Mazda 3 - Renault Mégane
Semi-sportief dieselen
Als brandstof ligt diesel momenteel stevig onder vuur vanwege de relatief grote hoeveelheid fijnstof die een moderne dieselmotor uitstoot. Anderzijds heeft de dieselmotor eigenschappen die voor z'n bestuurder prettig zijn. Een laag verbruik bijvoorbeeld, en vooral veel trekkracht bij lage motorsnelheden. En dat vertaalt zich weer door in meer vermogen. Met andere woorden: al vanaf lage toerentallen levert een potente diesel aanzienlijke sprintcapaciteiten, zonder daarbij al te aanwezig te zijn. Een fijne eigenschap voor een GT-achtig model dus. Een auto die wat sportiever en luxer in de markt staat dan de doorsnee, maar niet de stap maakt naar een echt sportieve hatchback. Zo'n model kan dan natuurlijk weer op diverse manieren worden ingevuld.
Mazda heeft de 3 van huis uit al iets meer op de enthousiaste bestuurder gericht, dus voegt de GT-M-uitvoering vooral luxe en een sportiever uiterlijk toe. Renault kiest ervoor om de Mégane GT wat sterker te laten afwijken van z'n mindere broeders. Natuurlijk zijn er de grote wielen en het sportieve bumperwerk, maar ook de onderliggende techniek wijkt af van andere Méganes. Renault Sport, de afdeling die ook de fameuze RS-modellen maakt, heeft zich met het onderstel bemoeid en ook de EDC-transmissie met dubbele koppeling verschilt van de gewone uitvoeringen.
Desondanks blijkt juist die bak met dubbele koppeling de achilleshiel van de Mégane GT. De schakelmomenten wisselen bijvoorbeeld sterk in snelheid. Soms schakelt de techniek ogenblikkelijk, zoals je van een DCT-bak verwacht, andere keren loopt het motortoerental bij terugschakelen eerst op, dan gebeurt er even niets en vervolgens koppelt de versnellingsbak pas aan. Hetzelfde geldt voor de reactie op de flippers achter het stuur. Soms gaat het snel, soms duurt het opvallend lang voordat de aandrijflijn op input reageert. Dat maakt het geheel te grillig, wat afbreuk doet aan het rijplezier. Jammer, want aan de dCi 165 dieselmotor ligt het niet. Goed, Renault smokkelt er 2 pk bij, want stiekem heeft-ie maar 163 paarden aan boord, maar verder valt er niets te klagen. De 1.6 commonrail viercilinder draait opvallend stil, reageert vlot bij hernemingen en dankzij 380 Nm koppel bij 1.750 toeren per minuut komt de GT vlot vooruit. Tijdens de metingen verhinderde een welgemikte regenbui helaas een representatieve meting, maar in de praktijk voelt de Fransman snel genoeg aan om de claim van Renault met betrekking tot de 0-100-tijd geloofwaardig te maken.
Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.