Test: Kia Stonic (2017)
De laatste of juist de eerste?
54 reacties
Video
Helaas kunnen wij deze video niet weergeven, omdat je niet akkoord bent gegaan met de
cookie voorwaarden.
Onze video speler heeft rechten nodig voor de "Social Media".
Wijzig je cookie instellingen
Wanneer een snel groeiend merk inzet op een snel groeiend segment, moet dat wel explosieve gevolgen hebben. Of de Kia Stonic dat waard is, zoeken we uit tijdens een eerste rit in de nieuwe compacte SUV van Kia.
Is Kia er laat bij of was het juist heel vroeg? Tijdens de presentatie van de Kia Stonic in Berlijn toont het een tijdlijn om het vraagstuk de wereld uit te helpen. Jazeker, de Renault Captur, Mazda CX-3, Opel Mokka en Crossland X, Nissan Juke: ze waren er allemaal al, verdeeld over het tweede decennium van deze eeuw. Maar ergens helemaal vooraan op de tijdlijn pronkt de Kia Soul. Was 2009 dan echt het begin van de jaartelling voor de religie die compacte SUV/cross-over heet? Wij houden het erop dat die eer de Nissan Juke toekomt, de Soul was meer een MPV. En Kia zelf zegt de Soul vooralsnog niet uit het gamma te schrappen, zo lang ernstig kannibalisme niet is aangetoond, waarmee het merk zelf eigenlijk al aangeeft dat die Soul in een andere discipline hoort.
PROVO CONCEPT
Een eerste blik op de Stonic is voldoende om te weten: ditmaal is er geen twijfel mogelijk. De Stonic staat als een huis en in de geel-zwarte kleurencombinatie die wij kiezen, zet hij zich met weerhaken in je netvlies vast. Toen Kia in 2013 op de beurs van Genève de Provo Concept presenteerde, heette dat nog een vingeroefening te zijn voor een coupé in het B-segment. Maar Kia is er op tijd achter gekomen dat je in dat segment met een SUV hoge ogen gooit en transformeerde het project in die richting. Wat is gebleven, is die opmerkelijke daklijn van de Provo en dat maakt de Stonic zo eigen. Door de two-tone-kleurstelling (er zijn negen lakkleuren, vijf dakkleuren en twintig combinatiemogelijkheden) worden een opgelegd dakpaneel en een targabeugel gesuggereerd. Kia zette daar nog een setje mooie dakrails op en dat alles, in combinatie met grote, brede wielkasten, oplopende taillelijn en lange, horizontale vouwen, maakt de Stonic een stoer ding om te zien.
Mocht dat alles je verwachtingen voor het interieur op de top drijven, wees dan op een kleine teleurstelling voorbereid. Vanbinnen is het keurig en overzichtelijk, maar niet veel meer dan dat. Klassieke, overzichtelijke klokken, een half-zwevend, zeven inch scherm (standaard in bijna alle uitvoeringen) voor het infotainment en een cluster voor de airconditioning dat aan duidelijkheid niets te wensen overlaat. Het eigenzinnige, verrassende dat Kia met de vorige generatie Rio leek in te zetten, lijkt weer te zijn overgewaaid. Wel kun je de boel een heel stuk opfleuren door te kiezen voor een felle kleur op de decoratiepanelen.
De gele 1.0 T-GDI waar we het grootste deel van de dag in doorbrengen, heeft ze helaas in een saaie grijstint, maar de 1.6 CRDI waar we nog even een blokje in om gaan, heeft knalgele strips op het instrumentenpaneel en dat oogt een stuk vlotter. De panelen boven op het dashboard en de portieren zijn van een glimmende, harde plastic die afbreuk doet aan de kwaliteitsbeleving.
LAGE ZIT
Wat verder opvalt na het instappen, is dat de zitpositie erg laag is. Dat zal de sportief ingestelde bestuurder plezier doen, terwijl degene die dit segment juist kiest voor de wat hogere zit de stoel flink omhoog kan pompen; iedereen blij. Kia claimt de grootste bodemvrijheid in het segment plus de laagste daklijn. Terecht of niet, het vergt niet veel ruimtelijk inzicht om te beredeneren dat die combinatie ten koste gaat van de inhoud. Desondanks heb je achterin een heel behoorlijke hoofdruimte. Ondergetekende, met 1,90 meter toch iets bovengemiddeld lang, heeft nog een kleine hand over. Alleen de beenruimte houdt niet over. De kofferruimte is met 352 liter keurig. Ter vergelijking: een Renault Captur biedt 377 liter, de Opel Mokka X 356 liter. De achterbankleuning is in twee delen (40:60) neerklapbaar en zo creëer je maximaal 1.155 liter voor de zondagsritjes naar de Zweedse handelaar in Chinees brandhout.
Kia bouwt de nieuwe Stonic met een viertal verschillende motoren, waarvan er drie naar ons land worden gehaald. Wij rijden vandaag met de machine die in Nederland het gros van de verkopen voor zijn rekening zal nemen en dat in de 1.0 T-GDI, de bekende direct ingespoten driecilinder met turbo. Dat blok kennen we uit de Rio en dat is geen wonder, want met dat model deelt de Stonic zijn onderhuidse architectuur. In de Rio is het er met naar keuze 100 of 120 pk, de Stonic krijgt in de eerste instantie alleen de sterkste afstemming mee. Het is een prettige motor, die prima raad weet met de Stonic. Onderin is hij niet overdreven sterk, maar netjes bij de les. Ben je in een wilde bui, dan moet je hem boven zo'n 3.000 toeren houden, daar wordt hij veel feller. Schakelen is een prettige bezigheid, de standaard zesbak voelt strak en precies aan en de koppeling laat zich prettig doseren. De driecilinderroffel is wat nadrukkelijk aanwezig, maar klinkt voor de liefhebbers best sportief.
Hoewel hij het onderstel deelt met dat van de Rio heeft Kia de ophanging van de Stonic toch aangepast om de nadelige effecten van de grotere bodemspeling teniet te doen. Toegegeven, daar is Kia aardig in geslaagd. Zeker voor een SUV of cross-over voelt de Stonic lekker sportief, maar zeker niet hard aan. De koets zet zich na elke koerswisseling weer snel in het gareel en de besturing biedt aardig wat gevoel, terwijl die overijverige stuurbekrachtiging waar Koreanen berucht om waren, is verdwenen. Het resultaat van dit alles is een leuke, vlotte auto om in te rijden; mooi in lijn met wat zijn uiterlijk belooft.
HETE KASTANJE
Naast de 1.0 T-GDI is de Stonic eveneens leverbaar als 1.25 MPI met 84 pk en handgeschakelde vijfbak en 1.6 CRDI met handgeschakelde zesbak. De zeventrapsautomaat met dubbele koppeling (7DCT) komt tweede helft 2018 op de 1.0 T-GDI. Of die later ook leverbaar wordt op de diesel, laat Kia nog even afhangen van de komende ontwikkelingen rond de hete kastanje die diesel aan het worden is.
Uitvoeringen en motoren zijn min of meer aan elkaar gekoppeld. De eenvoudigste EconomyLine is er alleen in combinatie met de 1.2 MPI en dan krijg je stalen 15-inchwielen, leddagrijverlichting, hoogteverstelling voor de bestuurdersstoel, elektrisch bediende spiegels en zijramen voor. De Comfortline zit ook aan de 1.2 vast en heeft het 7-inchscherm, aux- en usb-aansluitingen, handbediende airconditioning, Bluetooth, stuurwielbediening en verwarmde buitenspiegels. De ComfortPlusLine Navi heeft navigatie, parkeersensoren achter, lichtmetalen 15-inchwielen, usb achterin, DAB+ en cruisecontrol. Deze uitvoering is ook te combineren met de 1.0 T-GDI, alleen heeft hij dan 17-inch. De DynamicLine wordt gecombineerd met de 1.0 T-GDI en heeft elektrische raambediening achter, elektrisch inklapbare buitenspiegels, donker glas achter, een autonoom remsysteem, rijbaansensoren, vermoeidheidsherkenning, dakrails, een regensensor, klimaatregeling en een grootlichtassistent. De ExecutiveLine herken je aan verchroomde raamomlijsting, kunstleren bekleding, voorstoel- en stuurverwarming, dodehoeksensoren en dwarsverkeersensoren achter. Voor de diesel, ten slotte, zijn er twee uitvoeringsniveaus. De Business Navigator heeft navigatie, achteruitrijcamera, cruisecontrol, DAB+, 17-inch lichtmetaal en een middenarmsteun voor. De Business DynamicLine daar bovenop onder meer elektrisch bedienbare ramen voor en achter, klimaatregeling en donker glas.
Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.
Lezersreacties (54) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.