Met deze Toyota Corolla en Datsun Cherry barstten de Japanse verkopen in Nederland los
Na tien jaar
Wanneer de compacte Datsun Cherry en Toyota Corolla aan de landsgrenzen staan, capituleert Nederland definitief voor de Japanse auto. De slagbomen gaan open en al snel zie je ze in het straatbeeld als evenknieën van de Opel Kadett en Ford Escort. Na bijna een decennium de kat uit de boom te hebben gekeken, heeft Nederland het ‘gele gevaar’ omarmd.
Nadat Nederland de Japanse auto’s bijna tien jaar lang argwanend heeft beloerd en mondjesmaat aangeschaft, gaan begin jaren 70 alle remmen los. Dat komt vooral door de nieuwe Datsun 100A Cherry en de tweede generatie van de Toyota Corolla. Die vinden zoveel bijval dat ze algauw massaal onze straten bevolken en geduchte concurrenten worden van de koningen in het
compacte segment, de Opel Kadett en Ford Escort.
Niet toevallig vindt die doorbraak plaats in de compacte klasse, waarin status nauwelijks een rol speelt, maar ‘value for money’ des te meer. Kopers in dat segment hebben niets te verliezen aan status, maar alleen te winnen aan betrouwbaarheid en uitrusting. Het succes straalt vervolgens uit naar de andere segmenten, maar de grootschalige Japanse invasie begint van onderaf met de compacte Cherry en Corolla.
De Cherry en Corolla zijn fastbacks
De Datsun Cherry volgt de hoekige sedan Datsun 1000 op. Kenmerkend zijn de fastback, de omhoog lopende lijn van de zijruiten, de enorme C-stijl die uit de combinatie daarvan ontstaat, de stoere wielen en de uitstraling van Amerikaanse sportwagens. De Toyota Corolla die in 1970 verschijnt, is de tweede generatie met die naam. De eerste generatie was een traditioneel gelijnde sedan, maar bij de tweede heeft Toyota voor een fastbacklijn gekozen. Ook hier zien we verwijzingen naar Amerikaans autodesign, vooral bij de omlijsting van de neus en de achterlichten. Kenmerkend zijn de grote ruiten en lage taillelijn, waardoor de Corolla lager en breder op de weg lijkt te staan dan de Cherry en Europeser overkomt. Ten opzichte van de Cherry is de Corolla echter even hoog en breed, maar dertig centimeter langer. Destijds werd de Datsun doorgaans door een jeugdiger publiek gekocht dan de Toyota. We vinden de Cherry met de ogen van nu meer een ‘eigen gezicht’ hebben. Hij ziet er bovendien vlotter uit, wat door de knalgele kleur wordt benadrukt.
Dunne stoelen, zwart skai en een schuine pook
De interieurs van beide kandidaten komen grotendeels overeen: dunne stoelen met geïntegreerde hoofdsteunen, bekleding van zwart skai, een schuine pook op de vloer, één hendel aan de stuurkolom en de overige knoppen op het dashboard, twee grote klokken voor de snelheidsmeter en de optionele toerenteller in plaats van het standaard uurwerk, met in het midden één respectievelijk twee kleinere voor koelwatertemperatuur en brandstofvoorraad. In het midden van het dashboard vind je de radio en de bediening van de verwarming en ventilatie. In de Cherry zit er een zilverkleurig randje rond de klokken, in de Corolla is alles matzwart. In beide interieurs is vrijwel evenveel ruimte. De extra lengte van de Corolla wordt vooral opgeslokt door de brandstoftank, die rechtop tegen de achterbank staat. De tank van de Cherry ligt – minder veilig – onder de bagageruimte. Achter het stuur van de Cherry zit je opvallend scheef, omdat de pedalen ver naar rechts staan. Ze staan bovendien ver uit elkaar. De vrij laag gemonteerde stoelen zelf zitten normaal voor deze klasse, dus zonder al te veel steun te bieden. Dat laatste geldt ook voor de Corolla, maar daar zit je wel recht achter de pedalen.

Datsun Cherry

Toyota Corolla
Tot 80 km/h rijden ze leuk
Beide auto’s starten vlot en reageren direct op het licht bedienbare gaspedaal. Ook de koppelingen functioneren licht en voorspelbaar, zodat soepel wegrijden in geen van beide auto’s ingewikkeld is. Schakelen is een feestje: soepel en licht, met de pook als verlengstuk van je arm en gemakkelijk te vinden versnellingen. Zelfs de achteruit laat zich simpel inleggen in beide Japanners. Remmen is een ander verhaal. Vergt dat in de Toyota wat meer kracht dan tegenwoordig, in de Cherry schrik je ervan hoe hard je moet trappen voordat de auto vertraagt. We vermoeden dat het alleen voor dit exemplaar geldt, aangezien de eigenaar aangeeft dat de remblokken en -voeringen bijna aan vervanging toe zijn. Beide auto’s vertragen overigens wel voldoende voor die tijd en dat segment. Sturen gaat doorgaans prettig licht, behalve bij parkeersnelheid. Tot zover de droge testfeiten. Maar wat rijden deze auto’s vermakelijk! De motoren klimmen gemakkelijk in de toeren, klinken daarbij licht sportief en nodigen je uit om flink stevig te rijden. De onderstellen kunnen dat ook best aan. De Corolla heeft een conventionele opzet met een starre achteras en achterwielaandrijving. De Cherry beschikt over onafhankelijke wielophanging rondom en voorwielaandrijving, waarmee hij tot de voorhoede van zijn segment behoort. Voorwielaandrijving en onafhankelijke wielophanging rondom vind je in die tijd vooral bij Franse auto’s, zoals de Simca 1100, Citroën GS,
Peugeot 104 en 204 en Renault 6, en bij de Fiat 128 en Austin Glider.
Destijds reed niemand overigens ‘sportief’ met Japanners. Integendeel, er werd juist nogal gezapig mee gereden. Een gemiste kans, als je het ons vraagt. Deze auto’s wegen zo weinig – de Datsun nog minder dan de Toyota – dat ze tot 80-90 km/h lekker vlot aanvoelen. Ridders van de B-weg dus. Daarboven gaat het moeizamer en met aanzienlijk meer herrie gepaard. Het aanhouden van de huidige maximumsnelheden op de snelweg is niet aan te raden. Gelukkig is er zoveel lol te beleven onder de 80 km/h! Daarbij zijn de – vrijwel identieke – wielbases kort (ruim 230 cm), zodat beide compacts lekker wendbaar zijn.
Je voelt wel dat de Corolla meer cilinderinhoud, koppel en vermogen heeft dan de Cherry en hoort het ook aan het zwaardere motorgeluid. De Corolla komt dan ook wat gemakkelijker op snelheid, maar de funfactor is in de Cherry iets groter.
We snappen wel dat ze populair waren
We snappen dat Nederland indertijd massaal voor deze auto’s viel. Ze deden niet onder voor de marktleiders Opel Kadett en Ford Escort, en boden bovendien meer aankleding en waar voor het geld van de koper. Ten opzichte van de genoemde Franse, Italiaanse en Engelse concurrenten gold dat minder, maar die hadden elk zo hun bekende zwaktes, zoals roestgevoeligheid, een weke vering, storingsgevoeligheid of een combinatie hiervan. Niet elke koper zat daarop te wachten. Zodoende waren de betrouwbare Japanse alternatieven welkom en gingen de landsgrenzen en portemonnees open voor de import uit het Verre Oosten. Naast de testkandidaten bestond die in dit segment alleen nog uit de Mazda 1000, want merken als Mitsubishi en Subaru werden nog niet in Nederland geïmporteerd. De Datsun en de Toyota waren van dit trio veruit het populairst. Smaak bepaalt vervolgens of je voor het tikje sportiviteit van de Datsun of voor het randje smeuïgheid van de Toyota kiest. Wij vallen voor de grotere funfactor van de Datsun.
Cherry (E10) in 1970 in Japan, in 1971 in EuropaDe Cherry komt in 1970 in Japan op de markt en een jaar later in Europa. Hij volgt |
Toyota Corolla (KE20) in 1970 in JapanIn 1970 komt de tweede generatie van de Corolla in Japan uit, een conservatief |
Technische gegevens Datsun 100A Cherry (1977)
Motor 4-cil. in lijn, dwarsgeplaatst
Cilinderinhoud 988 cc
Max. vermogen 33 kW (45 pk) bij 6.000 tpm
Max. koppel 81 Nm bij 4.000 tpm
Afmetingen (l x b x h) 366 x 149 x 138 cm
Topsnelheid 140 km/h
0-100 km/h 21,0 s
Gewicht 680 kg
Vanafprijs (1975) € 3.630
Technische gegevens Toyota Corolla (1976)
Motor 4-cil. in lijn, in lengterichting geplaatst
Cilinderinhoud 1.166 cc
Max. vermogen 41 kW (56 pk) bij 6.000 tpm
Max. koppel 101 Nm bij 3.800 tpm
Afmetingen (l x b x h) 395 x 150 x 137 cm
Topsnelheid 145 km/h
0-100 km/h 16,9 s
Gewicht 765 kg
Vanafprijs (1975) € 3.902
Dit verhaal is eerder gepubliceerd in AutoWeek Classics
Lezersreacties (83) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.