Natuurlijk is de stap van de Renault Zoe naar de 5 gigantisch maar de Zoe voelt zeker niet oubollig
De 5 naast de Zoe
De nieuwe Renault 5 is een ware koppendraaier, weten we na een tijdje duurtesten uit ervaring. Daarmee doet hij zijn voorganger Zoe snel vergeten. Maar is dat terecht? We wagen ons aan een vergelijking.
De Renault 5 heeft in zijn korte bestaan een redelijke schare fans om zich heen verzameld. De reïncarnatie van Michel Boué’s kleine opus magnum slaat zodanig aan, dat zijn voorganger in de vergetelheid dreigt te geraken. Dat is onterecht, want hoewel het uiterlijk van de Zoe niet in de buurt komt van dat van de R5 2.0, was dat model jarenlang een van de bereikbaarste EV’s en mede daardoor de best verkochte. Hoe blij we ook zijn met onze duurtest-Vijf, voor één dag grijpen we nog even terug naar de Zoe, al was het maar om hem de eer te betonen die hij verdient. Maar vooral om ze te vergelijken, om zeker te stellen dat ons enthousiasme niet vooral uit oogverblinding voortkomt.
Renault-dealer Nieuwendijk in Hillegom is zo vriendelijk een net exemplaar uit de veilige beschutting van de showroom te rollen. Onze Zoe van de dag is uit maart 2023 en heeft sindsdien ruim 28.000 kilometer niets uitgestoten. Wat direct opvalt, wanneer je uit de 5 overstapt naar de Zoe, is het verschil in zitpositie. Die is in de Zoe erg hoog, wat toentertijd als noodzakelijk werd afgedaan om ruimte te bieden aan de accu.
Renault Zoe
Het weelderige interieur van de Renault 5 Iconic Cinq.
In de Renault 5 zit je niet hoog
Die noodzaak is door de knappe koppen van Renault weggeëngineerd, want in de 5 zit je lekker laag bij het asfalt. En tussen de knieën van degene achter je, want zoveel beter de zitpositie voor in de 5 is, zoveel beter is het achterin de Zoe. Wat overigens meer zegt over de beperkte ruimte in de 5 dan dat het nou zo’n balzaal is achter in zijn voorganger. Ook op het gebied van kofferruimte is de Zoe zijn opvolger de baas, met 338 tegenover 326 liter.
Niet oubollig
De Zoe was zoals hij in maart vorig jaar het strijdtoneel verliet nog steeds geen oubollig model. En dan te bedenken dat deze tweede generatie, die in 2019 uitkwam en in 2022 een minimale facelift kreeg, zelf uiterlijk niet gek veel meer leek dan een flinke facelift van de eerste generatie, die uit 2012 stamt en in 2016 werd opgefrist. Dat gezegd hebbende: je mag gerust stellen dat de Zoe 13 jaar geleden een pionier was, toen elektrisch rijden nog iets exotisch was. Het was geen geëlektrificeerd bestaand model, maar vanaf een blanco vel papier helemaal nieuw bedacht. Renault beloofde een actieradius van 210 kilometer, wij wisten uit onze toenmalige Zoe duurtester iets meer dan de helft te persen. En dat in een tijd waar het aantal laadpalen zelfs in ons land beperkt was, en de bestaande infrastructuur ineens massaal geclaimd werd door de fiscaal gestuurde invasie van plug-in hybride Outlanders.
Dat alles kon niet verhinderen dat degenen die zich geroepen voelden op een elektrische auto over te stappen, massaal voor een Zoe kozen. De beperkte actieradius werd een steeds kleiner bezwaar. In 2014 kreeg de R240-versie een papieren actieradius van 240 kilometer, de tweede generatie deed met zijn 52-kWh accu 395 kilometer WLTP, waarvan we in de praktijk een kleine 300 kilometer overhielden. Snelladen is bij de Zoe met een piek van 50 kW niet bijster snel en daar maakt de 5 met zijn 100 kW een enorme sprong vooruit, al moet je bij de Urban Range met het kleinere accupakket genoemen nemen met 80 kW. Opmerkelijk is dat aan de wisselstroom de Zoë juist sneller laadt: 7,4 kW bij 1-fase en 22 kW 3-fasen, terwijl de 5 daar respectievelijk 5 en 11 kW noteert. Voor de 5 Comfort Range geeft Renault een actieradius op van 410 kilometer WLTP. Iets meer dus dan de Zoe, maar in de praktijk ontlopen ze elkaar niet veel.
Stukje rapper
Dat doen ze wel in de prestaties. Met een top van 150 km/h is de snelste Renault 5 wat rapper dan zijn voorganger, die bij 140 km/h blijft steken. Ook accelereren doet de opvolger sneller. De fabriek claimt 8,0 seconden van 0 naar 100 km/h, we maten 8,2. De Zoe doet daar in onze test 10,1 seconden over, terwijl Renault het op 9,5 seconden houdt. Maar goed, de Zoe heeft dan ook 135 pk tegenover de 150 pk van de 5. Beide hebben een koppel van 245 Nm. De versie van de R5 met 120 pk snelt even snel als de laatste Zoe vanuit stilstand naar 100 km/h, de net gelanceerde instapversie met 95 pk heeft echter 12 tellen nodig.
Hoewel de Zoe zonder meer prettig rijdt, heeft Renault wat betreft rijeigenschappen grote sprongen voorwaarts gemaakt. Het bovengemiddeld fijne karakter dat we eerder in de Scenic en Megane prezen, heeft zijn weg naar een segment lager gevonden, waardoor ook de 5 een erg prettig en behoorlijk dynamisch sturende auto is. De besturing is op een aangename manier direct, de wijze waarop het onderstel oneffenheden het hoofd biedt zou niet misstaan in hogere segmenten. De 5 heeft achter multilink ophanging gekregen en dat betaalt zich terug. Sportiviteit en comfort zijn best verenigbaar, zelfs in een EV, zo bewijst Renault met de 5. Je hebt keuze uit vier rijmodi. In Eco is hij tamelijk tam en houdt het bij 115 km/h op, terwijl hij in Sport rapper aanvoelt dan de harde cijfer oogsten.
Stap voorwaarts
Al met al is de Renault 5 een gigantische stap voorwaarts ten opzichte van zijn voorganger Zoe, maar daar hoeft laatstgenoemde zich beslist niet voor te schamen. Het zegt alles over de kwaliteiten van de R Cinq nieuwe generatie. Je gaat elke dag een beetje meer van hem houden. Mits je van de achterbank wegblijft.
PRIVATE LEASE Renault 5
