Ford Focus C-MAX (2003) - Test

Focus met vitamine C

Ford Focus C-MAX
AutoWeek 2003 nummer 34
AutoWeek 2003 nummer 34

Je leest het in AutoWeek 2003 nummer 34

We hebben er lang op moeten wachten, maar nu heeft Ford z'n midi-MPV dan toch klaar. Hij is verwant aan de Focus. Je ziet het aan z'n vormgeving en aan z'n naam; Focus C-Max. Dat schept verwachtingen. Daarom is hij verrijkt met vitamine C.

Het digitale uitleesschermpje op het instrumentenpaneel van de Focus C-Max waarmee wij op pad zijn, geeft aan dat de buitentemperatuur 35 graden bedraagt. Bovendien staat de felle middagzon bijna loodrecht boven ons aan de strakblauwe hemel. Toch zitten we niet te puffen van de hitte, want de standaard airco laat zien wat hij waard is. Auto's worden de laatste tijd zo vaak met airconditioning besteld dat Ford besloten heeft de First Edition-uitvoering van de nieuwe Focus C-Max, die in november bij ons op de markt komt, standaard airco mee te geven. Cruise control, zes airbags en het 'Comfort Stoelsysteem' zijn andere items die voorkomen in de lijst van wat de C-Max First Edition van huis uit meekrijgt. Nu we het toch genoemd hebben, kunnen we en niet omheen: 'Wat is het 'Comfort Stoelsysteem'?' Eerst even dit; de C-Max is een MPV en een van de kenmerken van een MPV is dat je het zitmeubilair achter, op verschillende manieren op kunt stellen. Op het eerste gezicht ziet het 'Comfort Stoelsysteem' er uit als een gewone driezitsbank. Maar dat is het dus niet. Het speciale trucje van het systeem is dat je de middelste sectie van de bank naar achteren kunt klappen, waarna de buitenste twee delen zich een stukje diagonaal laten verschuiven; tegelijk naar achteren en naar elkaar toe. Er is dan één zitplaats minder, maar de twee mensen die achterin nog wel mee kunnen, hebben meer beenruimte en meer ruimte opzij, meer comfort dus. Het spreekt eigenlijk vanzelf dat er met het zitmeubilair nog wel meer te doen valt. Het middelste deel van de bank laat zich ook vooroverklappen, waarna het dienst kan doen als tafeltje, met twee bekerhouders. Natuurlijk kunnen ook de rugleuningen van de andere delen voorover. En – ook een bekend MPV-kunstje – de drie segmenten waaruit de achterbank bestaat zijn elk afzonderlijk te verwijderen.

Vijfpersoons
Je zou het niet zeggen, maar er is heel wat water door de Rijn gevloeid voordat ze er bij Ford Keulen uit waren hoe het achtercompartiment van de C-Max moest worden ingericht. Eerst werd gedacht aan een rij van drie stoelen, zoals de 'moeder van alle Midi-MPV's' de Renault Scénic die heeft. Maar toen kwam Opel met de Zafira, die plaats kan bieden aan zeven personen, omdat er uit de bodem van de bagageruimte nog eens twee stoelen tevoorschijn kunnen worden getoverd. Dus zou de MPV van Ford ook een zevenzitter moeten worden. De ontwerpers zetten zich opnieuw aan de tekentafel. Toch bleef er twijfel of het écht wel zo'n goed idee was het nieuwe model zeven zitplaatsen te geven. Ford besloot een onderzoek te laten uitvoeren en kwam er zo achter dat mensen die een midi-MPV willen, meestal helemaal niet op een zevenpersoonsauto zitten te wachten. Het einde van het liedje was dat besloten werd terug te gaan naar een ontwerp voor een vijfpersoonsmodel. En zo kwam er de C-Max met een driezitsachterbank die – met het 'Comfort Stoelsysteem' – getransformeerd kan worden tot twee aparte zetels.

Minder New-Edge
Nu hoef je niet met de achterbank van de C-Max in de weer te zijn geweest om door te hebben dat het een MPV is. Je kunt het natuurlijk gewoon zien aan z'n koetswerk, waarvan de neus zonder knik op de voorruit aansluit en het dak met een lichte welving over de voorstoelen heen gaat en van achteren op een vijfde deur met een lichte bolling aansluit. Het dak ligt ook op midi-MPV-hoogte en de logische consequentie daarvan is een makkelijke in- en uitstap omdat ook de stoelen zich op een hoger niveau bevinden. Dat brengt ons bij de zitpositie van de bestuurder, die vanzelfsprekend ook hoger uitvalt dan bij een gewone compacte middenklasser zoals de Ford Focus waar de C-Max – z'n volledige naam zegt het al – nauw aan verwant is. Dat zie je meteen. De C-Max lijkt op de Focus als twee druppels water; maar wel van verschillende grootte. Toch is die overeenkomst voor een deel schijn, want de C-Max heeft meer te maken met de nieuwe Focus die voor volgend jaar in de planning staat, dan met het model van nu. Of de C-Max ook al iets verraadt over het Focus-interieur van 2004, is een kwestie van gissen. In elk geval kunnen we vaststellen dat we in de nieuwe midi-MPV het zo opvallende, schots en scheef lijkende, New Edge-dashboard van de huidige Focus niet meer tegenkomen. Dash en instrumentenpaneel van de C-Max zien er heel gewoon uit. Ongewoon is wel, dat de versnellingspook onder aan de middenconsole is gesitueerd, en dus niet uit de vloer omhoogsteekt. Hoewel, ongebruikelijk... . In nieuwe modellen komen we de pook steeds vaker op deze plek tegen. Bij de jongste generatie van de Honda Civic bijvoorbeeld. En dat is niet eens een MPV.

Verwachtingen waargemaakt?
Tot op de dag van vandaag blijft de Ford Focus indruk maken met z'n voorbeeldige weggedrag en z'n bijzonder strak en trefzeker schakelende versnellingsbak. Dat schept verwachtingen. Die worden maar voor een deel waargemaakt. De C-Max ligt beslist stevig op de weg en z'n onderstel – op diverse punten verbeterd ten opzichte van de 'gewone' Focus – weet heel goed raad met oneffenheden; zonder ook maar in de verste verte week te worden. Als je wat sneller door de bocht gaat, begint de C-Max toch wel een beetje te leunen. Dat is des te meer voelbaar omdat je in een MPV nu eenmaal wat hoger zit. En het schakelen? Niets mis mee, maar de pook gaat niet zó strak door het schakelpatroon als bij de Focus. De besturing is onmiskenbaar afgestemd op de verlangens van de Europese automobilist. Dat betekent dat de stuurbekrachtiging zich niet te nadrukkelijk manifesteert. Maar heel attent is hij wel. Ford monteert op de Focus C-Max elektro-hydraulische stuurbekrachtiging. Stuurbewegingen worden vertaald in elektrische impulsen die op hun beurt de hydraulica aansturen. Daarbij wordt rekening gehouden met de snelheid; bijvoorbeeld bij het inparkeren assisteert de bekrachtiging meer dan wanneer de auto met een gewoon tempo rijdt. Een bijkomend voordeel van de elektro-hydraulische bekrachtiging is dat het systeem zonder mechanische servopomp kan. En dat levert weer een kleine energiebesparing op, die na verloop van tijd toch aantikt.

Extra push
Wanneer de Focus C-Max in november op de markt komt, hebben kopers de keus uit een drietal krachtbronnen; twee diesels en een benzinemotor. Om met die benzinemotor te beginnen; dat is een 1,8-liter Duratec-machine. In principe is het dezelfde 1.8 die we ook in de Mondeo tegen komen. Maar hij heeft nu een iets ander karakter. Het accent is iets verschoven van vermogen naar koppel. De voor de C-Max aangepaste versie levert 120 pk vermogen. Het koppel van 165 Nm is bij 4.000 krukasomwentelingen per minuut beschikbaar. Tijdens onze eerste kennismaking met de C-Max – in de omgeving van het Oostenrijkse Graz - bleek deze viercilinder sterk genoeg om de wagen vlot bergop te krijgen. Er moest natuurlijk wél op tijd worden geschakeld. Makkelijk heb je het als bestuurder van een Focus C-Max met 2,0-liter Duratorq TDCi-motor. Deze common rail diesel van de tweede generatie ontwikkelt al bij 2.000 tpm 320 newtonmeter koppel. Dan kun je nog eens lekker vanuit lage toeren snelheid maken, ook bergop. Ook al omdat de motor – als je het gaspedaal diep intrapt – korte tijd een extra push geeft. Je hoort dan ook wel even duidelijke dieselgeluiden. Het maximumvermogen dat deze diesel kan produceren, bedraagt 136 pk. Er is trouwens geen mechanische verbinding tussen het gaspedaal en de motor. De bewegingen van het pedaal worden omgezet in elektrische impulsen en die sturen op hun beurt de brandstoftoevoer aan. 'Drive by wire' heet dat. De tweede dieselmotor waarmee de C-Max wordt aangeboden, is een 1,6-liter zelfontbrander, goed voor een koppel van 240 newtonmeter en een vermogen van 109 pk. Later krijgen deze machines nog gezelschap van een kleinere benzinemotor en een sportievere krachtbron.

Maximaal
Hebben we nog niet verteld waarom de ruimteversie van de Focus C-Max is gedoopt. Dat zit zo: de aanduiding staat – in het Engels – voor: Maximum Comfort, Maximum Control (slaat op de rijeigenschappen) en Maximum Confidence - 'Vertrouwen' – (slaat op de veiligheidsvoorzieningen). Het is natuurlijk knap overdreven om te stellen dat de midi-MPV op al die punten maximaal scoort, maar het levert in elk geval een naam op die goed klinkt. En dat is ook wat waard. 'C-Max' slaat niet speciaal op de opberg- en aflegruimte, maar op dat punt is de ruimte-Focus wèl goed voorzien. Je hebt bijvoorbeeld een groot opbergvak met deksel boven op het dashboard en je vindt twee vakken met deksel in de vloer vóór de achterbank. Je kunt ook wat spullen kwijt opzij van de voorstoelen en de bestuurder kan z'n zonnebril opbergen in een speciaal brillenvak.
De Focus C-Max kent drie uitrustingsniveau's: Ambiente, Trend en Ghia. Welke prijzen Ford voor de diverse varianten zal gaan rekenen, is nog niet bekend. Zeker is wél dat ze concurrerend zullen zijn en dat 'Max' dus niet op de prijs zal slaan.