Test: Hyundai i10 (2008)
Langzaam volwassen
Het A-segment is booming in Nederland. Gedragen door de zuinigheidsmanie die door het land trekt, rukken de kleine autootjes op. Hyundai is daarom niets te vroeg met het introduceren van de i10 als vervanger van de Atos.
De senioren in onze samenleving zijn vaak zeer trouw aan hun merk. Hyundai kan daarom zijn lol op met de nieuwe i10. Nederland kent op dit moment zo'n twintigduizend Atos-rijders, waarvan een meerderheid op zijn zachtst gezegd niet tot het jongste deel van onze samenleving behoort. Da's voor Hyundai-dealers een fijne vijver vol klanten om uit te vissen.
Maar hoe verhoudt de i10 zich tot zijn voorganger? Nou, behoorlijk positief. Zo biedt de auto meer binnenruimte en meer bagageruimte terwijl de vanafprijs E 500 lager ligt. Ook qua design is de auto er ontegenzeggelijk behoorlijk op vooruit gegaan. We herkennen in de neus het front van de i30 met de strakke chromen streep onder de motorkap, iets wat we uiteraard ook bij de opvolger van de Getz, de i20, gaan terugzien.
Aan de binnenkant maakt de kleine Hyundai een behoorlijk volwassen indruk. Waar concurrenten zoals de Toyota Aygo/Citroën C1/Peugeot 107 nog wel eens delen van de carrosserie laten zien, is hier alles keurig afgedekt. De middenconsole ziet er dankzij de radio, standaard op alle uitvoeringen, heel aardig uit en de knoppen voelen heel behoorlijk aan. Als we kijken naar de gebruikte materialen zien we zoals verwacht enkel hard plastic, maar dat is in deze klasse overkomelijk. De klokken zijn prima afleesbaar en de toerenteller (niet standaard op de goedkoopste versie) is gelukkig niet zo priegelig als bij sommige andere kleine autootjes. Sowieso is het totaalbeeld aan de binnenkant beter dan bij menig concurrent in het A-segment.
Veel ruimte
Dat de auto er aan de buitenkant nog altijd wat hoekig uitziet, heeft een positief effect op de binnenruimte: benen en hoofd hebben voldoende plaats. Dat geldt tot onze verbazing ook voor de achterpassagiers, die opvallend veel bewegingsvrijheid hebben. Je kunt prima achter jezelf zitten en qua hoofdruimte is het helemaal dik in orde. Deze keuze heeft wel gevolgen voor de kofferbakruimte, die niet heel groot is. Toch is 225 liter niet onaardig.
Dan het rijden. Om het overzichtelijk te houden is de i10 voorlopig slecht leverbaar met één motor: een 1.1 viercilinder benzine met 66 pk. De fabrikant biedt ook een dieselversie aan, maar die haalt de Nederlandse importeur niet naar ons land. In september volgt nog wel een extra benzinemotor: een 1.2 met 75 pk. Voor het overgrote deel van de kopers is de 1.1 evenwel meer dan genoeg zijn. Verwacht geen denderde prestaties, maar de auto kan zeker in de stad prima meekomen met het verkeer. Op de snelweg krijgt de i10 het al ietsje moeilijker. Niet alleen kom je – zeker heuvelop – al snel vermogen tekort, ook het onderstel geeft boven de 120 niet zo heel veel vertrouwen. Glooiende snelwegbochten worden op dat soort snelheden een hele belevenis, zeker omdat de auto door de dunnen bandjes relatief snel onderstuurd is. Op tijd snelheid minderen is het devies. Remmen doet de i10 redelijk: de (standaard!) schijfremmen rondom zijn prima. De kleine banden geven het eerder op: het ABS moet bij hard remmen op licht vochtig asfalt al vroeg aan de slag. Wel positief is de stilte in de auto: je kunt met 120 km/h prima een gesprek voeren met je passagier. Het stuurgevoel is heel behoorlijk, de bekrachtiging is gelukkig niet te licht.
Instapper
De i10 is verkrijgbaar in vier verschillende uitvoeringen. De goedkoopste is de Pure, die in de prijslijsten staat voor iets minder dan E 8.000. Zoals altijd zal dit niet de meest verkochte versie worden, maar Hyundai levert wel een iets aangekleder model dan veel concurrenten in dit segment doen met hun instapper. Bovendien moeten die het vaak met een minder krachtigere instapmotor doen. Qua uitrusting krijgt je in de i10 sowieso radio met cd/mp3-speler inclusief zes speakers en stuurbekrachtiging. Wel ontbreken bij de twee goedkoopste versies de airbags voor de passagiers, een keuze waar je vraagtekens bij kunt zetten. Je moet E 250 bijbetalen voor een frontairbag en nog eens E250 voor een zijairbag. De vraag is natuurlijk hoeveel mensen bereid zijn deze investering te maken, vaak is het verstandiger kopers tegen zichzelf in bescherming te nemen. Hyundai denkt vier sterren te gaan halen bij de EuorNcap-test, maar dan hebben we het wel over de uitvoering met de extra airbags.
Bij de op een na goedkoopste versie krijg je een toerenteller, elektrische ramen en centrale deurvergrendeling. Met de duurste versie (door een lolbroek op de marketing afdeling i-catcher genoemd) ben je verzekerd van airco, mistlampen voor en lichtmetalen wielen. Wil je airco op een goedkopere uitvoering, dan kost je dat E 800.
De i10 staat per direct bij de dealer, de importeur denkt er in Nederland 5.000 tot 6.000 per jaar te verkopen. Tennisster Michaela Krajicek moet daarbij helpen, zij wordt het gezicht van de i10-campagne.