Marijke bouwde haar eigen Volkswagen T3 Camper

Volkswagen T3 camper

Marijke de Vos heeft heel wat in haar mars. Ze werkt in een bedrijf dat klassieke auto’s restaureert en rijdt in haar vrije tijd in een oranje Volkswagen T3-camper uit 1981 die zij met hulp van haar familie opknapte.

Zo’n feloranje Volkswagen-bus kan je nooit ontgaan. Ook in de verste ­uithoeken van je gezichtsveld valt de T3 onmiddellijk op. En als de bestuurster uitstapt om kennis te maken, is de verrassing compleet: Marijke de Vos blijkt geen doorsnee jongedame. Ze restaureerde op jonge leeftijd haar gedroomde klassieke auto, een Kever. Na het zien van de remake van de bekende Herbie-film wist ze het zeker: “Ik wil ook een Kever!” Ze voegt de daad bij het woord. Van haar spaargeld koopt ze een auto die ze met een beetje hulp van vader en opa van top tot teen restaureert. En alsof dat niet genoeg is, tikt ze de oude bus van een boswachter op de kop met het doel die om te bouwen tot camper. Als we een afspraak met haar willen maken, is ze daarmee net samen met haar vriend Marlo naar een camping in Bosanova, Tsjechië, aan het dieselen. En als we later nog eens bellen, op een donderdag, roept ze: “Ik heb net een uurtje of twee eerder vrij gekregen, dan kan ik voor de files uit naar Francorchamps kachelen. Kan het wachten tot maandag?” Als Marijke pal na dat weekend terug is uit België, knijpt ze nog een beetje met haar ogen. Kennelijk was het een doldwaze boel op de camping naast het circuit, waar Max Verstappen weer eens schitterde en zijn zeldzame klasse bewees. “We ­waren pas midden in de nacht weer terug in Friesland. Eerder dan om een uur of negen rijden had geen zin, want het staat altijd uren vast na de race. Dus zijn we wat ­langer op de camping blijven hangen tot er schot in de stoet kwam. Met een camper ben je dan in het ­voordeel”, vindt de 20-jarige. Aan energie ontbreekt het haar niet. Haar werkgever mocht haar dan wel een paar uur eerder laten gaan, op de maandag ­verlangde hij haar wel op de normale tijd terug op het werk.

Volkswagen-camper is ook daily driver

Voor het woon-werkverkeer zet ze haar Volkswagen-camper in. Hoe kwam ze op het idee om zo’n bus te kopen? Marijke: “Sinds Herbie heb ik nu eenmaal wat met Duitse auto’s, en met die van Volkswagen in het bijzonder. Bovendien was ik dankzij de Kever al gewend aan Volkswagen-techniek. Ook kamperen we graag. Pake en beppe (Fries voor opa en oma; red.) hebben een klassieke, zelf ­omgebouwde Peugeot J7 en mijn ouders hebben net als ik een T3. ­Gezamenlijk is er nog een Peugeot D4B. Dus zij allen brachten me op het idee om een camper te bouwen. Want zeg nu ­eerlijk: ik kan toch niet ­eeuwig met hen mee op vakantie?”

Familie helpt

Vriend Marlo moet nog wennen aan die klassiekers in de familie De Vos. Marijke: “Ik moest hem toch al over de streep trekken om met zo’n klassieker op vakantie te gaan, want hij heeft weinig met oude auto’s. Dat begint nu te ­kantelen. Hij wil ooit een ­Ferrari of een Porsche, want het moet snel zijn.” En met een grijns: “Dat wordt hard werken voor hem.

De Audi 80 op de achtergrond is van haar vader.

T2 is zo duur, maar T3 heeft ook al cultstatus

In kampeerminnend Nederland, Duitsland en de rest van de wereld is de Volkswagen Transporter een geliefd object. Dat is ­Marijke niet ontgaan. Ze omarmt de ­cultstatus van de Volkswagen-bus, maar ­hekelt de eraan gekoppelde waardestijging. Het liefst wilde ze een T2, maar die is financieel onbereikbaar. Ook de prijzen van de T3 lopen op, juist bij gebrek aan T2’s. Met hard werken kan ze na verloop van tijd net een ­exemplaar betalen. Ze vult vakken, ­bezorgt kranten, werkt in de bediening en maakt spuit­cabines schoon. Dat laatste is een heel vies werkje, maar ze doet het. Haar droom moet en zal ze verwezenlijken. Alles stelt ze in het werk om de aanschafprijs, maar ook de ombouw- en spuitkosten én de tegenvallers te kunnen betalen. De T3 ­bemachtigt ze voor een op het oog nog best redelijk ­bedrag, maar als de bus klaar is, heeft ze een ­veelvoud besteed. Ga maar na: 2.100 euro voor de aanschaf en 8.000 euro na restauratie en ombouw.

Motor was de zwaarste tegenvaller

Noodgedwongen laat ze een deel van het werk over aan familie en vrienden.­ Vader, moeder, opa en pa’s beste vriend Henk worden ingeschakeld en in de schaarse vrije tijd draagt Marijke ook zelf een steentje bij. Zo demonteert ze alle carrosseriedelen, zoals de bumpers en de grille, schraapt ze alle ­gelijmde textiel af, helpt ze met het zagen en op maat maken van de kastjes en rijdt ze naar de bouwmarkten. En natuurlijk helpt ze pake als die de techniek aanpakt. Zo bouwen ze de motor in en doen ze samen de remmen en de wielophanging om de auto veilig te maken. De aanschafprijs lijkt laag, maar niet als Marijke vertelt dat ze in feite een casco bus heeft gekocht. “Er was geen motor bij; er zat ooit een 1.6 D in. Die moesten we zo dicht mogelijk bij huis zien te vinden. Maar mooi niet, het werd Zwijndrecht. De gok van een losse motor kopen bleek een slechte: een revisiebedrijf moest eraan te pas komen om de cilinderkop en de ­verstuivers te vervangen, want repareren bleek onmogelijk. Ook werd de brandstofpomp gereviseerd en op tijd gezet. Die motor was de eerste, maar ook zwaarste tegenvaller. Gelukkig was pake er als de kippen bij om de motor in te bouwen en aan de praat te krijgen. Laten we het erop houden dat het een valse start was, die we later hebben goedgemaakt. Nu voelt het alsof we de ­Elfstedentocht hebben gewonnen”, zegt­ ­Marijke. De consequentie is dat ze nog meer zal moeten werken om voor die ­tegenvallers te dokken. Nog meer uren in de bediening, dus. “Heb ik even geluk dat er een personeelstekort is.”

De carrosserie was al oranje

Gelukkig is de bus al in Nederland en nog getooid in zijn originele oranje kleur. “Er zaten gaten in de flanken waaraan de lampen hingen die het bos verlichtten. Dat was een kwestie van dichtlassen en wat slijpwerk. Serieuzer waren de ­radiateur-steun en de schuifdeurrails. Daar moesten nieuwe stukken in. Gelukkig zijn die onderdelen nog volop verkrijgbaar bij bedrijven die zich in de Volkswagen-bus hebben ­gespecialiseerd. Verder was de carrosserie goed bewaard gebleven. Het is toch een 43 jaar oude auto.” Aan Marijke de taak om de kleur te bepalen. “Dat oranje liet ik intact, maar hij kon me wel wat vrolijker. Een two-tone-combinatie leek me daartoe het meest ­geschikt en dan komt wit in mijn ogen als eerste in ­aanmerking. ­Samen met de witte velgen een geslaagd ­experiment.”

Een bevriende autospuiter brengt daarna de gewenste laklaag aan. “Hij legde me de voorbewerking uit, hoe hij oneffenheden wegschuurt en plamuurt. Een kunst op zich en ­leerzaam bovendien.” Maar dan het interieur. “Ik wilde een ­combinatie van ­modern comfort met een vleugje sfeer van de jaren 70. Zo ontstond het idee voor ­psychedelische, oranje-bruine gordijnen, bruine jute-achtige deurbekleding, een ­klassieke beige Electrolux-ijskast en een modernere, maar contrasterende lichtgrijze houtlook voor de wand- en ­keukenkastjes. De bank-bedbekleding is middengrijs.”

De vloer is een ode aan de mediterrane ­cultuur. Marijkes vader, schilder en ­houtbewerker, zaagde het interieur volgens haar ontwerp. Ook lijmde en schroefde hij alles in elkaar. Marijke: “Een paar kastjes en de ijskast kwamen van een donorcamper. Het servieswerk heb ik van Marktplaats gevist: dat zijn emaille potten, pannen, een echte fluitketel en contrasterend witte kop-­en-schotels uit de seventies. Goed voor de sfeer.”

Op YouTube veel gevonden over indeling camper

In de winter van 2021 op 2022 werkt de ­familie koortsachtig door aan de T3. Kort voor de vakantie is de camper gereed. Tijd voor proefritten, -zitten, -liggen, -koken en -slapen is er amper. “Als hij maar ­betrouwbaar was, vond ik, de rest zagen we wel. We kwamen er snel achter dat de indeling wel zo handig was. Maar laat ik eerlijk zijn: we hebben het wiel niet hoeven uitvinden. Er rijden al honderd­duizenden van deze busjes rond. Bovendien biedt ­YouTube altijd een ­helpende hand.”

 

Originaliteit belangrijk

Originaliteit krijgt een bepalende rol tijdens de restauratie en de ombouw. De kleur is origineel Volkswagen, de wielen blijven standaard, hoewel ze wit worden gespoten, het grote tweespaaks stuur blijft, de ­rubberen vloermatten voorin ook. Toch verandert Marijke het een en ander: “Ik hang erg aan originaliteit, maar ga niet tot het uiterste. We willen lekker veel en goed klinkende muziek. Dus moest de originele Blaupunkt-radio wijken voor een moderner exemplaar van Pioneer. Die zal in een later stadium echter het veld moeten ruimen voor ­hedendaagse audio. Ook waren de stoelen doorgezeten en het typische Volkswagen-skai was helemaal kapot. Omdat je op de wielkuip zit, kunnen er alleen heel lage stoelen in. Op Marktplaats vond ik ze: uit een Honda Civic van de vierde generatie. Ze mogen dan uit de toon vallen bij de bruine portierbekleding, ze zitten wel perfect.”

Aan de buitenkant vallen nog wel meer niet-originele details op. Zo staat de bus iets lager dan standaard en herkennen we de grille uit de luxueuze modellen Vanagon en Carat, net als extra Hella-verstralers. In technisch opzicht voldoet het interieur aan de huidige normen, zowel akoestisch dankzij de vette audio-installatie ("We zijn jong, toch?") als wat betreft veiligheid. Zo heeft het gasfornuis daartoe de noodzakelijke voorzieningen.

Je ziet het vaker bij de T3, de koplampen van de luxeversies Vanagon of Carat.

Het is mooi om te zien hoe efficiënt Marijke & Co de omgetoverde ­boswachtersbus hebben weten in te richten. Schuif de deur weer in het slot en het voelt in die paar kubieke meter ruimte niet eens claustrofobisch, ook al is elke centimeter benut. Marijke: “Het is natuurlijk een bus voor twee. Een klein kind kan er eventueel bij, maar dat is­ ­meteen de ­limiet.”

Direct na het testen en (korte tijd) proefdraaien wacht een zomervakantie naar Tsjechië. De zwakke, ­ouderwets ­indirect ingespoten 1,6-liter ­diesel zonder turbo loopt als een zonnetje en bewijst zich direct als standvastig. De rit naar Tsjechië lijkt vooraf een avontuur, maar verloopt zonder oponthoud.

“Die trip was voor ons de lakmoesproef. Houdt de techniek zich goed?” vertelt ze. Gelukkig was ze al gewend aan acceleratietijden van twintig seconden of meer dankzij haar Kever. In de T3 is dat niet anders. “Op weg naar Tsjechië maakten we het al mee, en ook bijvoorbeeld in de ­Ardennen: soms  rijdt er een hele stoet achter de bus aan. Dat leidt soms tot irritaties. Dan zoeken we een zwaar beladen vrachtwagen en ­blijven we erachter hangen.”

Geduld: amper acceleratie en zware besturing

Marijke is de kalmte zelve als ze op weg naar de fotolocatie en later terug naar huis accelereert vanaf de ­diverse rotondes en de oprit naar de A32. “Ik moet mijn geduld bewaren. Niet alleen ­vanwege de acceleratie, of beter het gebrek eraan, maar ook door de zware besturing. Want ook al huist de motor achterin, twee personen boven op de torsiegeveerde vooras drukken letterlijk hun stempel op de voorwielen.”

De diesel houdt zich achterin, onder de vloer, redelijk koest. Dat verandert als de ­Volkswagen-bus eindelijk de 100 kilometer per uur ­aantikt, nadat Marijke de lange pook bij 60 km per uur in z’n vier heeft ­geklikt. “Je moet nu eenmaal geduld ­hebben in een klassieke auto”, herhaalt ze. “Maar niet alleen in, ook mét een klassieke auto, als je ­erachter zit. In het huidige ­verkeer is het geduld een beetje ­opgeraakt.”

Stoïcijns vervolgt ze haar route naar huis. Ze is zich amper bewust van de aandacht die het oranje gevaarte, maar nog meer haar verschijning als bestuurder bij de ­overige weggebruikers trekt. Dat is het lot van de bezitter van een ­klassieke auto en zeker als je zo jeugdig bent als Marijke.

Gerelateerde forum topics

Lezersreacties (32) (gesloten)

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.

De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.

Praat verder op het forum