Mercedes-Benz C 300e Estate – BMW 330e xDrive touring - Test

Geen week zonder Mercedes-Benznieuws. De welhaast continue uitbreiding van de geheel elektrische EQ-familie houdt nog wel even aan, maar tegelijkertijd stopt het merk nog altijd miljarden in de bestaande modellijnen. Een pijler als de nieuwe C-klasse kreeg eind vorig jaar al snel na de komst van de Limousine de Estate erbij en ook in de wat meer traditionele modellen rukt de elektrificatie op. Meteen al als mild-hybride en snel na de introductie verscheen de C-klasse als plug-in hybride. Die aandrijfcombinatie zit in onze C-klasse Estate en daarmee zet het merk heel grote stappen. De vorige Mercedes-Benz C-klasse was er ook al als plug-in hybride maar de nieuwe komt op elektrokracht bijna twee keer zo ver.

Zoeken naar een geschikte tegenstrever levert in dit gedeelte van de traditionele middenklasse geen hoofdbrekens op. Keus volop in de premium hoek, BMW levert van de 3-serie Touring zelfs twee varianten als PHEV, de 320e en de 330e; van beide bestaan integraal aangedreven xDrives. Volvo biedt keus uit twee Recharge-versies van de V60, de T6 en de T8. Audi laat het echter afweten, een A4 met plug-in hybride aandrijflijn bestaat niet.

LAADAANSLUITING ACHTER

De Mercedes C-klasse Estate herken je aan de achterzijde beter als volledig nieuw model dan aan de voorkant. Natuurlijk deelt hij geen carrosseriedeel met de vorige C, maar het design evolueerde duidelijk. De grote achterlichtunits zijn kenmerkend en zijn qua opzet nagenoeg gelijk aan die van de C-klasse Limousine. Volgende spottersvraag: hoe zie je aan de buitenzijde dat het de ‘300 e’ betreft? Aan het logo natuurlijk, maar verder kun je hem herkennen aan de ‘tankklep’ in het linker achterscherm. Die afdekking voor de stekkeraansluiting is gespiegeld aan de normale tankvulopening.

Toch maakt het hem anoniemer dan een BMW 320e of 330e, waar de laadaansluiting in het linker voorscherm zit. Qua positionering vinden wij achter beter, overigens, en esthetischer is het ook. Omdat de C300 e Estate die wij rijden is uitgerust met de AMG Line-uitmonstering, zijn er uitlaat­eindstukken in de achterbumper; dat werd bij de PHEV niet achterwege gelaten. De echte uitlaat hoeft overigens maar heel weinig in werking te komen als je de accu veelvuldig oplaadt. Maar liefst 25,4 kWh groot is het pakket dat onder de laadvloer ligt. Een gigantische capaciteit en dat wordt meteen duidelijk bij het openen van de achterklep. De bult is goed zichtbaar, er zijn geen vakken om de stekker in op te bergen en er is onder het afdekzeil nog maar 360 liter bagageruimte. Een krimp van 130 liter ten opzichte van een normale C-klasse Estate.

Nu weten we na ruim dertig jaar ervaring met zogenoemde lifestylecombi’s dat ruimte niet het verkoopargument is van dit genre, maar 360 liter is wel heel karig. De BMW 330e xDrive Touring stelt daar meer dan 400 liter tegenover, en we zien een vakje onder de laadvloer waar de laadkabel in past. Nu heeft de sterkste PHEV-versie van de 3-serie ook een accupakket dat een stuk kleiner is dan dat van de Mercedes C300 e. De capaciteit van 10,4 kWh moet goed zijn voor zestig elektrische kilometers.

Ruim op de achterbank is de C300 e Estate gelukkig wel. Nee, denk daarbij niet aan de zee van ruimte die een VW Passat, een Opel Insignia of een Ford Mondeo op die plek biedt, maar voor een zogenoemde premiumstationwagon heb je het als persoon van 1,80 meter en een beetje op de achterbank nog aardig riant. Ondanks het panoramadak. In de BMW zit die glazen voorziening ook – een gedeelte kan open – maar achterin gaat het er krapper aan toe dan in de C-klasse.

SUBTIEL DUIMPJE

Vanbinnen oogt de C-klasse hypermodern dankzij de nieuwste generatie van de MBUX-interface. De opzet komt overeen met die van het topmodel S-klasse en dat betekent dat de bestuurder een horizontaal geplaatst scherm voor zich heeft, en een verticaal geplaatste centrale display centraal ziet. Het eerste bedien je met touch-swipe­knop op de linker stuurspaak en zo stel je de schier oneindige weergavemogelijk­heden in. Het tweede scherm raak je rechtstreeks aan met de vingers of met de touch-swipeknop op de rechter stuurspaak.

Een centrale bedieningsknop op de middenconsole is bij de jongste evolutie van de interface komen te vervallen. De grafische weergaven zijn een lust voor het oog, fysieke knoppen zijn er ampers nog in het interieur, maar heel erg missen we ze niet. Alleen het via de touchknop aanpassen van de snelheid van de cruisecontrol vraagt om een subtiel duimpje. Daar zouden we best een gewone knop voor willen.

Bij de AMG-Line-aankleding hoort een carbonachtige laag over het dashboard en de middenconsole. Modern, verzorgd en fraai, laat dat maar aan de interieurontwerpers van Mercedes over. De zitpositie is desgewenst zeer laag, waarbij opvalt dat deze wat eenvoudiger Mercedes-stoel handmatig in de lengterichting te verschuiven is, terwijl de hoogte van de zitting en de stand van de rugleuning wel elektrisch te verstellen zijn.

Aan de uitstraling van het C-klasse-interieur kan het BMW-dashboard niet tippen maar de ergonomie maakt ons blij. De 3-serie heeft meer knoppen, bijvoorbeeld voor de diverse rijstanden. Altijd fijn als die direct onder handbereik liggen. Het valt op dat de BMW ook met volgeladen accu niet vanzelf in de elektrische rijmodus begint. Bij de Mercedes staat die dan meteen ingeschakeld.

In de 330e begin je altijd in ‘Hybrid’ waarbij de auto overigens wel zoveel mogelijk elektrisch rijdt, zolang je maar een fluwelen rechtervoet hanteert. Als je niet oppast, springt de viercilinder benzinemotor bij. Dat kan natuurlijk, want dan rijd je de PHEV als een gewone hybride met veel meer elektrische ondersteuning. Is de rit in een auto als deze langer dan wat je geheel elektrisch kunt doen, voer dan altijd de bestemming in via de navigatie. De techniek bedenkt dan zelf wanneer de elektromotor zijn werk zelfstandig doet dan wel vooral ondersteunt om zo efficiënt mogelijk naar de plek van bestemming te rijden.

TOCH MEER DAN 90

In de testweek is het rond de zeven graden Celsius, maar toch halen we met de C300 e Estate al 93 elektrische kilometers uit een lading. Met de BMW 330e xDrive Touring komen we uit op 53 kilometer. Het is geen verrassing dat de Mercedes zo ver komt, aangezien hij bijna anderhalf keer zoveel accucapaciteit heeft. Omdat wij bij plug-in hybrides het verbruik altijd splitsen, hebben we beide auto’s ook onderworpen aan kilometers zonder vooraf te stekkeren. Daarbij gooit de Mercedes hoge ogen. We komen uit op 1 op 15,5. In de BMW noteren we bij eenzelfde werkwijze 1 op 13,7.

Kijk je puur naar de PHEV-cijfers, dan pakt de Mercedes punten, maar in de praktijk wil je ook weten hoe de techniek aanvoelt. Mercedes koppelt een geblazen viercilinder met 2,0 liter inhoud aan een 129 pk sterke elektromotor. Die laatste levert genoeg vermogen om puur elektrisch vlot genoeg vooruit te komen. Zodra beide in actie komen, kan de samenwerking via de negentraps automaat en de wisselwerking tussen benzineen elektrokracht niet overtuigen.

Er treden schokken in de aandrijflijn op bij veranderende belasting. Bij het elektrisch rijden komt de bemoeizucht van de auto fijner over dan wanneer je in hybride modus rijdt. De techniek signaleert rotondes en bochten en gaat daarom meer weerstand in het pedaal leveren en als je gas loslaat zelfs regenereren. De signalen van de auto sporen je aan zoveel mogelijk uit het accupakket te halen; samen met de auto ga je voor maximale efficiëntie.

Zit je de C300 e vol op de huid, dan is hij heel snel en laat hij met zijn 313 pk systeemvermogen de 292 pk sterke BMW achter zich. De aandrijflijn van de BMW vinden we echter fijner. De samenwerking tussen de 2.0-viercilinder-turbomotor, de elektromotor en de achttraps automaat voelt geraffineerder, meer als een op elkaar afgestemd geheel en daardoor lijkt de verbinding tussen rechtervoet en de reactie van de aandrijflijn directer. Bovendien klinkt de viercilinder uit München beter dan de rauwe tweeliter uit Stuttgart.

CONCESSIES

Bij de Mercedes C300 e moet je concessies doen. Dat geldt voor de laadruimte, maar zeker ook voor de rijeigenschappen. Het enorme accupakket maakt de midden­klasser ontzettend zwaar en de ruim 2.000 kilo voel je tijdens het rijden altijd. De auto deint en voelt veel logger dan een normale C-klasse. Ook merk je in snelle bochten dat er veel kilo’s op de luchtgeveerde achteras drukken; er is achter een hoog zwaartepunt. Op drempels slaat de auto verder door, waardoor je nog meer dan in een mildhybride C-klasse de flappen voor de wielkasten over het wegdek hoort schrapen.

Vergeleken bij de Mercedes voelt de 1.865 kilo wegende 3-serie lichtvoetig en speels aan. Ja, natuurlijk drukken er meer kilo’s op de vooren achteras, maar de 330e blijft een heerlijk dynamische 3-serie. Het onderstel is steviger, maar hij gaat prettiger over drempels dan de logge C-klasse Estate en ook de besturing is directer en communicatiever. De vierwielaandrijving kun je voor Nederland achterwege laten. Dat scheelt zo’n € 2.500.

Alleen als je een keer echt hard een bocht in gaat en het stevige gewicht door gaat drukken, kun je met de xDrive beter de bocht uit komen door het gas in te trappen en de voorwielen de achterwielen te laten assisteren. Een jaar geleden hadden we een 330e touring met alleen achterwiel­aandrijving in een test, en dat was een heerlijke bolide.

OPTIONELE SNELLADER

Ga je voor de Mercedes-Benz C300 e Estate, dan heb je het hoogst haalbare op PHEV-gebied. De auto komt elektrisch indrukwekkend ver, heeft een zuinige benzine­motor en je kunt ook nog optioneel een snellader kiezen. Dan kun je dus echt bijna al je ritten helemaal elektrisch doen. Je moet er echter wel wat voor inleveren. Het verschil in rijeigenschappen met andere versies van de C-klasse is groot. Dus hoe ver wil je gaan? Een C200 kost ongeveer hetzelfde, heeft meer bagageruimte, rijdt beter, maar heeft ‘slechts’ 204 pk en is duurder in gebruik.

Bij een BMW 330e doe je minder concessies op rijen ruimtegebied. De optie xDrive kun je gerust achterwege laten, tenzij je drie keer per jaar op wintersport gaat. Dan begint de krachtigste plug-in 3-serie Touring bij € 57.617 in plaats van € 60.461. Voor de Mercedes-Benz C300 e Estate vraagt het merk minimaal € 60.971. Dan krijg je geen vierwielaandrijving – die mogelijkheid bestaat ook niet voor deze variant – maar wel een veel groter elektrisch bereik en een zuiniger aandrijflijn. De AMG Line is voor bijna € 3.300 meer een aantrekkelijke optie; dan ziet de auto er helemaal af uit. De BMW 330e xDrive touring is in de basis een Business Editon Plus, maar het testexemplaar is zo volgehangen met lekkernijen dat de prijs op dik 80 mille uitkomt.