek afkomstig van ZF. Porsche koppelt zijn V6 in de Macan standaard aan zijn befaamde zeventraps PDK, de transmissie met dubbele koppeling. In beide gevallen gaat het om toptechniek, maar wel elk met een eigen karakter. Geheel volgens opgave sprint de Macan bij onze metingen dankzij de Launch Control (onderdeel van het Sport Chrono-pakket) in de door de fabriek opgegeven 4,6 seconden van 0 naar 100 km/h, terwijl het keer op keer niet lukt om met de Velar die sprint in de beloofde tijd van 5,5 seconden te volbrengen. Telkens hebben we er 6,2 tellen voor nodig. De Duitse V6 is duidelijk een stuk vinniger en de bak reageert ook nog net iets alerter, terwijl de Engelse lijnmotor een meer goedmoedige indruk achterlaat, overigens met meer dan genoeg reserves en een transmissie die evengoed prima bij de les is om bovengemiddeld rap met het verkeer mee te kunnen komen. Eén en ander is tekenend voor de algehele karakters van deze auto’s.

Spaarwonders zijn beide auto’s trouwens niet. Evengoed is het opmerkelijk dat we in onze test met alle twee minder benzine nodig hebben dan beide fabrikanten opgeven. Eerlijk is eerlijk: tijdens de verbruiksmeting hebben we bepaald niet het uiterste van deze machines gevraagd, maar dan nog. En alsof het niet genoeg is, blijkt de Velar zowel volgens opgave als in de praktijk zuiniger dan de minder zware, maar allesbehalve vederlichte Macan.

PRINSES OP DE ERWT

Waar de grote Range Rover en Range Rover Sport nog serieuze terreinmastodonten zijn, is de Range Rover Velar eerder een cross-over. Niet geheel verwonderlijk, want hij deelt zijn genen met onder meer de Jaguars XE en XF. Dat maakt hem een fijne rijmachine voor dagelijkse inzet. De Velar geeft je een zelfverzekerd gevoel. Hij ligt aangenaam stabiel op de weg en volgt koersvast de opgelegde route. De lucht vering kwijt zich daarbij prima van zijn taak en vangt kuilen en hobbels keurig op. Comfort staat voorop, zonder dat het zweverig wordt. Niet onopgemerkt blijft echter dat het veersysteem er één van het actievere soort is, soms zelfs te actief. Af en toe voel je juist op een vlakke weg net iets te veel beweging in de koets. De prinses op de erwt, soms begrijpen we haar; in het segment waar deze auto’s acteren, tellen details. Het maakt hierbij overigens niet uit in welke rijmodus je rijdt, de verschillen tussen de modi zijn niet meer dan nuances.

Het onderstel van de Macan is net als dat van de Velar tegen meerprijs luchtgeveerd, maar voelt veel natuurlijker aan. Zonder dat het comfort er onder lijdt, is het onderstel beduidend communicatiever, wat ook geldt voor de besturing. Je wordt veel meer betrokken bij wat er zich afspeelt tussen de banden en het asfalt, niet in de laatste plaats ook dankzij de flinke Pirelli’s P Zero. Hoewel er nog altijd 1.905 kilo op zijn kentekenbewijs staat, komt de Macan opmerkelijk lichtvoetig over. Al in de normale rijmodus laat de Porsche een dynamischer indruk achter dan de Velar in zijn dynamische setting doet. Dat merk je niet alleen in het onderstel en de besturing, maar net zo goed in de standen Sport en Sport Plus reageert de motor merkbaar gretiger op het gaspedaal, hoef je naar de PDK-versnellingsbak niet om te kijken (maar het kan met de flippers wel en dan reageert hij ongekend snel), terwijl het onderstel zich om de grenzen te verleggen extra schrap zet. Ongekend hoe de Macan op dit vlak na zeven jaar nog altijd indruk maakt.

KORTERE POOK

Het vraagt een kennersoog om te zien dat Porsche de vooren achterbumper van de Macan heeft gewijzigd. Beduidend meer indruk maken de aanpassingen in het interieur. Vrijwel alle fysieke knoppen op de middentunnel en onder het multimediascherm hebben nu plaatsgemaakt voor aanraakgevoelige vlakken die je in zwart hoogglans toe glimmen. We kennen ze uit de Cayenne en de Panamera. Het staat strak en modern, maar hoewel er feedback wordt gegeven, vraagt de bediening toch net iets meer aandacht dan voorheen. Veranderen is niet altijd verbeteren. Verder is de pook iets korter geworden en vinden we op het stuur voortaan dezelfde prima knoppen als bij de Panamera en de 911. Voor het overige is alles bij het oude gebleven en daarmee is nog altijd weinig mis: het instrumentarium met de grote centrale toerenteller laat aan overzichtelijkheid niets te wensen over en de afwerking en materiaalkeuze zijn van topniveau. Dat laatste geldt ook voor de Velar. Instappen is binnenkomen in een wereld waar het goed voor elkaar is. Het meest in het oog springende nieuws in de Velar is de versnellingshendel op de plek waar eerder de grote ronde draaiknop zat voor de rijrichtingkeuze. Voor het overige is er fysiek weinig veranderd. De vernieuwing zit hem vooral in het digitale. De menustructuur van het infotainmentsysteem is ten goede verbeterd en de touchpads op het stuurwiel hebben een andere vorm gekregen en werken daardoor net iets prettiger.

Een beetje compacte middenklasser is tegenwoordig al voorzien van een excellent werkend spraakbesturingssysteem waaraan je zo’n beetje alles kunt vragen, desnoods met een gek accent. Vervolgens wordt keurig uitgevoerd wat je hebt opgedragen. In zowel de Macan als de Velar is het op dit vlak een stap terug in de tijd. De systemen vragen om strakke standaardcommando’s (wijk daar niet van af!) die vervolgens maar zelden goed worden begrepen. De Porsche brengt je bij voorkeur naar Katwijk als je Kootwijk zegt en de Range Rover geeft je op dezelfde instructie een lijst met bedrijven die luisteren naar de naam Klootwijk. In beide gevallen werken we liever met een touchscreen.

De Range Rover is 7 centimeter langer dan de Porsche en heeft ook een 7 centimeter langere wielbasis. Dit vertaalt zich direct in meer binnenruimte, vooral voor de achterpassagiers. In de Range Rover-achterbak gaat ook ruim 100 liter meer bagage. Voorin kom je in beide auto’s niets te kort en heb je ook met een bovengemiddeld postuur in alle richtingen meer dan genoeg armslag. Wel is de beleving anders. In de Macan heb je veel meer het gevoel dat de auto je omsluit, terwijl de Velar – voor een belangrijk deel dankzij de vormgeving van dashboard en midden tunnel – meer dan een maat groter lijkt.

VOORKOMEN OF GENEZEN

Bij de Velar heb je naast de aandrijflijn ook keuze uit verschillende uitrustingsniveaus, in het geval van de P400 zijn dat er vijf. De voordeligste P400 is de al keurig aangeklede S met een vanafprijs van ! 113.276. Bij de rijker uitgeruste varianten neemt de functionaliteit toe en krijg je er ook meer veiligheidsvoorzieningen bij. Voor die extra voorzieningen ben je overigens niet per se aangewezen op een rijkere uitrustingsvariant. Je kunt de meeste systemen ook los of als onderdeel van een pakket aanvinken op het bestelformulier. Porsche heeft een iets andere manier van aankleden. De Macan, de Macan S en de Macan GTS hebben niet alleen een andere aandrijftechniek, ook de aankleding wijkt hier en daar af. Per aandrijfvariant zijn er verder echter geen verschillende uitrustings niveaus. Zodoende heb je voor ! 120.800 een Macan S die je vervolgens op basis van een lange optielijst op smaak kunt maken. Overigens kom je in die Macan-optielijst – in tegenstelling tot die van de Velar – amper apart bij te bestellen veiligheidsvoorzieningen tegen. Wat er is, heeft de auto standaard al aan boord.

Uiteraard is voorkomen beter dan genezen. In dat opzicht is de Porsche met zijn kortere remweg in het voordeel. Wellicht dat de Range Rover iets eerder stilstaat wanneer hij niet zoals in deze test op vierseizoenenbanden staat, maar net als de Macan op sportiever rubber.