Jeep Wrangler
Veteraan in vol ornaat
- Frank Jacobs
- Eerste rijtest
Een icoon vervangen is een hachelijke operatie, maar af en toe moet een model toch worden vernieuwd. Reden genoeg voor de vierde generatie Jeep Wrangler om dicht tegen zijn voorganger aan te schurken. Toch is er stiekem meer veranderd. We nemen de Rubicon, de meest extreme Wrangler, mee de blubber in.
Jeep heeft een breed assortiment aan modellen, variërend van de Renegade tot de Grand Cherokee, maar dé Jeep der Jeeps is nog altijd de Wrangler, de directe afstammeling van de Willys MA en MB, de wagens die zo'n belangrijke rol hebben gespeeld in de bevrijding van Europa (en de rest van de wereld) in de eerste helft van de jaren veertig.
Op het oog lijkt er maar weinig veranderd en dat mag ook niet, want meer dan welke andere Jeep ook moet de Wrangler direct herkenbaar zijn als Jeep. Daarom heeft hij zo veel mogelijk stijlelementen van de Willys in zich. De torpedovormige neus, de hoekige, buiten de carrosserie stekende spatborden met ronde koplampen, de verticale radiatorsleuven (sinds de CJ-2A, de eerste civiele Jeep uit 1945 zijn dat er altijd zeven op de CJ's en Wranglers); de basisingrediënten van de sympathieke, maar stoere ijzervreter zijn allemaal aanwezig. De manier waarop de ronde koplampen de buitenste luchtsleuven iets overlappen, is weer een knipoog naar de CJ en de grove, blootliggende scharnieren van portieren, achterklep en motorkap zorgen niet alleen voor een vintage-look, ze zijn ook nodig om het mogelijk te maken je Wrangler voor een groot deel te strippen. Met behulp van een gereedschapssetje dat tussen de stoelen is verborgen, demonteer je de portieren en klap je de voorruit naar voren, zodat je zo veel mogelijk één met de natuur bent als je daar zin in hebt.
AUTOMAAT
Omdat een groot deel van het programma van deze persintroductie zich in het terrein afspeelt, kiezen we bij aanvang voor een Rubicon tweedeurs; zo dicht mogelijk bij het origineel. Voordat we het felrode terreinvoertuig loslaten op de Oostenrijkse wildernis, moeten we daar echter eerst via de openbare weg zien te komen. De nieuwe dieselmotor voelt lekker krachtig aan, maar door de beperkte geluidsisolatie hoor je hem wel goed. Schakelen gaat vlot en soepel via de achttrapsautomaat. Die is overigens standaard, dus liefhebbers van zelf schakelen zullen even een schakelaar in hun hoofd moeten omzetten als ze in de toekomst Wrangler willen blijven rijden.
Onderweg valt algauw op dat de Wrangler, tenminste als Rubicon, op asfalt niet helemaal lekker in zijn vel zit. Het onderstel laat bonkende geluiden horen, je hoort veel windgeruis en de besturing vraagt steeds om correcties. Het zware, van-dik-hout- zaagt-men-planken-chassis speelt hem hier parten en de speciale terreinbanden maken het er niet beter op. In de Rubicon is het niet zo afzien als bijvoorbeeld in een Land Rover Defender, maar voor comfort ben je aan het verkeerde adres. Aan de andere kant: dat hoort wel bij dit soort auto's. We rekenen op wat meer comfort in de Sahara-uitvoering, maar door tijdgebrek is die ervaring aan onze neus voorbijgegaan. Dat is vooral onze eigen schuld, want o, wat is terreinrijden in de Wrangler verslavend! Precies datgene wat hem op het asfalt in de weg zit, verheft hem naast het asfalt tot eenzame hoogte.
Hij staat op een robuust ladderchassis en is er met keuze uit twee offroad-configuraties. De instapper Sport en het 'luxepaard' Sahara hebben Command-Trac, ijzervreter Rubicon is voorzien van Rock-Trac 4x4-systeem. In beide gevallen mag je spreken van serieus gereedschap. Uiteraard krijg je een tussen-bak voor hoge en lage gearing, maar bij Command-Trac heeft die een reductie van 2,72:1, terwijl Rock-Trac 4,0:1 heeft. Beide hebben speciale heavy duty Dana-assen rondom, maar in de Rubicon zijn die extra verzwaard. Exclusief voor Rock-Trac is de mogelijkheid om de voorste stabilisatorstang elektronisch los te koppelen, waarmee de veerweg wordt vergroot. Verder heb je met deze voorziening een andere kruip-reductie (70,3:1 diesel, 77,2:1 benzine) en elektronisch bedienbare sperdifferentiëlen op voor- en achteras. Zodra het blubberig of anderszins glad wordt, of er wielen los van de grond dreigen te komen, schakel je die laatste in om te voorkomen dat grip in slip verloren gaat.
MODDERSLOTEN
We rijden eerst op redelijk vergevingsgezinde bospaden, maar hoger in de bergen wordt het terrein ruwer en verandert het karrenspoor in moddersloten met – vaak onzichtbare – boomwortels die het uiterste vragen van de wieluitslag, banden en tractie. Stapvoets hobbelt de Wrangler er overheen en elke keer als we denken dat het tot hier en niet verder is, logenstraft de Jeep die overtuiging. Onder normale omstandigheden zet je de tweede pook in 2H, waarbij de krachten volledig naar de achterwielen gaan. Vierwielaandrijving in hoge gearing heb je naar keuze permanent of elektronisch geregeld, maar hier in het terrein staat hij uiteraard in 4L, waarbij we de voorste 'sway bar' (stabilisatorstang) hebben ontkoppeld en de sper bij behoefte alleen op de achteras of op beide assen inschakelen. Wanneer de ondergrond weer droog is, wringt dat te veel in bochten.
We doen ook nog een rondje in de Sahara met lange wielbasis en wees gerust, dat is bepaald geen doetje in de rimboe. Jeep biedt keuze uit drie verschillende daken: een hardtop met uitneembare panelen, een elektrisch wegvouwbaar schuifdak en een volledige, handmatig neerklapbare softtop.
De nieuwe Wrangler komt in september naar ons land, eerst met benzinemotor. De diesel volgt later in het jaar. De prijzen worden in september bekend.
Video
Helaas kunnen wij deze video niet weergeven, omdat je niet akkoord bent gegaan met de
cookie voorwaarden.
Onze video speler heeft rechten nodig voor de "Social Media".
Wijzig je cookie instellingen
- +Niet te stoppen in het terrein
- +Legendarische uitstraling blijft behouden
- -Rubicon op asfalt onbehouwen
- -Geen handbak meer leverbaar
Had je deze auto's al gezien?
Lees ook
Gerelateerde forum topics
Lezersreacties (18) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.