Peugeot 307
Grrrrrr!
Dat de opvolger van een volumemodel weer een stapje vooruit betekent, dat komen we geregeld tegen. Maar voor Peugeot was dat niet genoeg. De 306-opvolger 307 kruipt richting midi-MPV qua hoogte en richting een klasse groter als het gaat over interieurruimte. Verder biedt de auto windowbags en dat maakt zes luchtzakken totaal - standaard op elke 307 (vanaf f 34.350). Zie hier zaken waarmee de 307 zich op voorhand onderscheidt. Maar het moet ook een beetje rijden natuurlijk...
Nieuwe achteras
Heel enthousiast zijn we over de 306-rijeigenschappen. Het compromis tussen wegligging en comfort is - niet-te-week-niet-te-stug -bijna perfect te noemen. In de nieuwe 307 is het gelukkig opnieuw genieten geblazen. Hoewel de achteras gewijzigd is en de stuurbekrachting nu elektro-hydraulisch werkt, geeft de 307 je nog altijd het gevoel dat de koets tot op de millimeter nauwkeurig te mennen en te dirigeren is. Dat betekent dat Peugeot-rijders die bang zijn dat de hogere 307 een minder dynamisch te rijden auto zou zijn, rustig kunnen blijven ademhalen.
Ademhalen, dat doet de 'volumemotor' voor de nieuwe 307 ook; lekker via zestien kleppen. De 1,6-litermotor van 110 pk zou op papier genoeg moeten bieden voor de bijna 1200 kg zware 307, maar toch, echt veel óver hebben we niet. Eén blik op de snelheidsmeter maakt duidelijk waarom: we zitten op 170 km/h op een hobbelige Marokaanse tweebaansweg... Dat zet je aan het denken. Door dat sublieme onderstel weet je van geen ophouden en dan is het logisch dat het een keer ophoudt met de motorsouplesse. Iets meer trekkracht bij lage toeren en iets bijterige reacties van het elektronische - drive-by-wire - gaspedaal was wel lekker geweest. Mooi lopen doet de vierpitter overigens wel en in Nederland zal het allemaal wel weer genoeg blijken met die motorpower. We zullen zien.
Nog wat te tokkelen?
Zeg Peugeot en je kunt niet om de diesel heen. Nu willen we ook niet om de diesel heen want... hij is heerlijk. Stil! Je hoort hem écht niet. Alleen buiten, als je naast de auto staat. Lekker wat koppel onderin is altijd fijn, zo blijkt maar weer eens. Het maakt de 90 pk HDI eigenlijk nog wat uitgebalanceerder in de omgang dan de benzine-307. Hoewel die laatste strikt genomen natuurlijk sneller is.
Peugeot heeft niets teveel gezegd over dat ruimtelijke gevoel binnenin. De enorme voorruit staat heel ver af van de bestuurder; dat geeft lucht. Kijk over uw schouder en ook daar komt de lebensraum je tegemoet. De ambiance van het interieur, de lay-out en de materialen zijn helemaal van deze tijd. Behalve de XR heeft elke uitvoering smakelijke metaallook-onderdelen. Stukker beter dan de houtlook die je ook kunt bestellen.
De zitpositie is een verhaal apart. Peugeot roemt de bestuurdersstoel, die te verstellen is van liggen tot rechtop-zitten. Feit is dat mede door de standaard axiale stuurverstelling een uitstekende rijpositie voor het oprapen ligt. Over de bediening en plaatsing van rem- en koppelingspedaal én pook niets dat lof.
Geen GTI
Honderdachtendertig pk biedt het voorlopige topmodel. Hou die toerentellernaald hoog, hoog en nog eens hoog, luidt ons advies. Anders is er van de gretigheid van deze 2-liter zestienklepper niet heel veel te merken. Heus feller en als auto stugger dan de 1.6, maar geen GTI. Toch is het een auto waarin je je goed kunt uitleven. Bochtige bergweggetjes zijn een feest, zolang je hoog in de versnellingen blijft. De 307 is goed en amusant tijdens stoeiwerk. Schuiven - hij wordt een keer onderstuurd - gaat gecontroleerd en de achterkant is niet te beroerd om een stukje mee te schuiven als dat zo uitkomt. Als je er gevoel voor hebt, is een dikke 307 fijn speelgoed.
Een bovengemiddeld ruime en toch zeer dynamische gezinsauto, da's onze eerste indruk van de Peugeot 307. Hij onderscheidt zich en voegt tegelijkertijd wat toe.
Dan beginnen Duitse automobielbouwers én hun fans altijd meteen over 'kwaliteit'. Juist met nieuweling 307 hamert Peugeot erop dat het ook op dat onderdeel heel gretig te werk is gegaan. Ze hadden natuurlijk gewoon deze nieuweling moeten aangrijpen om als eerste Europeaan standaard naar 2 of 3 jaar garantie te gaan. Dat was pas een stunt geweest en dan snoer je meteen een hoop mensen de mond. Niemand die dan nog zeurt dat de airco op geen enkel model standaard is.