Fiat Cinquecento (1994)
Italiaans weerwoord in de kleine klasse
Het zal de Italianen als muziek in de oren klinken, maar voor de meeste Nederlanders is "Cinquecento" een echte tongbreker, die nog wordt verergerd wanneer dat fonetisch wordt uitgespeld als Tsjienkwetsjento. Daarom vallen we in deze test maar liever terug op het vertrouwde begrip "vijfhonderd". En als het nodig is, komt de kernachtige afkorting "CC" van pas.
Met zijn lastige naam moet de nazaat van het brave vijfhonderdje de strijd aanbinden met een groepje makkelijk in het gehoor en goed in de markt liggende concurrenten. Dat waren bij de verschijning van de kleinste Fiat dus de Alto van Suzuki, de Cuore van Daihatsu en de Mini Jumbo van Subaru. Ook exotische klanken, maar de Aziaten zijn wèl zo slim geweest om de modellen van leuke, goed klinkende namen te voorzien.
Wat zijn concurrentiepositie betreft, heeft Fiat overigens al een tegenslag moeten incasseren, want kort na de komst van de CC verving Subaru zijn Mini Jumbo door de aantrekkelijke Vivio, die de trendsetter lijkt voor een nieuw stadsautoconcept. Inmiddels heeft Suzuki ook een nieuwe en grotere Alto. Fiat heeft daar al gedeeltelijk op gereageerd met de sterkere "Sporting"-variant.
Zoals de zaken er nu voorstaan, brengt Fiats herrezen vijfhonderd aardig leven in de brouwerij. Zowel wat zijn prijs als zijn prestaties en zijn brandstofverbruik betreft, ligt hij ruwweg op één lijn met de Japanse concurrentie, maar vooral door zijn grotere breedte is hij beslist comfortabeler en komt hij tevens ruimer over. Ook zijn vering is wat softer dan die van de driftige Japannertjes: hij staat wat hoger op zijn pootjes en dat is op minder vlakke wegdekken goed merkbaar. Alleen met korte ribbels heeft het onderstel wat moeite en op ruwe bestratingen is het geroffel van de banden goed hoorbaar. In het interieur is het geluidsniveau trouwens toch aan de hoge kant: de carrosserie is niet helemaal stil, de transmissie is eveneens hoorbaar en de laagtoerige motorbrom klinkt weliswaar niet onaangenaam, maar is vrij fors.
Bekende motor
Waarom Fiat voor het aandrijven van de standaard CC overigens heeft gekozen voor een gemoderniseerde versie van de uit de jaren "60 daterende 850-motor is ons een raadsel. Fiat heeft immers een moderne FIRE-motor op de plank staan, die in principe krachtiger, zuiniger en servicevriendelijker is dan de oude 850"er. Mogelijk dat men met het oog op de produktie in Polen de voorkeur heeft gegeven aan deze klassieker. De sterkere Cinquecento Sporting is wel voorzien van zo"n FIRE-blok.
Een bijkomende reden kan ook zijn dat die 850 in zijn vernieuwde injectie-uitvoering met bovenliggende nokkenas nog steeds een soepel karakter bezit, waardoor je in deze kleine auto niet hevig hoeft te schakelen. De vijfbak is qua overbrengingsverhoudingen prima aangepast aan dat karakter; vergeleken met de toerige Japanners vonden we die vrij "lange" versnellingen een verademing. Daardoor valt trouwens minder op dat het bakje niet echt lekker schakelt: tussen pook en bak zit weinig gevoel, de schakelwegen zijn lang en de "5" is soms moeilijk in te leggen.
In het stads- en snelwegverkeer toont de CC zich wendbaar en stabiel, maar als je bewust de grens opzoekt, wordt dat anders.
Dan wreekt zich de combinatie van een hoge opbouw en lange veerwegen: de vijfhonderd helt bij hoge bochtsnelheden spectaculair over en als in zo"n situatie de rechtervoet uit voorzorg van het gas gaat, wil de achterkant onverwacht venijnig uitbreken. Met het grootste gemak kregen we dan ook een wieltje van de grond en bij ècht aandringen zelfs twee... Weinig CC-rijders zullen het met opzet zo ver laten komen, maar er zijn noodsituaties denkbaar waarin een snel corrigerende stuurbeweging noodzakelijk wordt.
Afgezien van de geprezen binnenruimte en het comfort is er in het interieur van het vijfhonderdje weinig te beleven. De inrichting is sober en kent bij voorbeeld geen dashboardkastje.
Schakelaars en knopjes voelen weinig solide aan, er zijn veel schroefjes en gelakt plaatwerk zichtbaar en de afwerking is op sommige punten matig. Nu er, getuige de Vivio, alweer een nieuwe generatie stadsauto"s in opkomst is, zal Fiat de Poolse kwaliteit zeker beter moeten bewaken, terwijl ook het luxe-aspect en de verouderde krachtbron aandacht zullen moeten krijgen.
Als dat tijdig gebeurt, zou de Cinquecento het succes van zijn roemruchte voorganger kunnen evenaren en daarmee waarmaken wat zijn roemruchte, moeilijke naam belooft.
Signalement
Merk | Fiat |
---|---|
Model | Cinquecento |
Carrosserie | 3-deurs, hatchback |
Transmissie | 5 versnellingen, handgeschakeld |
Aandrijving | voorwielaandrijving |
Nieuwprijs | € 7.712 |
Specificaties
Brandstof | benzine |
Motor | 4-cil. in lijn |
Cilinderinhoud | 899 cc |
Maximaal vermogen | 29 kW / 39 pk bij 5.500 tpm |
Maximaal koppel | 65 Nm bij 3.000 tpm |
Inhoud brandstoftank | 35 l |
Lengte / breedte / hoogte | 3.227 mm / 1.487 mm / 1.435 mm |
Wielbasis | 2.200 mm |
Massa leeg | 702 kg |
Laadvermogen | 448 kg |
Aanhangermassa geremd / ongeremd | 400 kg / 200 kg |
Banden | 145/70SR13Prijzen |
Topsnelheid | 140 km/h |
Acceleratie 0-100 km/h | 23,0 s (fabrieksopgave: 18,0 s) |
Acceleratie 80-120 km/h in 4/5 | - s |
Brandstofverbruik | 6,1 l/100km |