Kia Ceed GT - Eerste rijtest

Denk bij de Kia Ceed GT nu niet meteen dat hij auto’s als de Volkswagen Golf GTI, Renault Mégane RS of Seat Leon Cupra aankan. Die topversies buitelen over elkaar heen in een strijd om steeds meer vermogen, een nog meer hardcore onderstel en uiteraard de bij passende prijskaartjes. Huisgenoot Hyundai mengt zich wel in die strijd en heeft met de i30 N een ter zake kundige concurrent in huis voor die Volkswagen Golf GTI, want dat is natuurlijk de auto die álle merken wel willen verslaan.

Kia zóu natuurlijk van de Ceed ook zo’n ijzervreter kunnen maken, maar houdt het – vooralsnog – bij een bescheidener Ceed GT. Een wat gewonere middenklasser in sporttenue, met wat extra vermogen, maar in geen enkel opzicht te gek. Je kunt jezelf er ook nog gewoon mee van A naar B verplaatsen. Daarom heet hij ook GT en niet GTI.

VINNIGER

Onder de kap zit dezelfde 1.6 T-GDI als in de vorige generatie van de Ceed, toen je nog Cee’d schreef. Dat betekent dat ook de nieuwe Ceed GT 204 pk en 265 Nm levert, al komt het koppel nu bij 1.500 in plaats van bij 1.750 tpm vrij. Het doorontwikkelde blok is standaard gekoppeld aan een handgeschakelde zesbak, maar is voor het eerst met een zeventraps automaat met dubbele koppeling te krijgen. Met handbak accelereert hij in 7,5 seconden naar de 100 km/h en met DCT snoep je daar een tiende vanaf.

Ter verhoging van de feestvreugde is er ook een Sport-knop, waarmee je het karakter van de aandrijflijn wat aanpast: de gasreactie is wat vinniger, het motorgeluid wat dramatischer en de besturing iets zwaarder. De DCT schakelt bovendien sneller en staat wat hogere toerentallen toe. Dat motorgeluid wordt trouwens voor een deel veranderd door kleppen in de uitlaat, maar ook wordt het in het interieur kunstmatig versterkt door de speakers.

De Ceed GT heeft een aangepaste voorbumper met grotere luchtinlaten dan die van de reguliere versies. De grille van de auto is uitgevoerd met een donkere rand chroom én voorzien van een GT-logo. Opvallend zijn de rode details in het gaas. Ook aan de achterzijde zien we een afwijkende bumper, waarin een diffuser is verwerkt. Hij staat op 18-inch lichtmetaal – met een rood naafdopje – met Michelin Pilot Sport 4-banden. De GT heeft rode remklauwen. De remschijven zijn met een diameter van 32 centimeter 3,2 centimeter groter dan die van de standaard-Ceed.

MICKEY MOUSE

We proberen de GT uit op een testbaan en niet op de normale weg. Dit zijn dus eerste indrukken vanaf een ‘Mickey Mouse’-baan met naastgelegen hogesnelheidskombaan. Het afgeplatte stuur ligt lekker in de hand en de besturing van de GT is redelijk direct en heeft voldoende zwaarte. Zet je hem in Sport, dan wordt hij inderdaad iets zwaarder, maar het verschilt niet heel veel. De GT staat wat lager en heeft andere, stuggere schokdempers. Ze zijn inderdaad stevig, maar onder normale omstandigheden zeker niet vervelend, merken we als we een rondje op de kombaan doen.

Op het kleine circuit maakt de Ceed GT indruk met zijn grip. De banden plakken lekker aan het asfalt en hij rijdt uiteindelijk wat onderstuurd, maar het is een zeer vermakelijke auto om in te rijden. En ja, je wenst in zo’n geval wat meer vermogen.

De echte GTI’s komen veel gemakkelijker van hun plek. Het is het verschil tussen lekker vlot en echt snel. De Ceed is het eerste. En dan de prijs. De Ceed GT kost € 40.645 en de DCT-versie is exact € 2.000 duurder. Dat maakt het verhaal wat moeilijker, want een Volkswagen Golf GTI is er vanaf € 42.180. Dat is dan niet zo’n pk-knaller als we bedoelden in de inleiding van dit verhaal, maar de ‘instapper’ met 245 pk. Een versie met DSG is € 2.500 duurder.