Proefrit: Princess 1800 HL (1977)

Antiek en klassiek

Princess 1800 HL
AutoWeek Classics 2019-3
AutoWeek Classics 2019-3

Je leest het in AutoWeek Classics 2019-3

Een Princess. Over zeldzaam gesproken! Wat dit exemplaar extra bijzonder maak, is dat hij in 1977 aan zijn eerste Nederlandse eigenaar is afgeleverd en sinds 1978 in het bezit is geweest van de tweede en tot nu toe laatste eigenaar.

Deze man was monteur en plaatwerker bij de garage waar wij de Princess aantre!en. Hij kocht de auto met een lichte frontschade, knapte hem op en gebruikte zijn groene Princess vanaf die tijd tot 2014 als dagelijkse auto. Die man heeft duurzaamheid in zijn DNA door zo extreem lang met zijn spullen te doen. Na zijn welverdiende pensionering stapte hij over op een jongere auto met een iets hogere instap.

Altijd leuk, een klassieker waarvan de complete levensloop bekend is. Ook goed om te weten, is dat de auto niet heel intensief is gebruikt en ’s nachts altijd binnen mocht slapen. De Princess kwam in 1975 als de 18–22 Series ter wereld en zou onder de merknemen Austin, Morris en Wolseley worden verkocht. Al snel ging dat plan overboord en werd Princess een zelfstandig merk binnen het British Leyland-concern. In dat bedrijf was het één grote puinhoop, met in de hoofdrol de oliecrisis, vakbonden, mismanagement en ga zo maar door. Na een stevige herstructurering was de onderneming deels eigendom van de staat. Hoe het verder afliep met British Leyland, weten we allemaal. De pogingen van onder meer Honda en later BMW hebben het zinken van het schip niet kunnen voorkomen.

Antieke motor

Terug naar de Princess, onze hoofdrolspeelster. Qua vormgeving is het zonder meer een tamelijk revolutionaire auto in zijn tijd, met een sterke wigvorm. De schuine achterkant doet een vijfde deur vermoeden, zoals de Renault 20 en 30 die hadden, maar de Princess heeft helaas een kleine, lage achterklep die onder de achterruit begint. En de motor is uit het jaar kruik. Sinds 1954 in productie en de 1.8-variant, onder meer bekend uit de MG-B, sinds 1962. Beproefde techniek, zullen we maar zeggen. De bejaarde viercilinder heeft alle ruimte in het vooronder van de Princess, waarbij opvalt dat de versnellingsbak niet naast, maar achter de motor ligt. Je moet namelijk weten dat er ook een Princess met een dwarsgeplaatste zescilinder lijnmotor is, de 2200 HLS. Dan blijft er niet veel ruimte meer over voor een transmissie, dus knoopten de Britten die maar aan de achterkant, of – in de lengte van de krukas gezien – naast de motor.

Bijzonder is ook de vering. Ook op dat vlak voer Leyland zijn eigen koers, met het Hydragassysteem. Iets dergelijks werd al toegepast bij onder meer de Austin 1100, die er zijn Nederlandse typenaam Glider aan ontleende. Het lijkt een beetje op de hydropneumatische vering van Citroën. In plaats van stalen veren heeft deze auto met gas gevulde cilinders, waarbij de vooren achterwielen met elkaar in verbinding staan om de carrosserie onder alle omstandigheden zo rustig mogelijk te houden. Het rijcomfort werd destijds door pers en publiek geprezen, net als het ruime interieur en de stille zescilinder, ook al had die niet al te veel power.

Omgetoverd tot HLS

Het veercomfort is niet meer zo koninklijk in onze Princess, merken we na de eerste paar hobbels. Met name de vooras is behoorlijk stuiterig, maar waarschijnlijk is de oorspronkelijke zachtheid wel weer terug te krijgen na een revisie van het veersysteem. De zitpositie is best vorstelijk, met een in hoogte verstelbare stoel en veel ruimte. De oude viercilinder valt helemaal niet tegen. Hij voelt gezond aan, maakt niet veel herrie en heeft onderin een aanvaardbare hoeveelheid koppel. Het is dan ook een echte langeslagmotor. Vanuit de optiek dat deze motor bij de introductie van de Princess feitelijk al over de houdbaarheidsdatum was, doet hij het prima. Daar hoeven de Britten zich niet voor te schamen. Zelfs bij 120 km/h is het goed uit te houden. Schakelen is daarentegen een hoofdstuk apart. Veel vager dan dit wordt het niet. De lange pook zwalkt alle kanten op en het is telkens weer de vraag of je de juiste versnelling te pakken hebt. Waarschijnlijk kun je er na een paar duizend kilometer mee lezen en schrijven, maar nu is het vooral erg goed opletten.

Dat de vorige eigenaar heel wijs was met zijn Princess, is tevens terug te zien in alle aanpassingen die hij deed. Zo heeft hij zijn HL deels omgetoverd tot HLS, getuige het typeplaatje, de speciale wielen en het vinyl dak (de HL had alleen de C-stijlen in vinyl). De puristen zullen het wellicht betreuren, net als het achteraf gemonteerde zonnedakje. Wij kunnen er wel mee leven, alle opties zijn periodecorrect en passen goed bij het tijdsbeeld, net als de prachtige jaloezie op de achterruit.

Verder lezen?

Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.

Inloggen of Registreren