Mercedes-Benz CLS Brabus 6.1S
Grote stappen, snel thuis
- Maurice de Bouvère
- Eerste rijtest
'Huistuner' Brabus is er als de kippen bij om bij de CLS z'n graantje mee te pikken, en geeft de auto een krachtkuur. We volgen een CLS 500, die in de laboratoria van Brabus een ware metamorfose ondergaat.
Mercedes-Benz en mode, een merknaam en een zelfstandig naamwoord die je je tot voor kort niet in één en dezelfde zin kon voorstellen. Maar de enige constante is de constante verandering, want het behoudende Mercedes laat plotseling zien het over een andere boeg te willen gooien. Stuttgart komt namelijk met een vierdeurs coupé. Dat lijkt heel tegenstrijdig, maar kijk eens naar de sportieve daklijn, de frameloze ruiten, en de grille die doet denken aan die van de SL. De vier toegangen tot het interieur ten spijt, wijst alles in de richting van een 2+2. Nieuw is het idee van Mercedes overigens niet. Het ter ziele gegane Rover had in de jaren zestig al een vierdeurs coupé, en ook Audi heeft met het idee voor een model met deze carrosserievorm gespeeld, maar kwam niet verder dan een studie daarvoor. Laat het nu net Mercedes zijn, dat z'n modellen qua design zo lang we ons kunnen heugen op traditionele leest schoeit, die vol zelfvertrouwen een coupé met vier deuren op de markt zet. En terecht, want je likt je vingers af bij het zien van het lijnenspel van de CLS. Hij is met zó veel emotie vormgegeven, dat je nauwelijks gelooft dat hij uit Duitsland komt. De CLS, met z'n prachtige rondingen en elegante vormen, zou zomaar aan het brein van een Italiaanse ontwerper ontsproten kunnen zijn. En profil laat de Mercedes zich van z'n beste kant zien. De vorm van de daklijn geeft de grote Duitser, die in de basis een E-klasse is, een rank en sportief voorkomen. Dat wordt versterkt door de hoge taillelijn en de relatief kleine zijruiten. Het maakt de CLS kleiner dan hij in werkelijkheid is. Een fraaie vouw ter hoogte van de portiergrepen, die over de gehele zijkant van de koets loopt, verbindt de sterk aflopende voorkant optisch met de vloeiende achterzijde. Mercedes is zelf blijkbaar ook erg tevreden over de scherpe vouw in de zijkant, want ook de nieuwe A-klasse en de B-klasse hebben hem. Bij de komende S-klasse zullen we die vouw ook tegenkomen. De CLS neemt met andere woorden een voorschot op de nieuwe designrichting die Stuttgart gekozen heeft. Slechts een aspect van het ontwerp van de CLS kan onze goedkeuring minder wegdragen, en dat is de vormgeving van de koplampen. De boemerangvormige units lopen te ver in de voorschermen door, en zijn gewoonweg te groot. De CLS blikt daardoor enigszins als een verschrikt dier de wereld in.
Atelier
En dat is 'ie beslist niet. Brabus heeft fors gesleuteld aan de toch al zeer potente CLS, en 'm getransformeerd tot één van de snelste auto's in z'n soort. De buitenzijde heeft de tuner uit Bottrop gelukkig op subtiele wijze aangepast, zodat de fraaie lijnen van de Mercedes geen geweld zijn aangedaan. Het Brabus-uiterlijk behelst een tamelijk forse voorspoiler, die de koplampen wat minder in het oog doen springen; die lijken nu beter in proportie. In de grote 'lip' zijn aan weerszijden twee kleine pitjes ondergebracht; breed- en verstralers. De kleine lampjes in de spoiler vinden we ook terug op andere auto's van de tuner, en zijn dus een echt Brabus-kenmerk. Sideskirts mogen niet ontbreken, en dat doen ze dan ook niet; op de zwarte CLS op deze pagina's staan ze goed. Ze maken 'm net wat 'dikker', maar doen niet overdreven aan. Brabus heeft de achterzijde van de Mercedes evenmin ongemoeid gelaten. Een klein achterspoilertje siert de achterklep van de CLS. Het is vooral de achterbumper van de Brabus 6.1 S die om aandacht schreeuwt. Hij is iets verder naar het asfalt getrokken dan het originele exemplaar van de CLS, heeft een geïntegreerde diffusor, en er priemen maar liefst vier uitlaatmonden onder uit. De wielkasten worden vóór gevuld met lichtmetalen wielen in de maat 8,5J x19, en achter met exemplaren met het formaat 10J x 19. De Brabus-CLS staat op breed rubber; om de voorwielen zijn 255/35 ZR 19-banden gelegd, en achter heeft de 6.1 S 285/30 ZR 19. Hoewel de Brabus er ontegenzeglijk fraai uitziet in z'n Brabus-uitdossing, heeft de Duitse tuningfirma z'n aanpassingen niet louter uit cosmetische overwegingen gedaan. Er is een heuse windtunnel aan te pas gekomen, en de vorm van de diverse additionele carrosseriedelen is daardoor gedicteerd.
Brabus heeft ook in het interieur een andere, meer sportieve ambiance gecreëerd. Zo treffen we een dikker, sportiever stuurwiel en aluminium pedalen aan. Het dashboard is afgewerkt met accenten van koolstofvezel. Uiteraard is het zitmeubilair met koeienhuid overtrokken. Brabus heeft een eigen atelier waarin medewerkers met hoogwaardig leer dashboards, stoelen en portieren van de modellen van de Duitse tuner bekleden. Zo bezien doe je Brabus te kort met de term 'tuner'. Het bedrijf is eigenlijk een kleine autoproducent, dat alle expertise en faciliteiten in huis heeft om bestaande modellen een totaal eigen gezicht te geven, zowel boven- als onderhuids.
Weggemoffeld
De wijze waarop de Duitsers het hart van de CLS, de motor, onder handen nemen onderstreept die stelling. Wanneer een Mercedes als de CLS uit de fabriek komt en bij Brabus in Bottrop landt, wordt de motor onmiddellijk uit het vooronder gelicht. De V8 krijgt vervolgens een omvangrijke krachtkuur. Een onderneming als Brabus kan natuurlijk niet volstaan met enkele aanpassingen aan het motormanagement. Vanzelfsprekend wordt de elektronica anders afgestemd, maar daarmee is slechts een klein gedeelte van het oppepwerk volbracht. Een veel grotere ingreep betreft het vergroten van de boring, en de toepassing van overmaatse zuigers. Na bemoeienis van Brabus heeft de achtpitter niet langer een cilinderinhoud van vijf, maar van zes liter. Het in- en uitlaattraject worden geoptimaliseerd, zodat de motor beter kan ademhalen. Voor een betere cilindervulling monteert Brabus grotere in- en uitlaatkleppen, en dus zijn ook de poorten vergroot. Ook past het bedrijf andere, snellere nokkenassen toe.
De ingrepen missen hun uitwerking niet. De V8 uit de CLS levert niet langer een toch al niet misselijke 306 pk, maar heeft maar liefst 445 paardenkrachten in het vooronder. Brabus heeft souplesse nog hoger in het vaandel staan dan pure sportiviteit, dus is het motorkoppel van groot belang. Nu is de CLS van huis uit al een grote koppelbaas met 460 Nm aan de krukas bij 2.700 tpm, maar Brabus weet nog meer uit de achtcilinder te persen; bij 4.500 omwentelingen van de krukas levert de zesliter 635 Nm aan trekkracht. Het koppelverloop van de motor is bovendien mooi vlak, waardoor 'ie altijd meer dan voldoende kracht voorhanden heeft.
De Brabus CLS 6.1 belooft op papier imponerende prestaties. En de praktijk logenstraft die niet. De CLS 500 accelereert van 0 naar 100 km/h in 6,1 seconden. Geen acceleratietijd om je voor te schamen, dunkt ons. Maar de Brabus 6.1 doet daar nog een schepje bovenop, en dendert in slechts 5,2 seconden naar de in ons land geldende maximumsnelheid. Om van stilstand naar 200 km/h te spurten, heeft de Brabus 18,5 tellen nodig. Wie het aluminium gaspedaal intrapt en er op blijft staan, ervaart een machtige, steeds voortdurende versnelling. Maar de CLS wordt nimmer nerveus. De V8 gilt het uit, maar in het interieur is dat nauwelijks te horen. Brabus heeft het motorgeluid gelukkig niet volledig weggemoffeld, en laat de inzittenden genieten van het majestueuze achtcilindergeluid, dat de krachtbron gedempt doorgeeft aan het interieur. Buiten is het geweld van de beul die onder de kap van de Brabus CLS ligt echter goed te horen; de krachtbron trakteert omstanders op een machtige aanhoudende gil, terwijl de zeventraps automaat soepel en schokvrij door de verzetten wandelt. Bij 305 km/h wordt de luchtweerstand de CLS te veel, en is het feest over; de Brabus is niet zoals de standaard CLS begrensd op een academische 250 km/h.
Ook in bochten voelt de Brabus extreem vertrouwenwekkend aan. Uiteraard voorkomt de elektronica, mits ingeschakeld, dat de CLS in enthousiast geattaqueerde curves een eigen leven gaat leiden. Maar niet alle eer komt de elektronische beschermengelen toe. De CLS 500 heeft het van de S-klasse bekende Airmatic aan boord. De luchtvering heeft een zogenaamde Dual Control-functie, waardoor het veerkarakter van de auto veranderd kan worden. Het systeem schakelt in de bocht een deel van het luchtvolume in de luchtbalgen uit, waardoor de vering lekker strak wordt, en dat merk je; de carrosserie helt niet tot nauwelijks over. Brabus monteert sportveren en dikkere stabilisatorstangen om overhelneigingen nog beter tegen te gaan. Bovendien kan de Brabus-CLS 20 mm dichter bij het asfalt gebracht worden, terwijl de CLS af fabriek 15 mm kan zakken. De Brabus ligt hierdoor als een spreekwoordelijke dijk op de weg. De CLS stuurt al een stuk beter dan de E 500 waarop hij gebaseerd is. De Brabus CLS 6.1 stuurt door alle ingrepen aan het onderstel nog een tikkie strakker dan een fabrieks-CLS 500, maar toch nog steeds tamelijk gevoelloos.
De Brabus CLS 6.1 S is nog altijd een limousine die vooral uitblinkt in het maken van rappe snelwegkilometers. Een echte sportieveling is het niet, alle inspanningen van Brabus ten spijt. Net als de CLS 500 is hij uitermate geschikt voor het maken van comfortabele, lange ritten. Snel bochtenwerk is niet zo z'n domein; de bijna vijf meter lange koets werkt daarbij natuurlijk ook niet echt mee, ook al weet de stabiliteit van de Brabus absoluut te imponeren.
Sportkledij
Exclusiviteit kent zijn prijs. De Mercedes-Benz CLS 500 komt op E 106.200, en da's een flinke smak geld, zeker als je je bedenkt dat dezelfde auto in Duitsland zo'n zeventig mille moet opbrengen. Voor de Brabus CLS 6.1 S geldt bij onze oosterburen een nettoprijs van E 137.573. Daar gaat voor de Nederlandse consument nog een 45,2 procent bpm en btw overheen. De Brabus is hier te lande dus al bij voorbaat voor slechts weinigen weggelegd. De enkele gelukkige die zich eigenaar mag noemen van een Brabus CLS 6.1 weet zich niet alleen verzekerd van een nog grotere exclusiviteit van z'n auto dan de bezitter van een CLS 500. Maar hij rijdt ook een sportievere auto, met een dito uiterlijk en een gemodificeerd onderstel, een sportiever interieur, en, het belangrijkste: een beul van een motor, die 139 pk meer vermogen en 175 Nm meer trekkracht te vergeven heeft dan de fabrieksmotor uit Stuttgart. De luxueuze limo in sportkledij kan z'n uiterlijk dankzij Brabus nog beter waarmaken. Maar wel in alle rust. De atmosferische Brabus-krachtbron legt een rustig gedrag aan de dag; precies wat Brabus wenst te bereiken met z'n auto's; grote stappen, snel thuis, maar wel in alle kalmte. En dat past de CLS!