Chevrolet Aveo - Daihatsu Charade - Mitsubishi Colt - Occasion Test

Een licht-gekruide B-segmenter

Chevrolet Aveo occasion
AutoWeek 34 2019
AutoWeek 34 2019

Je leest het in AutoWeek 34 2019

Van dit trio licht-sportieve compacts verwacht je dat ze uit respectievelijk de VS (Chevrolet) en Japan (Daihatsu en Mitsubishi) komen. Niets is minder waar, want ze komen uit Nederland (Mitsubishi Colt), Frankrijk (Daihatsu Charade) en Zuid-Korea (Chevrolet Aveo). Met elk rond de 100 pk zijn ze alle drie licht pittig gekruid.

CHEVROLET AVEO (2012)

We trappen af met de Chevrolet Aveo die ondanks de vlinderstrik op zijn neus in 2012 het levenslicht zag in de oude Daewoofabriek in Zuid-Korea. Vandaar werd-ie naar ons land verscheept, waar hij een eigenaar kreeg die er bijna 85.000 kilometer mee reed voordat deze de auto bij Orange Motors in Schiedam achterliet voor een nieuwe Opel Mokka. Deze tweede generatie Aveo ziet er met zijn vrij geprononceerde neus veel assertiever uit dan zijn voorganger. Alsof hij wil zeggen: “Ik mag dan klein zijn, maar ben wel lekker familie van stoere jongens als de Camaro, Corvette en Silverado!” Een beetje een rebel dus, en dat is exact onze indruk na een proefrit met deze 100 pk sterke 1.4LT. Dat rebelse komt tot uitdrukking in bijvoorbeeld het motorfietsachtige tellerblok, dat analoog en digitaal combineert.

Speels, maar de gebruikte materialen – overigens in het hele interieur – zijn eerder puberaal dan volwassen. Het oogt her en der goedkoop en geeft niet de indruk lang mee te gaan. Binnenin valt verder de ruimte op. In de breedte houdt het niet over, maar de hoofdruimte voor en achter zijn beslist voldoende, evenals de beenruimte achterin. Met vier volwassenen op stap gaat best, alsook een nachtje weg: met 290 liter is de kofferruimte het meest royaal – met de achterbank neergeklapt juist het minst (653 liter). Ook positief zijn de voorzieningen aan boord, zeker op veiligheidsgebied: onder meer tractiecontrole, ESP en gordijnairbags. Door dit alles en de grootste koets is de Aveo zomaar honderd kilo zwaarder dan de Mitsubishi Colt. De cijfers van de 1.4 onderschrijven dat: de laagste prestaties bij de grootste dorst.

En presteren, dat wil deze dondersteen best! De willige rijeigenschappen zorgen daar wel voor. De Aveo stuurt mooi direct, het onderstel is stabiel en stevig, zonder dat het hard aanvoelt. Enkel de versnellingsbak heeft soms wat moeite de boel bij te benen als het er vlotter aan toe gaat. Kortom: een levenslustig wagentje mét wilde haren en alle vooren nadelen van dien. De verdere afschrijving zorgt met de benzinedorst en het gewicht (motorrijtuigenbelasting!) voor de hoogste exploitatiekosten. Dat is iets om rekening mee te houden, de laagste vraagprijs (inclusief 6 maanden Bovag-garantie) ten spijt. Toch even verder kijken dan maar?

DAIHATSU CHARADE (2011)

In 2011 maakte Daihatsu bekend dat het zou gaan stoppen met de Europese autoverkoop. De reden: Daihatsu bouwde uitsluitend in thuisland Japan auto’s, met als gevolg een – ongunstige – prijspolitiek vanwege de wisselkoersen van de euro en de yen. En met een gamma dat hoofdzakelijk uit kleinere auto’s bestond, is concurreren in dat geval lastig. Maar laat nu een van de laatste stuiptrekkingen van het sympathieke merk de Charade zijn, die in … Frankrijk werd gebouwd! Deze occasion is namelijk op enkele details na gewoon de Toyota Yaris van de tweede generatie, terwijl daarvan net generatie drie was geïntroduceerd.

Is dat dan wel wat? Het ligt eraan waar je van houdt. Op het gebied van betrouwbaarheid en beheersbare onderhoudskosten hoef je ze bij Daihatsu/Toyota in ieder geval niets te vertellen. Bovendien: Daihatsu is, net als Chevrolet, weliswaar van de markt verdwenen, maar elke Toyotadealer kent vanzelfsprekend deze Charade. Qua aanschaf mag-ie dan een stukje duurder zijn dan de Aveo, daarna biedt de 78-SRV-8 meer zekerheid. Het kenteken indachtig echter geen zoemende elektromotor onder het kapje, zoals de zuivelwagens van weleer, maar een 99 pk sterke Toyota-1.3. Op het gebied van prestaties en brandstofverbruik noteren we fraaiere cijfers dan bij zijn Amerikaans/Zuid-Koreaanse opponent, alleen merken we van dat eerste aspect helaas weinig.

De besturing is licht, de schakeling (zesbak) trefzeker, het onderstel soepel, maar als geheel sprankelt het minder dan de Aveo. En dan vergeten we bijna nog die vreemd hoge zitpositie. Een groot verschil met de vermakelijke Charade GTti (kent u hem nog?) van een kwarteeuw geleden. Die was met zijn 101 pk nauwelijks krachtiger, maar veel leuker. Bij deze Charade krijgen we bijna MPV-gevoelens, wat wordt onderstreept door de verschuifbare achterbank en de RDWkwalificatie. Kijken we naar de inhoud van cabine en bagageruimte, dan zit deze Franse Japanner netjes tussen de andere twee in. Binnenin valt verder het harde, goedkoop aandoende kunststof op de portieren op, maar óók de uitstekende staat van het geheel. Als deze auto nul kilometer ervaring had, zou je dat zomaar kunnen geloven. Echt als nieuw, terwijl twee eigenaren sinds november 2011 er toch ruim 85.000 kilometer mee hebben gereden.

Toch staat-ie al lange tijd te koop: “Als het een Yaris was, was-ie al drie keer weg geweest”, aldus de verkoper. Tja, niemand kent dit model. Je rijdt dus exclusief, maar op comfortén veiligheidsgebied tevens met een verouderde auto. Op de knieairbag voor de bestuurder na noteren we niets bijzonders. Al met al is het de tegenpool van de Aveo.

MITSUBISHI COLT CZ5 (2012)

Tot slot nóg een Japanner die niet uit Japan komt. Het is een Mitsubishi Colt CZ5, die in Nederland van de band rolde. Laat je dus niet misleiden door de jet fightergrille, die in het begin van dit decennium alle Mitsu’s een gezicht gaf. De in september 2012 gekentekende occasion pikken we op in Hellevoetsluis, waar-ie bij een universeel autobedrijf op een nieuwe, derde baas wacht. De kilometerstand is iets hoger dan die van de Charade en Aveo, de vraagprijs ligt tussen die twee in, alleen betreft het hier een ‘zo-meeneem’-prijs. Die gaat dus eerder omhoog dan omlaag. Is deze auto dat waard? Wij vinden van wel.

Om te beginnen is de Colt motorisch gezien de modernste van de drie. Diverse voorzieningen zorgen voor een kleine dorst, terwijl de auto toch vlot presteert. Dat laatste komt door het geringe gewicht van de koets; als enige blijft de Colt onder de 1.000 kilo. De exploitatiekosten zijn dus goed in de hand te houden, ook gezien de betrouwbaarheid van het model. Kort gezegd: hij deelt het kostenplaatje met de Charade, het voorzieningenniveau van deze Edition Two deelt hij met de Aveo – denk aan cruisecontrol, boordcomputer, lichtmetalen velgen en elektrisch verwarmbare buitenspiegels. De Colt biedt zelfs als enige een lichten regensensor. Zijn binnenruimte overtreft die van de andere twee, zij het amper en dan eerder in de breedte dan in de lengte. De kofferbak is de kleinste van het trio, met alles neergeklapt juist de grootste, reden voor de RDW deze auto als stationwagon te kwalificeren! Dat is-ie echter niet.

Evenmin is hij sportief. Op papier lijken de prestaties in orde, alleen word je, net als bij de Charade, daarvan geen deelgenoot gemaakt. Debet daaraan is vooral de besturing, die te kunstmatig aanvoelt. Jammer dat dit het rijplezier wegfiltert, want dat hoeft toch niet? Tot slot kijken we nog naar de gebruikte materialen. Helaas is het hier overwegend somber grijs wat de klok slaat, maar het steekt wel netjes in elkaar. En met twee normale klokken voor je neus is hij weliswaar conventioneler en minder digitaal, dan wel speelser opgezet dan de concurrentie, duidelijk is het wel.

Het maakt dat de Colt de pluspunten van de Charade en de Aveo combineert, dus al met al zou de Colt rationeel de beste keus zijn. Maar het is niet de leukste, dat is de Aveo! De Charade is weer het meest exclusief. Dus ondanks de identiteitscrises van deze occasions hebben ze toch elk iets unieks.

Verder lezen?

Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.

Inloggen of Registreren