Test: Jaguar XK 3.5 (2008)

Om te beginnen is het natuurlijk gewoon een plaatje van een auto. Net als bij de vorige XK is het ontwerp behoorlijk tijdloos, met klassieke lijnen. Binnen ziet het er allemaal keurig verzorgd uit. Netjes, maar ook wel een beetje saai en zakelijk eigenlijk. De middenconsole is een toonbeeld van overzichtelijkheid. Met het grote, duidelijke kleuren-touchscreen bedien je de meeste functies en dat werkt prima.

De materialen voelen hoogwaardig aan en de afwerking is prima. De met zwart leer overtrokken stoelen zijn comfortabel en bieden goede zijdelingse steun.

Royale uitrusting
Ook op het gebied van uitrusting heb je bij dit 'instappertje' weinig te klagen. Je hebt leren bekleding, bi-xenonverlichting, cruisecontrol, parkeerhulp (achter), gescheiden automatische airco, Bluetooth, elektrisch te verstellen zetels, navigatie en een cd/mp3-speler.

De motor die Jaguar in deze basis-XK stopt is een kleine V8 met een relatief bescheiden vermogen. Een stakker dus, die XK met z'n kleine achtcilinder? Zeker niet. Het begint natuurlijk al met de onovertroffen grom, die alleen een achtcilinder kan produceren. En denk maar niet dat je moet bijsteppen omdat je 'maar' 258 pk op een gewicht van meer dan 1.600 kilogram hebt. Je komt echt niets tekort, hoewel een 0-100-sprint in 7,6 seconden geen waarde is waar je in sportwagenland indruk mee maakt.
En een topsnelheid van 243 km/h is weliswaar 123 km/h boven het wettelijk toegestane maximum, aan de borreltafel doe je natuurlijk pas echt mee boven de 250. Aan de andere kant: lekker belangrijk, dan koop je maar een XKR. Deze 3.5 koop je om lekker te cruisen en als het moet bovengemiddeld vlot op te schieten.
De zestrapsautomaat past prima bij het karakter van de auto. Het mechaniek is soepel, je kunt naar wens zelf schakelen met een tikkie tegen de flippers achter het stuurwiel of de bak in de Sport-stand zetten, waardoor-ie langer doortrekt in toeren en bij vaart minderen eerder een lager verzet kiest.
Het onderstel van de XK is compleet nieuw en voldoet aan alle wensen die je van een dergelijke auto mag hebben. Verwacht u echter pure sportiviteit, dan bent u wél aan het verkeerde adres. De XK is meer gericht op comfort – met een sportieve inslag, dat natuurlijk wel. Dat is te merken aan de redelijk stugge elektronisch geregelde dempers.

Comfortabel cruisen
Sturen met deze XK gaat mooi direct en precies, maar wel wat licht. Iets meer weerstand had geen kwaad gekund, want dan krijg je net even iets meer feedback van de voorwielen. Desondanks ligt de XK erg strak in de bocht, waarbij het stabiliteitssysteem voorkomt dat de achterkant een eigen leven gaat leiden wanneer je te enthousiast op het gas gaat staan.
Dat zal eigenlijk alleen voorkomen als het wegdek nat is, want op droog asfalt komt deze V8 vermogen tekort om de auto even gemakkelijk dwars te gooien. De remmen zijn goed te doseren, maar we missen wel een beetje bijterigheid. Het pedaal voelt ons iets te zompig aan. Het is misschien wel typerend voor deze XK, die gewoon meer gericht is op de liefhebber van comfortabel cruisen.