Test: MINI Cooper D (2007)

Dieselpret

Mini Cooper D
AutoWeek 17 2007
AutoWeek 17 2007

Je leest het in AutoWeek 17 2007

Wie zegt dat kleine diesels per definitie suffe spaarmodelletjes zijn? Mini bewijst het tegendeel met de nieuwe Cooper D, die een 1,6 liter zelfontbrander in het vooronder heeft. En diesel of niet, het blijft een heerlijk gooi-en-smijt-autootje!

Op het eerste gezicht lijkt het misschien een wat vreemde combinatie, een Mini Cooper met dieselmotor. De Mini is immers een puur pretautootje, bedoeld om lekker onbekommerd in rond te scheuren. En zo'n diesel, tja, die is toch meer voor de verstandige, calculerende medemens. Bij nader inzien is het echter helemaal niet zo gek. Maar liefst 40 procent van de Mini's wordt namelijk zakelijk bereden, en het zakensegment schreeuwt nu eenmaal om zuinige diesels. Overigens was er van de vorige generatie Mini ook al een diesel, maar die had een wat suffig Toyota-motortje met een magere 88 pk onder de kap en zodoende zag de Nederlandse importeur er geen heil in. Bovendien werd hij door de bpm-heffing in ons land simpelweg te duur. Die belasting is er weliswaar niet minder op geworden, met E 25.470 is de D nog altijd E 3.200 duurder dan de benzine-Cooper, maar je krijgt er nu wel aanzienlijk meer hardware voor terug.

Koppel

Onder de motorkap van de Cooper D schuilt namelijk een 1,6-liter dieselmotor die we al kennen uit diverse modellen van Ford, Peugeot/Citroën en Volvo en 110 pk's mobiliseert. Dat lijkt misschien ook niet zo gek veel, het is 10 pk minder dan bij de benzineversie, maar het toverwoord hier is 'koppel'. De D heeft dankzij een overboost een stevige 260 Nm paraat, en dat zijn eventjes 100 newtonmeters meer dan de benzinevariant te bieden heeft. Kijk, dat scheelt een slok op een borrel! Het fijne van de motor is dat hij al bij zeer lage toerentallen veel kracht levert. Dankzij een turbo met variabele geometrie komt de gang er bij 1.500 toeren al lekker in en vervolgens gaat dat keurig gelijkmatig door tot 4.000 toeren. Je kunt de Mini heerlijk schakellui rijden als je wilt. Maar daarvoor is deze auto eigenlijk niet bedoeld, hij wil bij zijn nekvel gegrepen worden. Bovendien is de zesversnellingsbak een genot om te bedienen zodat schakelen bepaald geen straf is. De pook gaat soepeltjes en rap door de verzetten heen. Als je er even voor gaat zitten, is de acceleratie naar 100 km/h in 9,9 seconden gepiept, waarmee hij niet gek veel langzamer is dan de benzine-Cooper. Die heeft daar namelijk 9,1 seconden voor nodig. Ook de topsnelheden, 195 km/h voor de diesel en 203 km/h voor de benzine, lopen nauwelijks uiteen.

Het is dus bepaald niet behelpen met deze diesel, en subjectief voelt hij nog sneller aan dan hij feitelijk is. En dat alles bij een verbruik dat tijdens de rij-impressie rond de 1 op 16 lag. Daarbij hebben we het Britse duiveltje bepaald niet bespaard. Want tjonge, wat blijft het toch heerlijk sturen met de Mini! Hij lijkt zich net zo te verheugen op bochten als zijn bestuurder, en tovert dan een brede grijns op je gezicht. Gelukkig heeft de wegligging van de Cooper niet geleden onder de dieselmotor op de vooras. Hij gaat net zo strak de bocht door en onderstuur treedt pas in een zeer laat stadium op. Als je het gas eventjes lift, kun je bovendien de achterkant kinderlijk eenvoudig tot meespelen verleiden. Het onderstel en de besturing van de Mini zijn ware stukjes vakmanschap, die de saaie route naar kantoor omtoveren in een uitdagend asfaltlint. De tractie is eveneens dik voor elkaar. Alle newtonmeters worden over het algemeen keurig op het wegdek overgebracht, tenzij je in langere doordraaiers vol op het gas gaat. Maar dan is er ook nog de traction control om te helpen. De neus van de Cooper volgt bliksemsnel de bevelen van het stuur op en bovendien is de stuurinrichting lekker direct en geeft veel gevoel. Nee, de funfactor van de Mini staat ook bij deze oliegestookte versie recht overeind.

Vraagtekens

Maar nu wordt het helaas toch tijd wat vraagtekens bij de combinatie Mini en dieselmotor te gaan plaatsen. Door de fikse meerprijs is deze auto immers, ondanks het fors lagere verbruik, pas interessant bij hoge jaarlijkse kilometrages. Veel snelwegwerk, met andere woorden. En het moet gezegd: daar is deze bochtenridder wat minder in zijn element. Dat heerlijke bochtgedrag is namelijk een gevolg van een straf afgestelde vering, die geen raad weet met dwarsrichels en andere ellende die de kilometervreter tegenkomt. Korte hobbels worden weinig subtiel aan de inzittenden doorgegeven, en in combinatie met de relatief korte wielbasis zorgt het ervoor dat de koets constant in beweging is. De comfortabele stoelen compenseren dit alles weer een beetje. Ook over de rest van het interieur weinig klachten. Door de uitgebreide verstelmogelijkheden van stoel en stuur vindt iedereen een goed plekje, en ruimte is er genoeg. Voorin welteverstaan, want de achterbank lijkt meer geschikt voor attachékoffers dan voor personentransport. Dit is dan ook meer een 2+2 dan een volwaardige vierzitter. De kofferbak is evenmin riant. Met twee weekendtassen houdt het wel op.

Niet de meest praktische auto dus, maar wel een hebbeding van de eerste orde. Net als de buitenkant ziet ook het interieur er erg leuk uit, al is de styling hier en daar iets teveel 'Playstation'. De plastics op de middenconsole ogen goedkoop, hoewel de leuke tuimelschakelaartjes weer een hoop goed maken. Dit is in ieder geval geen saaie auto vanbinnen. De enorme 'stationsklok' in het midden van het dashboard die voor snelheidsmeter doorgaat is ook een geinig detail, hoewel over het praktische nut valt te twisten. Gelukkig compenseert de digitale snelheidsaanduiding in de recht voor je neus geplaatste toerenteller dat weer een beetje.

Wennen

En toch, alle onhebbelijkheden ten spijt: dit karretje steelt je hart. Er zijn in deze klasse simpelweg maar weinig auto's die zoveel rijplezier bieden. Na de eerste de beste bocht ben je alle praktische nadelen in één klap vergeten. Je gaat voor je plezier een blokje met hem om, en dat is maar weinig auto's in deze klasse gegeven. Toch is het dieselgeluid in het begin wel even wennen. Bij lagere snelheden is hij niet de stilste, dan kan deze zelfontbrander zijn afkomst niet verloochen. Ook kijken omstanders wel eens verbaasd op wanneer uit de dikke eindpijp van de Mini weinig melodieus genagel voortkomt. Maar op constante snelheden verdwijnt het motorgeluid keurig naar de achtergrond.

We zeiden het al: met E 25.470 is de Mini D niet het koopje van de week. Maar eerlijk is eerlijk: daarvoor krijg je wel een kwaliteitsproduct. Even afgezien van de genoemde knoppen voelt alles bijzonder degelijk aan en tot op detail is hij netjes afgewerkt. Ook met de veiligheid zit het wel snor: onlangs scoorde de kleine Brit 5 sterren bij de Euro NCAP-crashtest. Traction control, elektronische remkrachtverdeling en uiteraard ABS zijn standaard aan boord, voor ESP moet extra geld worden afgetikt.

Signalement

Merk Mini
Model Cooper D
Carrosserie 3-deurs, hatchback
Transmissie 6 versnellingen, handgeschakeld
Aandrijving voorwielaandrijving
Nieuwprijs € 24.815

Specificaties

Brandstof diesel
Motor 4-cil. in lijn
Cilinderinhoud 1.560 cc
Maximaal vermogen 80 kW / 110 pk bij 4.000 tpm
Maximaal koppel 240 Nm bij 1.750 tpm
Inhoud brandstoftank 40 l
Lengte / breedte / hoogte 3.699 mm / 1.683 mm / 1.407 mm
Wielbasis 2.467 mm
Massa leeg 1.065 kg
Laadvermogen 475 kg
Aanhangermassa geremd / ongeremd 750 kg / 500 kg
Banden175/65R15Prijzen
Topsnelheid 195 km/h
Acceleratie 0-100 km/h 9,9 s
Brandstofverbruik 3,9 l/100km
CO2-uitstoot 104 g/km

Gerelateerde forum topics

Praat verder op het forum