Test: Mercedes-Benz R-klasse (2005)

Op smaak gebracht

Mercedes-Benz R-klasse
Mercedes-Benz R-klasseMercedes-Benz R-klasseMercedes-Benz R-klasseMercedes-Benz R-klasseMercedes-Benz R-klasseMercedes-Benz R-klasseMercedes-Benz R-klasseMercedes-Benz R-klasseMercedes-Benz R-klasse
AutoWeek 46 2005
AutoWeek 46 2005

Je leest het in AutoWeek 46 2005

Deze zomer introduceerde Mercedes-Benz de R-klasse, een wat merkwaardig gestileerd model dat in eerste instantie voor de Amerikaanse markt bedoeld was. Daar is hij sinds kort leverbaar. Te elfder ure besloten de Duitsers echter de mastodont ook in Europa te gaan voeren.

Mercedes ontwikkelde de R-klasse aanvankelijk vooral voor de VS. Het merk verwachtte dat zeker zestig procent daar afgezet zou worden, tegen maximaal veertig procent voor Europa. Maar toen de R eenmaal werkelijkheid was geworden, stelde Stuttgart z'n plannen bij. Vijftig-vijftig zou haalbaar moeten zijn. Maar dan zou de Grands Sports Tourer, zoals Mercedes de R-klasse ook wel noemt, wel enige modificaties moeten ondergaan om de Europese consument te kunnen verleiden.

Al bij de eerste aanblik in augustus krabden wij ons achter de oren. In welk segment moesten we de auto nu indelen, hoe moesten we 'm duiden? Is de R-klasse een MPV, een opgepompte combi, of zelfs een SUV, vanwege z'n permanente vierwielaandrijving, 4Matic? Mercedes loste dat 'simpel' op door te reppen van een nieuw segment, waarin de R-klasse als een mix, een crossover van alle genoemde typen het voortouw neemt.

In Amerika voert Mercedes de lange variant van de R-klasse, die een wielbasis heeft van 3,22 meter. Deze is in Europa ook leverbaar, maar speciaal voor ons continent heeft Mercedes een R ontwikkeld met een kortere wielbasis van 2,98 meter. Deze auto is 4,92 meter lang, tegen 5,16 meter voor de lange variant. In beide R'en kunnen zes inzittenden mee; de eerste twee zitrijen bestaan uit zogenaamde captain's seats. Op de derde rij staan wegklapbare stoeltjes, die toch nog tamelijk riant zijn, want zelfs volwassenen kunnen er zeer redelijk vertoeven. Omdat ze dicht tegen de wagenvloer zijn gemonteerd, zit je echter wel enigszins met opgetrokken knieën. Het surplus aan ruimte dat de lange R biedt ten opzichte van de korte, komt vooral ten goede aan de beenruimte van de passagiers op de tweede zitrij. De afstand tussen de voorstoelen en de zitting van de stoelen op de tweede rang bedraagt in de kortste variant van de R 86 centimeter en in z'n langere broertje 92 centimeter.

Uiteraard is er verschil in laadruimte. De achterstre stoelen zijn separaat neerklapbaar, en met alle zetels neergevouwen heeft de korte R maximaal 1.950 liter in de aanbieding. Het laadvolume van de lange R komt neer op 2.385 liter. Een Easy pack-achterklep, die elektrisch te bedienen is, vergemakkelijkt het in- en uitladen.

Rechtdoor

Het motorenpalet omvat net als voor de Amerikaanse versie drie motoren: twee V6'en en een V8. De kleinste V6 is een dieselmotor met een inhoud van een kleine drie liter. Amerikanen kijken een beetje neer op deze zelfontbrander, want in een personenauto hoort immers geen diesel, is aan de overzijde van de 'grote plas' het idee. Bij ons zal R 320 CDI ongetwijfeld veel meer handen op elkaar krijgen. Sterker, het is aannemelijk dat voor deze versie een hoofdrol zal zijn weggelegd. Het is dan ook beslist geen stakker. De zespitsdiesel met common-railinspuiting levert 224 pk, en een koppel van 510 Nm. Dat is beschikbaar tussen de 1.600 en 2.800 toeren per minuut. De krachtbron heeft dus flinke spierballen, maar de R-klasse wordt er geen kanon mee. Hij legt - duidelijk zichtbaar – een behoorlijk gewicht in de schaal. De korte variant weegt al ruim twee ton en de lange R is nog eens zestig kilo zwaarder. Maar volgens de fabriek is en spurt vanuit stilstand naar 100 km/h mogelijk in 8,7 seconden (de lange R is één tiende minder snel). Met de dieselmotor voelt de Mercedes zeker niet traag aan, maar dat de krachtbron eraan moet sleuren als je de sokken er in wilt zetten, merk je wel. Tijdens fel accelereren maakt de diesel gewag van z'n aanwezigheid door het interieur te vullen met een sonore brom. Als de R eenmaal op kruissnelheid is, blijft het motorgeluid aangenaam op de achtergrond.

De kleinste benzinemotor is ook een V6, die 3,5 liter meet. Hij mobiliseert 272 paarden. De maximale trekkracht is 350 Nm die bij 2.400 tpm vrijkomt, en aanhoudt tot 5.000 tpm. Met dit aggregaat onder de huif is de R een fractie sneller dan de dieselende versie; de sprint van 0 naar 100 km/h neemt op papier viertiende van een seconde minder in beslag en de maximumsnelheid ligt met 230 km/h 8 km/h hoger. In de praktijk merk je weinig van dit verschil. Wel heeft de dieselende R meer souplesse dankzij het hogere koppel dat langer ter beschikking is. Dat er een dieselmotor op de vooras drukt, merk je doordat de 320 CDI iets nadrukkelijker rechtdoor wil in een bocht dan de R 350. Beide Mercedessen zijn natuurlijk geen bochtenridders. Door het hoge zwaartepunt willen ze in een curve behoorlijk op één oor gaan hangen. Al vrij snel begint de koets te schuiven, maar wel gecontroleerd en over vier wielen. Dankzij de integrale aandrijving valt de R prima op koers te houden. De Europese afstelling van het onderstel verheelt aan de nadere kant niet dat je nog wel degelijk het gevoel hebt met een mastodont van een auto te maken hebt. Met een druk op de knop kun je het onderstel een sportievere afstemming geven. De optionele Airmatic-luchtvering wordt straffer. De R deint niet langer en laat zich strakker besturen, al communiceert de besturingsinstallatie maar weinig. Maar korte langsrichels pareert 'ie dan niet langer foutloos; die voel je maar nauwelijks in de comfortstand. Bij hogere snelheden legt Airmatic de carrosserie automatisch 2 centimeter lager.

Aanvaardbaar compromis

Maar als sportauto is de R dan ook niet bedoeld. Het compromis is buitengewoon aanvaardbaar. Zeker met de vijfliter V8 aan boord. Net als de ander motoren is 'ie af fabriek gekoppeld aan een 7G-Tronic-automaat. Deze heeft enige bedenktijd nodig voordat 'ie tot actie overgaat. De bediening geschiedt – heel Amerikaans – met een grote hendel aan de stuurkolom. De 306 pk sterke motor maakt de R in de rechte lijn toch een rappe jongen, daar doet de traag schakelende automaat niets aan af. In 6,9 tellen tikt het 'schip' van Mercedes de 100 km/h aan, en hij dendert met het gas op de plank, begeleid door een fraaie achtcilinderroffel door naar 245 km/h.

Je voelt je 'king of the road' achter het hier en daar zelfs speels vormgegeven interieiur. Met name het instrumentarium, waarin de twee belangrijkste meters zijn gehuisvest in Italiaans ogende, een fractie naar elkaar toe gerichte cilinders, ziet er gewoonweg sportief uit. De middenconsole is wat traditioneler van opzet en van typische Mercedes-snit; ergonomisch voor elkaar; de draai- en druktoetsen zijn zo geplaatst dat alle systemen zeer toegankelijk zijn. Het interieur van De R-klasse ademt door de gebruikte materialen en de wijze van monteren een hoge kwaliteit.

Komend voorjaar staat de R-klasse bij de dealers, maar Mercedes heeft de prijzen al vrijgegeven. Die variëren van 72.950 euro voor de R 350 4Matic kort tot 101.400 euro voor de R 500 4Matic lang.