Is een duurdere maar zuiniger Dacia Jogger uiteindelijk de goedkoopste?

Het verhaal is bekend. Dacia is bij uitstek het merk voor mensen die het wat betreft hun auto willen ­beperken tot de kern. Geen fratsen dus. De fabrikant komt je daarin tegemoet door veel blik te leveren voor – relatief – weinig geld, gekoppeld aan een standaarduitrusting die sober is. Voor de techniek leunt het merk op het moederbedrijf Renault en de Jogger is daarop geen uitzondering. Hij blinkt uit in ruimte en is naar wens zelfs leverbaar als zevenzitter, waarbij je op de achterste rij niet eens heel beroerd zit. Hoewel hij de lijn van een stationwagon heeft, is hij onder dat plaatwerk meer een klassieke MPV. 

Het gaat in dit verhaal echter niet om die ­buitenkant, noch om het riante interieur. Het gaat enerzijds om het gedeelte onder de motorkap, de aandrijflijn, en anderzijds om dat geval in je kontzak: je portemonnee. De Jogger Hybrid is namelijk stevig duurder dan de benzineversie. Dacia belooft echter een gunstiger brandstofverbruik en dan kun je je afvragen of meer investeren bij de aanschaf zich later terugbetaalt. Omdat Dacia rijden een centenkwestie is, gaan we daarover een boom opzetten.

Bomen

Over bomen gesproken: de toevoeging van een hybride aan het gamma is in eerste instantie een uitstootkwestie. Volgens de officiële WLTP-metingen is deze Jogger iets schoner dan de TCe 110 waarmee we hem hier vergelijken. De CO2-uitstoot is met 110 g/km 19 gram lager. Een A-label is het gevolg, tegen een B-label voor de TCe 110. 

Laten we die aandrijflijnen eens nader beschouwen. De zilvergrijze auto op de foto’s is een TCe 110 en die heeft een driecilinder benzinemotor met een handgeschakelde zesversnellingsbak. De 999-cc motor met turbo levert 110 pk. Deze TCe 110 vind je niet in een Renault terug, maar het is wel familie van de TCe 90 die in de Clio dienstdoet. Deze TCe 110 past de Jogger uitstekend. De motor heeft lekker veel trekkracht bij lage toerentallen en is niet bijzonder luidruchtig en de bak ­schakelt gewoon goed.

De donkergrijze Jogger op de foto’s is de Hybrid 140. Diens aandrijflijn is eveneens van Renault afkomstig en is terug te vinden in de Clio en de Captur, evenals bij Nissan in de Juke. Het is een technisch hoogstandje met twee elektromotoren: een kleine en een grote. De 1,6-liter benzinemotor dient feitelijk als generator. Je rijdt altijd elektrisch weg en pas bij hogere snelheid gaat de kracht van de benzinemotor direct naar de wielen. Twee elektrische verzetten en vier versnellingen voor de benzinemotor werken gecombineerd als een achttraps ­automaat en sturen het gecombineerde ­vermogen naar de voorwielen. 

Dacia Jogger

De Jogger is er de auto niet naar om sportief te rijden, en juist die rustige benadering haalt het beste in de hybride aandrijflijn naar boven. De viercilinder heeft onderin veel koppel en loopt mooi rustig. Wie het EV-lampje op het dashboard een beetje in de gaten houdt, ziet dat het vaak oplicht, wat betekent dat je dan elektrisch rijdt. Via de boordcomputer kun je aflezen hoeveel kilometer je elektrisch hebt afgelegd. Na een weekje sturen kwamen wij uit op 40 procent EV-kilometers. Dat zie je terug in het verbruik, maar daarover straks meer.

Zoals gezegd, dit verhaal is een centenkwestie. Een Dacia rijd je omdat je de kosten van autorijden laag wilt houden. De hybride Jogger trekt je in een enorme spagaat, ­helaas, want hij is behoorlijk veel duurder in aanschaf dan de TCe 110. Bij gelijke uitrusting (Extreme zevenpersoons) scheelt het € 3.550. Laten we er een bierviltje bij ­pakken en de uitgaven eens onder ­elkaar ­zetten. 

De meerkosten

We gaan uit van de geteste Extreme-versies, met een bestuurder van 47 jaar, ­wonend op ons redactieadres in Hoofddorp en een jaarkilometrage van 15.000. Als je kijkt naar de vaste kosten, exclusief afschrijving, dan is het plaatje als volgt. 

De Belastingdienst vraagt voor de Jogger Hybrid per jaar €176 (Noord-Holland) aan mrb extra, omdat hij nu eenmaal 200 kilo zwaarder is. Ook de autoverzekering is duurder. Wij hebben de collega’s van ­Independer een berekening laten maken met tien schadevrije jaren. Voor een allriskverzekering bedraagt de jaarpremie dan €508 voor de TCe 110 en €633 voor de Hybrid 140, een verschil van €125. Voor onderhoud (beurten, banden) houden we de data aan die de autokostenberekening van Autoweek.nl ons geeft. En dat is €629 (TCe 110) versus €635 (Hybrid 140), een haast verwaarloosbaar verschil. De ­vaste kosten liggen bij de Hybrid 140 op jaarbasis €307 hoger dan bij de TCe.

Dacia Jogger

Wat staat er tegenover?

Alleen het brandstofverbruik kan al die meerkosten van de Hybrid 140 goedmaken. Juist op dat vlak toont de hybride zich van zijn goede kant. Wij halen een testverbruik van 5,1 liter op 100 km en dat zou in ons ­rekenvoorbeeld van 15.000 kilometer per jaar betekenen dat we in totaal in een jaar 751,5 liter benzine nodig hebben. Met de huidige prijs van €2,15 per liter ben je jaarlijks €1.615,72 aan brandstof kwijt. De TCe 110 is daarnaast beslist geen zuipschuit met een gemiddeld verbruik van 6,7 liter op 100 km. Die drinkt 1.005 liter per jaar, en dat kost je €2.160,75. Dat is een kleine € 550 meer. Alles bij elkaar is en blijft de Hybrid 140 dus wat duurder, hoewel de optimist zal beweren dat je binnen zeven jaar break-even rijdt.

Maar wacht eens even. Steeds meer particulieren kopen hun auto niet, maar private-leasen hem. Hoe kom je dan uit met de ­kosten? Die zitten allemaal in de leaseprijs, behalve de brandstof. In de vergelijker op de AutoWeek-site voeren we hetzelfde in als hierboven in, oftewel een contract van vijf jaar en maximaal 15.000 kilometer per jaar. Daar komt €513 per maand uit (via ANWB) voor de Jogger TCe 110 Extreme zevenpersoons en €573 per maand voor de Hybrid 140 Extreme zevenpersoons (ook via ANWB). Een verschil van €720 per jaar, waarvan € 170 overblijft als je de brandstofkosten verrekent. 

En dus, welke Dacia Jogger?

Private-leasers hebben het eigenlijk het ­gemakkelijkst. Voor een halve euro per dag extra rijden ze in de Hybrid. Dat zou geen moeilijke keuze moeten zijn: dan ga je voor de hybride, die net wat fijner rijdt. 

Particuliere kopers hebben een groter gat te overbruggen. We kunnen niet in ieders portemonnee kijken, maar we kunnen ons voorstellen dat de ware Dacia-geest boven komt. Dan valt de keuze vermoedelijk op de TCe 110. Wie niet per se zeven zitplaatsen wenst, kan nog eens €1.000 in de zak houden door de vijfzitter te bestellen, want die mogelijkheid is er dan. Dan heb je ontzettend veel auto voor je geld.